Rechtbank Leeuwarden
Sector strafrecht
Uitspraak: 27 maart 2003
Parketnummer: 17/081203-02
Ad informandum gevoegde parketnummers 17/075163-02 en 17/053395-02.
VONNIS van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres],
thans gedetineerd in PI De Wieling, locatie De Marwei te Leeuwarden.
De rechtbank heeft gelet op het ter terechtzitting gehouden onderzoek van 14 maart 2003.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. R.P. Snorn, advocaat te Heerenveen.
Aan dit vonnis is een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van de dagvaarding gehecht, waaruit de inhoud van de telastelegging geacht moet worden hier te zijn overgenomen.
In de telastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.
De rechtbank acht het onder 1. en 2. telastegelegde bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 15 oktober 2002 tot en met 7 november 2002, te Kollumerzwaag, in de gemeente Kollumerland Ca, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een woning (gelegen aan de [A-weg] aldaar) weg te nemen een hoeveelheid geld, toebehorende aan [slachtoffer], de woning van die [slachtoffer] hebben betreden en in de keuken van die woning hebben gezocht naar geld, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, welke poging tot diefstal werd vergezeld en/of gevolgd van bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en zijn mededaders een hooivork ter hand hebben genomen en die hooivork opzettelijk dreigend aan die [slachtoffer] hebben getoond en naar een van zijn mededaders hebben geroepen: "sla hem, sla hem" en "steek hem dan neer" en een mes van de keukentafel hebben gepakt en dit mes opzettelijk dreigend aan die [slachtoffer] hebben getoond, en waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak;
2.
hij op 24 oktober 2002, te Kollumerzwaag, in de gemeente Kollumerland Ca,
tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een pand van een opvangcentrum heeft weggenomen een laptop en een videocamera en kratten frisdrank en een hoeveelheid snoep, toebehorende aan Stichting Diakonaal Centrum 't Lichtpunt, waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak en inklimming.
De verdachte zal van het meer of anders telastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Het bewezene levert op de misdrijven:
1.
Poging tot diefstal vergezeld en/of gevolgd van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
2.
Diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming.
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden strafsoort en strafmaat in aanmerking:
- de aard en de ernst van de gepleegde feiten;
- de omstandigheden waaronder deze zijn begaan;
- de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken en deze naar voren komt uit het uittreksel uit het algemeen documentatieregister en het voorlichtingsrapport;
- de gedane erkenning van de verdachte zich nog aan de overige op de dagvaarding genoemde ad informandum gevoegde strafbare feiten te hebben schuldig gemaakt, welke zaken derhalve hiermee zijn afgedaan;
- de vordering van de officier van justitie tot veroordeling van verdachte terzake het onder 1. en 2. telastegelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren met als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht, ook als dat mocht inhouden opname in een hulpverlenende instantie als de Ambulante Forensische Polikliniek.
Verdachte en zijn mededaders hebben zich schuldig gemaakt aan een van tevoren doordachte overval op een alleenstaande hoogbejaarde man. Geldnood was het motief achter deze lafhartige daad. Door zo te handelen zijn de in de samenleving heersende gevoelens van onveiligheid opnieuw en voor de zoveelste keer bevestigd. Daarnaast is gebleken, dat het slachtoffer mee als gevolg van deze roofoverval kennelijk geplaatst diende te worden in een verpleeg- cq. verzorgingstehuis.
Uit de voorlichtingsrapportage komt verdachte naar voren als een zwakbegaafde man wiens jonge leven wordt gekenmerkt door ernstige sociale problematiek.
Alles overwegende acht de rechtbank de navolgende straf passend.
TOEPASSING VAN WETSARTIKELEN
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 45, 57, 310, 311 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.
DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT
Verklaart het onder 1. en 2. telastegelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar in voege als voormeld en verdachte deswege strafbaar.
Veroordeelt verdachte te dier zake tot:
Een gevangenisstraf voor de duur van 18 MAANDEN.
Bepaalt, dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 3 MAANDEN niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op twee jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of gedurende die proeftijd de hierna te vermelden bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarde, dat de veroordeelde:
- zich bij het ingaan van de proeftijd meldt bij de Reclassering Nederland;
- ervoor zorgt dat hij gedurende de proeftijd bereikbaar is voor genoemde reclasseringsinstelling;
- zich gedurende de proeftijd gedraagt naar de voorschriften en aanwijzingen hem te geven door of namens genoemde reclasseringsinstelling, ook als dat een ambulante behandeling door de Ambulante Forensische Polikliniek of een soortgelijke instelling voor geestelijke gezondheidszorg mocht inhouden.
Draagt genoemde reclasseringsinstelling op de veroordeelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Beveelt, dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is telastegelegd dan het bewezenverklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. B. Kuizenga, voorzitter, mr. I.M. Dölle en mr. G.A.M. van Dijk, rechters, bijgestaan door D.P. Postma-Westerhof, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 27 maart 2003.
Mr. van Dijk is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Rechtbank Leeuwarden
Sector strafrecht
VERKORT PROCES-VERBAAL TERECHTZITTING
Parketnummer: 17/081203-02
Ad informandum gevoegd parketnummer 17/075163-02 en 17/053395-02.
Proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van de meervoudige strafkamer in bovengenoemde rechtbank op 14 maart 2003.
Tegenwoordig:
mr. B. Kuizenga, voorzitter,
mr. I.M. Dölle en mr. G.A.M. van Dijk, rechters,
mr. T.M.L. Wolters, officier van justitie en
D.P. Postma-Westerhof, griffier.
De voorzitter doet de zaak tegen na te noemen verdachte uitroepen.
De verdachte, ter terechtzitting aanwezig, antwoordt op de vragen van de voorzitter te zijn genaamd:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres],
thans gedetineerd in PI De Wieling, locatie De Marwei te Leeuwarden.
Als raadsman van verdachte is ter terechtzitting aanwezig mr. R.P. Snorn, advocaat te Heerenveen.
De behandeling van de zaak tegen de verdachte geschiedt -op praktische gronden- gelijktijdig met de behandeling van de zaken onder respectievelijk parketnummer 17/081202-02, 17/082024-02 en 17/081204-02 tegen respectievelijk de medeverdachten [medeverdachte 1], [minderjarige medeverdachte 2] en [medeverdachte 3], nochtans zonder dat deze zaken worden gevoegd.
De voorzitter deelt mede dat voor wat betreft verdachte [minderjarige medeverdachte 2] de feiten gelijktijdig met de andere verdachten zullen worden behandeld maar dat, gelet op de leeftijd van verdachte [minderjarige medeverdachte 2], de behandeling voor het overige met gesloten deuren zal plaatsvinden.
De voorzitter verklaart het onderzoek gesloten en deelt mede, dat volgens de beslissing van de rechtbank de uitspraak zal plaats vinden ter terechtzitting van 27 maart 2003 te 13:30 uur.
Waarvan proces-verbaal, vastgesteld en ondertekend door de voorzitter en de griffier.