ECLI:NL:RBLEE:2002:AE8635

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
20 augustus 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
02/818 en 02/819 GEMWT
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening+bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen uitblijven beslissing op bezwaarschrift en verzoek om voorlopige voorzieningen

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Leeuwarden op 20 augustus 2002 uitspraak gedaan in een beroep tegen het uitblijven van een beslissing op een bezwaarschrift, ingediend door de vennootschap onder firma "Taxibedrijf A". De verzoekster had de gemeente Ameland verzocht om handhavend op te treden tegen de taxiactiviteiten van "Y Taxi". Na het indienen van het bezwaarschrift op 27 september 2001, heeft de verzoekster op 24 juli 2002 beroep ingesteld bij de rechtbank, omdat er geen beslissing was genomen op het bezwaarschrift. De voorzieningenrechter heeft, na telefonische toestemming van de partijen, besloten om onmiddellijk uitspraak te doen in de hoofdzaak op basis van artikel 8:86 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De voorzieningenrechter heeft het beroep gegrond verklaard en de gemeente Ameland opgedragen om binnen vier weken na de uitspraak alsnog een beslissing op het bezwaarschrift te nemen. Tevens is bepaald dat de gemeente Ameland het betaalde griffierecht van € 436,- aan de verzoekster moet vergoeden. De voorzieningenrechter heeft geen dwangsom opgelegd, omdat er geen aanleiding was om aan te nemen dat de gemeente de uitspraak niet zou naleven. De uitspraak is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. P.R.M. Poiesz.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector bestuursrecht
Uitspraak ex artikel 8:84 en 8:86 van de Algemene wet bestuursrecht
Reg.nrs.: 02/818 en 02/819 GEMWT
Inzake
de vennootschap onder firma "Taxibedrijf A", gevestigd te B, Ameland, verzoekster,
gemachtigde: mr. W.G.C. Wijsman, werkzaam bij SRK Rechtsbijstand te Zoetermeer,
en
het college van burgemeester en wethouders van Ameland, verweerder.
gemachtigde: R. Korvemaker, werkzaam bij verweerders gemeente.
Procesverloop
Bij brief van 6 september 2001 heeft verweerder aan X, handelend onder de naam "Y Taxi", mededeling gedaan van een dwangsombesluit. Verweerder is tot dit besluit gekomen nadat verzoekster verweerder gevraagd had handhavingsmaatregelen te nemen tegen de taxiactiviteiten van "Y Taxi" op het perceel […]straat 20 te B, Ameland.
Namens "Y Taxi" is tegen dit besluit op 27 september 2001 bezwaar gemaakt en daarnaast is aan de toenmalige president van de rechtbank gevraagd een voorlopige voorziening te treffen. Bij uitspraak van 25 oktober 2001 is het besluit van 6 september 2001 door de president geschorst tot twee weken nadat het besluit op bezwaar bekend is gemaakt.
Bij brief van 13 juni 2002 heeft verzoeksters gemachtigde verweerder verzocht vóór 12 juli 2002 alsnog te beslissen op het bezwaarschrift van "Y Taxi".
Op 24 juli 2002 is namens verzoekster beroep ingesteld bij de rechtbank tegen het uitblijven van een besluit op het bezwaarschrift. Tevens heeft verzoeksters gemachtigde zich bij brief van 24 juli 2002 tot de voorzieningenrechter gewend met het verzoek om ingevolge art. 8:81 lid 1 Algemene wet bestuursrecht (Awb) een voorlopige voorziening te treffen, in die zin dat verweerder wordt opgedragen op korte termijn een beslissing te nemen op het bezwaarschrift van 27 september 2001, op straffe van oplegging van een dwangsom bij overtreding van de door de rechter te stellen termijn.
Verweerder heeft bij brief van 13 augustus 2002 de op het geding betrekking hebbende stukken ingezonden en een toelichting op de gang van zaken gegeven.
Op grond van art. 8:26 lid 1 Awb is "Y Taxi" als derde belanghebbende partij aangemerkt.
Met toepassing van het bepaalde in art. 8:83 lid 3 Awb, is behandeling van het verzoek ter zitting achterwege gebleven.
Motivering
Op grond van art. 8:81 lid 1 Awb kan de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
Indien, zoals in het onderhavige geval, het verzoek om een voorlopige voorziening wordt gedaan terwijl beroep bij de rechtbank is ingesteld, kan de voorzieningenrechter op grond van art. 8:86 lid 1 Awb onmiddellijk uitspraak doen in de hoofdzaak, indien hij van oordeel is dat na de zitting nader onderzoek redelijkerwijs niet kan bijdragen aan de beoordeling van de zaak. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is dit het geval. Omdat in deze zaak geen zitting heeft plaatsgevonden is aan gemachtigden van partijen telefonisch gevraagd toestemming te verlenen voor gelijktijdige afdoening van de hoofdzaak met toepassing van art. 8:86 Awb. Partijen hebben hiermee ingestemd. De voorzieningenrechter zal daarom onmiddellijk uitspraak doen in de hoofdzaak.
De voorzieningenrechter overweegt allereerst dat verzoekster en niet "Y Taxi" beroep heeft ingesteld tegen het uitblijven van een besluit op het namens "Y Taxi" ingediende bezwaar. Nu verzoekster verweerder gevraagd heeft handhavend op te treden tegen "Y Taxi" en verzoekster thans door het uitblijven van een besluit op bezwaar in haar belang wordt getroffen, kan zij aangemerkt worden als belanghebbende is bij dit fictieve besluit.
In art. 6:2 Awb is -voor zover hier van belang- bepaald dat voor de toepassing van wettelijke voorschriften over bezwaar en beroep het niet tijdig nemen van een besluit gelijk wordt gesteld met een besluit.
In art. 7:10 lid 1 Awb is als hoofdregel neergelegd dat een bestuursorgaan binnen zes weken of -indien een commissie als bedoeld in art. 7:13 Awb is ingesteld- binnen tien weken na ontvangst op het bezwaarschrift beslist. Ingevolge art. 7:10 lid 3 Awb kan het bestuursorgaan de beslissing op het bezwaarschrift voor ten hoogste vier weken verdagen.
Gelet op het bovenstaande moet vastgesteld worden dat de termijn waarbinnen op het op 27 september 2001 ingediende bezwaar beslist had moeten worden ruim verstreken is.
Verweerder heeft in de brief van 13 augustus 2002 aangegeven dat de omstandigheden gewijzigd zijn en dat "Y Taxi" een deel van de taxiactiviteiten inmiddels heeft verplaatst. Voorts is aangegeven dat verweerder het advies van de Adviescommissie bezwaarschriften af wil wachten en dat de afronding van dit advies in verband met de vakantie nog even op zich laat wachten.
De voorzieningenrechter merkt op dat de door verweerder in het kader van de heroverweging rekening moet houden met genoemde gewijzigde omstandigheden, maar dat deze omstandigheden geen rechtvaardiging opleveren voor overschrijding van de wettelijke beslistermijnen.
Gelet op het bovenstaande is het beroep van verzoekster gegrond. De voorzieningenrechter bepaalt dat verweerder thans binnen vier weken alsnog een beslissing op het bezwaarschrift d.d. 27 september 2001 van "Y Taxi" moet nemen.
De voorzieningenrechter ziet geen aanleiding voor het opleggen van een dwangsom aan verweerder die wordt verbeurd bij niet naleving van deze uitspraak. De voorzieningenrechter heeft voorshands geen aanleiding om aan te nemen dat verweerder deze uitspraak naast zich neer zal leggen.
Nu beslist is in de hoofdzaak, is er geen aanleiding meer voor het treffen van een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter ziet aanleiding te bepalen dat de gemeente Ameland de door verzoekster gestorte griffierechten in het verzoek om een voorlopige voorziening en in de hoofdzaak van in totaal € 436,= (2 x € 218,=) dient te vergoeden.
De voorzieningenrechter acht voorts termen aanwezig voor het uitspreken van een proceskostenveroordeling op grond van art. 8:75 juncto art. 8:84 lid 4 Awb. Overeenkomstig het bepaalde in het Besluit proceskosten bestuursrecht bedragen de proceskosten van verzoekster
€ 161,= ter zake van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand (verzoekschrift 1 punt; beroepschrift 1 punt; gewicht van de zaak: zeer licht; waarde per punt € 322,=). De voorzieningenrechter wijst de gemeente Ameland aan als de rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter:
- verklaart het beroep gegrond;
- draagt verweerder op binnen vier weken na de dag van verzending van deze uitspraak alsnog een beslissing op bezwaar van 27 september 2001 te nemen;
- wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af;
- bepaalt dat de gemeente Ameland het betaalde griffierecht van € 436,= aan verzoekster vergoedt;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoekster ten bedrage van € 161,=, aan verzoekster te vergoeden door de gemeente Ameland.
Aldus gegeven door mr. P.G. Wijtsma, voorzieningenrechter, in het openbaar uitgesproken op 20 augustus 2002, in tegenwoordigheid van mr. P.R.M. Poiesz als griffier.
P.R.M. Poiesz P.G. Wijtsma
Tegen de uitspraak in het verzoek om een voorlopige voorziening met registratienummer 02/818 GEMWT kan geen rechtsmiddel worden aangewend.
Tegen de uitspraak in de hoofdzaak met registratienummer 02/819 GEMWT staat voor partijen hoger beroep open. Gelijke bevoegdheid komt toe aan andere belanghebbenden, zulks behoudens het bepaalde in art. 6:13 juncto 6:24 Awb.
Indien u daarvan gebruik wenst te maken dient u binnen zes weken na de dag van verzending van de uitspraak een brief (beroepschrift) alsmede een afschrift van deze uitspraak te zenden aan:
de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Postbus 20019
2500 EA Den Haag
In het beroepschrift vermeldt u dan waarom u de uitspraak niet juist vindt.
Schriftelijke uitspraak verzonden op: 20 augustus 2002