ECLI:NL:RBLEE:2001:AD3793
Rechtbank Leeuwarden
- Hoger beroep
- J.D.S.L. Bosch
- A. Nijland
- R.Tj. Terpstra
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake bewindvoering en ontslag van bewindvoerders
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Leeuwarden, gaat het om een hoger beroep inzake de bewindvoering over de nalatenschap van [betrokkene A]. Bij beschikking van 15 februari 2001 heeft de kantonrechter het verzoek van [appellanten c.s.] om de bewindvoerders te ontslaan afgewezen. De zaak is vervolgens behandeld op de zitting van 5 juni 2001, waar partijen hun standpunten hebben toegelicht. De rechtbank heeft vastgesteld dat bij testament van 24 januari 1969 [bewindvoerder I] en [bewindvoerder III] zijn aangewezen als testamentair bewindvoerders, en na het overlijden van [bewindvoerder III] in 1988, is de bewindvoering voortgezet door [bewindvoerder II].
De rechtbank heeft verder geoordeeld dat de appellanten, [appellant I] en [appellant II], niet kunnen worden aangemerkt als belanghebbenden in de zin van artikel 1:445 BW, en dat zij derhalve niet ontvankelijk zijn in hun verzoeken. De rechtbank heeft de aangevoerde grieven van de appellanten niet besproken, omdat deze niet relevant zijn voor de ontvankelijkheid. De rechtbank heeft de proceskosten aan de zijde van de bewindvoerders toegewezen, en de appellanten zijn veroordeeld in de kosten van het geding.
De uitspraak van de rechtbank is gedaan op 12 september 2001, waarbij de rechtbank de beschikking van de kantonrechter heeft bevestigd en de appellanten niet-ontvankelijk heeft verklaard in hun verzoeken. De proceskosten zijn vastgesteld op een totaalbedrag van ƒ 1.605,--, bestaande uit griffierecht en salaris van de procureur. Deze uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit de voorzitter en twee andere rechters.