ECLI:NL:RBLEE:2001:AB2894
Rechtbank Leeuwarden
- Kort geding
- W.K.F. Hangelbroek
- Rechtspraak.nl
Ontruiming van ligplaats voor woonark in kort geding
In deze zaak, die op 20 juli 2001 door de president van de Arrondissementsrechtbank Leeuwarden werd behandeld, heeft eiser een kort geding aangespannen tegen E. [D.] en A.V.D.H. [D.] met als doel de ontruiming van een ligplaats voor een woonark. Eiser, die zelf op een woonark aan [straat] woont, had een ligplaats voor een woonark aan [straat + plaats] gehuurd van de gemeente Leeuwarden. Eiser vorderde dat de gedaagden de ligplaats binnen 48 uur na betekening van het vonnis zouden ontruimen, op straffe van een dwangsom van 5.000,00 euro per dag. Tijdens de zitting op 17 juli 2001 verscheen alleen E. [D.], die verklaarde dat zijn zoon A.V.D.H. [D.] de woonark huurde. Eiser trok zijn vorderingen tegen E. [D.] in en kondigde aan de vorderingen tegen A.V.D.H. [D.] in te stellen. De president heeft de zaak op basis van het griffiedossier beoordeeld.
De president oordeelde dat A.V.D.H. [D.] zich zonder recht of titel op de ligplaats bevond, maar dat hij dit deed op basis van een huurrelatie met zijn vader, E. [D.]. E. [D.] bevestigde deze stelling en verklaarde dat hij de woonark en ligplaatsvergunning van de heer [Y.] had gekocht. De president kon niet vaststellen wie van de partijen gelijk had, en het verweer van A.V.D.H. [D.] werd niet als onaannemelijk gekwalificeerd. Daarom werd de vordering van eiser afgewezen en werd eiser veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van E. [D.] op 400,00 euro werden begroot.