ECLI:NL:RBLEE:2002:AD9550

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
21 februari 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
17/080291-01vev
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot zware mishandeling met alcoholgebruik en gedragsproblematiek

Op 21 februari 2002 heeft de Rechtbank Leeuwarden uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan poging tot zware lichamelijke mishandeling. De verdachte, geboren in Rusland en thans gedetineerd in PI De Wieling, heeft op 26 oktober 2001 in Joure, tijdens een escalatie van een relatieconflict, zijn kennis zwaar mishandeld. De rechtbank heeft bij de strafbepaling rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is gepleegd, en de persoonlijke situatie van de verdachte. De verdachte was onder invloed van alcohol en had een geschiedenis van gedragsproblemen en verslaving. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens heeft en dat er sprake is van een antisociale persoonlijkheidsstoornis. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de kans op herhaling groot is. De rechtbank heeft een deels voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd van twaalf maanden, met bijzondere voorwaarden voor behandeling en begeleiding door een reclasseringsinstelling. De verdachte is vrijgesproken van de poging tot doodslag, maar de rechtbank heeft de ernst van zijn gedragingen benadrukt en de noodzaak van behandeling onderstreept. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en twee andere rechters aanwezig waren, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Rechtbank Leeuwarden
Sector strafrecht
VERKORT VONNIS
Uitspraak: 21 februari 2002
Parketnummer: 17/080291-01
VONNIS van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres],
thans gedetineerd in PI De Wieling, locatie De Marwei te Leeuwarden,
Holstmeerweg 7.
De rechtbank heeft gelet op het ter terechtzitting gehouden onderzoek van 7 februari 2002.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. D.C. Poiesz, advocaat te Sneek.
TELASTELEGGING
Aan dit vonnis is een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van de dagvaarding gehecht, waaruit de inhoud van de telastelegging geacht moet worden hier te zijn overgenomen.
In de telastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.
PARTIËLE VRIJSPRAAK
De verdachte moet van het primair telastegelegde worden vrijgesproken, omdat de rechtbank dit niet bewezen acht.
BEWEZENVERKLARING
De rechtbank acht het subsidiair telastegelegde bewezen, met dien verstande dat:
hij op 26 oktober 2001 te Joure, in de gemeente Skarsterlân, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk, aan [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet, voornoemde [slachtoffer] een groot aantal malen, met grote kracht in het gezicht, althans tegen het hoofd, heeft gestompt en voornoemde [slachtoffer] meermalen, met grote kracht tegen de borstkas, althans elders tegen het bovenlichaam, heeft gestompt en/of geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
De verdachte zal van het meer of anders telastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
KWALIFICATIE
Het bewezene levert op het misdrijf:
Poging tot zware mishandeling.
STRAFBAARHEID VERDACHTE
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
STRAFMOTIVERING
De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden strafsoort en strafmaat in aanmerking:
- de aard en de ernst van het gepleegde feit;
- de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken en deze naar voren komt uit het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, het voorlichtingsrapport en het psychiatrisch rapport;
- de vordering van de officier van justitie tot veroordeling van verdachte terzake het primair telastegelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van vijftien maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en reclasseringstoezicht en teruggave van de inbeslaggenomen goederen aan de diverse rechthebbenden.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een poging tot zware lichamelijke mishandeling van een kennis. Het feit werd 's nachts in een woonomgeving gepleegd en ging gepaard met veel geschreeuw en geweld, waaronder het intrappen van de voordeur. Omwonenden werd daardoor angst aangejaagd.
Ernstig is, dat verdachte zijn al langere tijd bestaande onvrede over het contact tussen zijn vriendin en het slachtoffer, beiden eveneens van Russische afkomst, zodanig heeft laten escaleren dat hij op enig moment in razernij het slachtoffer in elkaar heeft geslagen. Verdachte is immers bewust naar de woning van het slachtoffer toegegaan om zijn vriendin daar weg te halen. Bovendien was verdachte die nacht dronken, terwijl hij wist dat hij van alcohol agressief werd. Het had met het slachtoffer derhalve (nog) slechter kunnen aflopen.
De rechtbank acht het handelen van verdachte volstrekt onacceptabel, welk relatiegeschil daaraan ook ten grondslag ligt, en zij maakt verdachte daarvan een sterk verwijt. Zorgelijk is, dat verdachte zich onvoldoende bewust lijkt te zijn van de ernst van zijn gedragingen, omdat deze binnen Russische context naar zijn zeggen niet ongepast zijn.
Omtrent verdachte is uitgebreid gerapporteerd. Daaruit blijkt dat verdachte in zijn geboorteland Rusland problemen ondervond naar zijn zeggen onder meer als gevolg van zijn opvoedingssituatie en zijn joodse achtergrond. Verdachte gebruikt sinds jonge leeftijd alcohol, alsmede soft- en daarna ook harddrugs. Van drugsgebruik zou sinds zijn komst naar Nederland geen of amper sprake meer zijn. Verdachte vlucht echter nog steeds in overmatig gebruik van alcohol als zich problemen voordoen of wanneer verdachte zich onzeker voelt. Er is sprake van een zich herhalend patroon van conflicten met verdachtes naaste omgeving. Verdachtes impulscontrole is gebrekkig, hij neigt tot primaire lustbevrediging en heeft een beperkte frustratietolerantie.
Volgens de psychiatrische rapportage bestaat er bij verdachte een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens, naar het zich laat aanzien een antisociale persoonlijkheidsstoornis, met daarnaast een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de zin van habitueel verslavingsgedrag. De feiten kunnen verdachte slechts in licht verminderde mate worden toegerekend. De kans op herhaling wordt groot geacht. Van belang is dan ook dat verdachte in verband met zijn verslavings- en gedragsproblematiek ambulante behandeling ondergaat en begeleiding krijgt.
De rechtbank neemt deze bevindingen en conclusies over.
De rechtbank meent dat een straf moet worden opgelegd, die enerzijds recht doet aan de ernst van de feiten, maar die anderzijds voldoende stimulans vormt voor verdachte om een behandeling te ondergaan, zoals door de psychiater en de reclassering is geadviseerd. De rechtbank is het dan ook met de officier van justitie eens dat een deels voorwaardelijke straf op zijn plaats is; zij zal de officier echter niet volgen in de hoogte van de eis, omdat verdachte zal worden vrijgesproken van de poging tot doodslag. Op grond van dit alles is de rechtbank van oordeel dat een deels onvoorwaardelijke deels voorwaardelijke straf, passend is, met oplegging van een bijzondere voorwaarde, als door de officier van justitie gevorderd.
TOEPASSING VAN WETSARTIKELEN
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 45 en 302 van het Wetboek van Strafrecht.
DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT
RECHTDOENDE:
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte primair is telastegelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het subsidiair telastegelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar in voege als voormeld en verdachte deswege strafbaar.
Veroordeelt verdachte te dier zake tot:
Een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden.
Bepaalt, dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot zes maanden niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op twee jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of gedurende die proeftijd de hierna te vermelden bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarde, dat de veroordeelde:
- zich bij het ingaan van de proeftijd meldt bij de Dr. Kuno van Dijk Stichting;
- ervoor zorgt dat hij gedurende de proeftijd bereikbaar is voor genoemde reclasseringsinstelling;
- zich gedurende de proeftijd gedraagt naar de voorschriften en aanwijzingen hem te geven door of namens genoemde reclasseringsinstelling, ook als dit inhoudt dat hij een ambulante behandeling moet ondergaan in verband met zijn alcoholverslaving.
Draagt genoemde reclasseringsinstelling op de veroordeelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Beveelt, dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Gelast de teruggave aan verdachte van de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven goederen, te weten een spijkerbroek, een paar schoenen en twee jassen.
Gelast de teruggave aan [betrokkene] van de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven goederen, te weten een trainingspak en een trui.
Gelast de teruggave aan [slachtoffer] van de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven goederen, te weten een hemd en een trui.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is telastegelegd dan het bewezenverklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. O. Anjewierden, voorzitter, mr. M.C. van der Mei en mr. B. Kuizenga, rechters, bijgestaan door mr. F.F. van Emst, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 21 februari 2002.
Mr. Kuizenga is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Rechtbank Leeuwarden
Sector strafrecht
VERKORT PROCES-VERBAAL TERECHTZITTING
Parketnummer: 17/080291-01
Proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van bovengenoemde rechtbank op 7 februari 2002.
Tegenwoordig:
mr. O. Anjewierden, voorzitter,
mr. M.C. van der Mei en mr. B. Kuizenga, rechters,
mr. G. Veenstra, officier van justitie
en mr. F.F. van Emst, griffier.
De voorzitter doet de zaak tegen na te noemen verdachte uitroepen.
De voorzitter belast de oudste rechter met de leiding van het onderzoek.
Het onderzoek vindt plaats met bijstand van A.M. Bruins-Willig, wonende te Leek, tolk in de Russische taal, nu verdachte heeft aangegeven de Nederlandse taal onvoldoende te beheersen. De tolk legt in handen van de oudste rechter op de bij de wet voorgeschreven wijze de belofte af haar taak als tolk naar haar geweten te zullen vervullen. Het ter terechtzitting gesprokene is vertolkt.
De verdachte, ter terechtzitting aanwezig, antwoordt op de vragen van de oudste rechter te zijn genaamd:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres],
thans gedetineerd in PI De Wieling, locatie De Marwei te Leeuwarden,
Holstmeerweg 7.
Als raadsman van verdachte is ter terechtzitting aanwezig mr. D.C. Poiesz, advocaat te Sneek.
De oudste rechter verklaart het onderzoek gesloten en deelt mede, dat volgens de beslissing van de rechtbank de uitspraak zal plaats vinden ter terechtzitting van 21 februari 2002 te 13:30 uur.
Waarvan proces-verbaal, vastgesteld en ondertekend door de voorzitter en de griffier.