ECLI:NL:RBLEE:2003:AF9138
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P. Schulting
- Rechtspraak.nl
Vordering tot herstel van gehuurde bedrijfsruimte na brand en stormschade
In deze zaak vorderde de vennootschap onder firma [X] en haar vennoten, eisers, van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid HOUDSTERMAATSCHAPPIJ M.G. JANSEN B.V., gedaagde, een voorlopige voorziening tot herstel van de gehuurde bedrijfsruimte. De eisers stelden dat de gedaagde partij, Jansen, niet voldeed aan zijn verplichtingen om de gebreken van het gehuurde te repareren na een brand in 2001 en een storm in 2002. De eisers vorderden onder andere dat Jansen binnen zeven dagen na betekening van het vonnis zou beginnen met de reparaties en dat de huurprijs tijdelijk verlaagd zou worden tot 20% van de overeengekomen huurprijs zolang de gebreken niet hersteld waren.
De kantonrechter oordeelde dat de kern van het geschil was of het gehuurde geheel of gedeeltelijk was vergaan als bedoeld in artikel 7A:1589 BW. Indien het gehuurde geheel was vergaan, zou de huurovereenkomst van rechtswege zijn vervallen, wat betekende dat de huurder geen recht had op herstel. De rechter overwoog dat de door de eisers gestelde schade door de brand en de storm niet voldoende was om te concluderen dat het gehuurde geheel was vergaan. De kantonrechter concludeerde dat er nog een bruikbaar gedeelte van het gehuurde over was, maar dat herstel niet mogelijk was. De vorderingen van de eisers werden afgewezen, en zij werden veroordeeld in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt de criteria voor het vergaan van het gehuurde en de verantwoordelijkheden van de verhuurder in het geval van schade door brand en andere ongevallen. De rechter stelde vast dat de herstelkosten niet in verhouding stonden tot de waarde van het gehuurde, en dat de eisers niet konden aantonen dat de gedaagde partij in gebreke was gebleven.