ECLI:NL:RBLEE:2001:AB0551
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Brandstichting met gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar
Op 15 maart 2001 heeft de Rechtbank Leeuwarden uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die op 13 augustus 2000 brand heeft gesticht aan de buitenkant van een woning in Franeker. De verdachte, die niet in persoon aanwezig was, werd vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. J. Boksem. De rechtbank achtte de telastelegging bewezen, waarbij de verdachte opzettelijk een kledingstuk met terpentine besproeid en in brand gestoken had, wat leidde tot gedeeltelijke verbranding van de buitendeur van de woning. Dit handeling bracht gemeen gevaar voor de inventaris van de woning en levensgevaar voor de aanwezige personen met zich mee.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte strafbaar was, aangezien er geen strafuitsluitingsgronden aanwezig waren. Bij de strafbepaling hield de rechtbank rekening met de aard en ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder het was begaan, en de persoonlijke situatie van de verdachte. De officier van justitie had een vordering ingediend voor onbetaalde arbeid van 240 uren in plaats van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden. De rechtbank vond het bewezenverklaarde ernstig, maar nam ook de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging.
De rechtbank legde de verdachte een straf op van 180 uren onbetaalde arbeid en een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden, met een proeftijd van twee jaar. De verdachte werd vrijgesproken van andere telasteleggingen die niet bewezen konden worden. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de rechters de zaak op 2 maart 2001 hadden behandeld. De uitspraak werd op 15 maart 2001 openbaar gemaakt.