ECLI:NL:RBLEE:2002:AE1346
Rechtbank Leeuwarden
- Kort geding
- P. Schulting
- Rechtspraak.nl
Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens dringende reden en proceskostencompensatie
In deze zaak heeft de besloten vennootschap MWS BEHEER B.V. een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [gedaagde], die sinds 11 maart 2001 in dienst was als barmedewerker. MWS heeft het verzoek gebaseerd op beschuldigingen van diefstal, waarbij [gedaagde] zou hebben toegegeven geld uit de kassa te hebben weggenomen. De kantonrechter heeft de feiten en het procesverloop in overweging genomen, waaronder het ontslag op staande voet van [gedaagde] op 18 januari 2002, dat op 22 januari 2002 werd bevestigd. [gedaagde] heeft het ontslag betwist en verzocht om een vergoeding van € 5.281,69.
Tijdens de zitting op 15 maart 2002 heeft [gedaagde] erkend dat hij geld uit de kassa heeft gehaald, maar verklaarde dat hij van plan was dit later terug te betalen. De kantonrechter oordeelde dat het gedrag van [gedaagde] niet getolereerd kon worden en dat MWS geen vertrouwen meer in hem kon hebben. Dit leidde tot de conclusie dat er sprake was van een verandering in de omstandigheden, wat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigde.
De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst per 29 maart 2002 ontbonden en de proceskosten tussen partijen gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De beschikking werd openbaar uitgesproken door mr. P. Schulting, kantonrechter, in aanwezigheid van mr. B.Ph.C. de Jong als griffier.