ECLI:NL:RBLEE:2003:AH9738

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
9 juli 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
58486 KG ZA 03-158
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Concurrentiebeding en overtreding door voormalig werknemer in kort geding

In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 9 juli 2003 uitspraak gedaan in een kort geding tussen CSS Telecom B.V. en [S.]. CSS Telecom B.V. vorderde een verbod tegen [S.] om klanten en werknemers van CSS te benaderen, op straffe van een dwangsom, en een boete van 380.000 euro wegens overtreding van een concurrentiebeding uit een koopovereenkomst. De rechtbank oordeelde dat [S.] zich niet heeft gehouden aan de bepalingen van de koopovereenkomst, die hem verbood om gedurende drie jaar na de overname actief klanten en werknemers van CSS te benaderen. De voorzieningenrechter stelde vast dat [S.] werknemers van CSS had benaderd en dat hij ook klanten had geworven voor zijn nieuwe onderneming, 4P. Dit was in strijd met de afspraken die in de koopovereenkomst waren vastgelegd. De rechtbank oordeelde dat de vorderingen van CSS gegrond waren en dat [S.] een boete van 380.000 euro moest betalen, vermeerderd met wettelijke rente. Tevens werd [S.] verboden om, zonder schriftelijke toestemming van CSS, klanten en werknemers van CSS te benaderen, met een dwangsom van 100.000 euro per overtreding. De kosten van de procedure werden ook aan [S.] opgelegd. De uitspraak benadrukt de handhaving van concurrentiebedingen en de gevolgen van overtredingen daarvan.

Uitspraak

Rechtbank Leeuwarden
Sector civiel recht
afdeling handelsrecht
Korte Gedingen
Uitspraak: 9 juli 2003
Kort-geding-nummer: 58486/KG ZA 03-158
VONNIS
van de voorzieningenrechter van de rechtbank te Leeuwarden, in het kort geding van:
de besloten vennootschap CSS TELECOM B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Utrecht,
eiseres,
procureur: mr. V.M.J. Both,
advocaat: mr. F.B.J. Grapperhaus te Amsterdam,
tegen
[S.],
wonende te [S.],
gedaagde,
procureur: mr. C.W. van der Zee.
PROCESGANG
CSS heeft [S.] in kort geding doen dagvaarden tegen de openbare zitting van 25 juni 2003.
CSS heeft toen op de bij dagvaarding geformuleerde gronden gevorderd dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad en op de minuut:
1. [S.] verbiedt om, met onmiddellijke ingang tot en met het moment dat de looptijd van de bepalingen uit artikel 15 lid 2 van de Koopovereenkomst is verstreken, behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van CSS, op enigerlei wijze direct of indirect:
(a) klanten van CSS te benaderen teneinde werkzaamheden voor deze klanten te verrichten; of
(b) werknemers van CSS te benaderen ten einde deze in dienst te nemen of anderszins werkzaamheden te laten verrichten, dan wel oud werknemers van CSS in dienst te hebben die in een periode van een jaar voor de datum van deze dagvaarding nog voor CSS of een aan haar gelieerde vennootschap werkzaam waren;
op straffe van verbeurte van een dadelijk opeisbare, niet voor matiging vatbare dwangsom van 100.000,00 euro per overtreding, dan wel van 10.000,00 euro per dag dat zo'n overtreding voortduurt;
2. primair [S.] veroordeelt om aan CSS te voldoen een boete van 380.000,00 euro, ten titel van voorschot op de door haar reeds verbeurde en te verbeuren boeten, althans een bedrag dat de voorzieningenrechter in goede justitie redelijk acht, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding, tot die der algehele voldoening, te betalen binnen 10 dagen na het ten deze te wijzen vonnis; of subsidiair [S.] veroordeelt om aan CSS te voldoen een bedrag van 380.000,00 euro, ten titel van voorschot op de door CSS geleden schade, althans een bedrag dat de voorzieningenrechter in goede justitie redelijk acht, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding, tot die der algehele voldoening, te betalen binnen 10 dagen na het ten deze te wijzen vonnis;
3. [S.] veroordeelt in de kosten van deze procedure, buitengerechtelijke kosten en het salaris van de gemachtigde van CSS daaronder begrepen.
Vervolgens hebben partijen hun standpunten nader doen toelichten door hun advocaat respectievelijk procureur, die beiden mede aan de hand van pleitnotities het woord hebben gevoerd. [S.] heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vordering van CSS met veroordeling van CSS in de kosten van deze procedure.
Na voortgezet debat hebben partijen vonnis gevraagd. De rechter doet heden uitspraak.
RECHTSOVERWEGINGEN
Vaststaande feiten
In dit kort geding gelden onder meer de navolgende feiten als vaststaand.
1.1 CSS is een telecombedrijf. CSS heeft op 7 december 2000 alle aandelen in het kapitaal van [S.] Telecom B.V. gekocht voor een koopprijs van NLG 8.000.000,00. Als verkopende aandeelhouders zijn bij de koopovereenkomst opgetreden: Pars Pro Toto B.V., [L.] Beheer B.V. en [L.]. [S.] was in persoon ook partij bij de koopovereenkomst.
1.2 Artikel 15.2 van de koopovereenkomst luidt:
"In verband met de in de Overeenkomst beschreven koop en verkoop van de Aandelen verbinden Verkopers en [S.] ieder afzonderlijk zich jegens Koper gedurende een periode van 3 jaar, te rekenen vanaf de Leveringsdatum, direct noch indirect, in welke vorm of hoedanigheid dan ook:
a. werknemers van de Vennootschappen en/of CSS Holding en haar groepsmaatschappijen actief te benaderen teneinde in dienst te nemen respectievelijk anderszins werkzaamheden te laten verrichten (onder "werknemers" wordt op enig moment verstaan: personen die bij de Vennootschappen en/of CSS Holding en haar groepsmaatschappijen werkzaam zijn of minder dan een jaar daarvoor bij de Vennootschappen en/of CSS Holding en haar groepsmaatschappijen werkzaam waren);
b. actief activiteiten te ondernemen met betrekking tot afnemers van de Vennootschappen en/of CSS Holding en haar groepsmaatschappijen, anders dan na verkregen schriftelijke goedkeuring van Koper, welke goedkeuring niet op onredelijke gronden zal worden onthouden voorzover het niet concurrerende activiteiten betreft (onder "afnemers" wordt op enig moment verstaan: (rechts)personen die goederen en/of diensten van de Vennootschappen en/of CSS Holding en haar groepsmaatschappijen afnemen of minder dan twee jaar daarvoor goederen en/of diensten van de Vennootschappen en/of CSS Holding en haar groepsmaatschappijen hebben afgenomen)."
1.3 Artikel 16.1 van de koopovereenkomst luidt:
"In geval van inbreuk op de in de artikelen 14 en 15 omschreven verplichtingen verbeurt de overtredende partij aan Koper een direct opeisbare boete van NLG 100.000,- (zegge en schrijve: honderd duizend gulden) en voorts NLG 10.000,- (zegge en schrijve: tien duizend gulden) voor iedere dag dat de inbreuk voortduurt, zonder dat enige ingebrekestelling of gerechtelijke tussenkomst vereist is en onverlet het recht van de Koper om volledige vergoeding te vragen van de ten gevolge van een dergelijke inbreuk geleden schade, voorzover deze het bedrag van de verbeurde boete(s) te boven gaat."
1.4 Pars Pro Toto B.V., waarvan [S.] directeur en enig aandeelhouder is, heeft na de verkoop van de aandelen op 7 december 2002 een aantal vennootschappen opgericht, waaronder 4P Holding B.V. en 4P Telecom B.V (in het vervolg: 4P). 4P is actief op het gebied van telecom.
1.5 Een zestal werknemers van CSS heeft ontslag genomen en is nu werkzaam bij 4P.
1.6 4P heeft een algemene mailing doen uitgaan om klanten te werven. 4P heeft deze mailing mede doen toekomen aan klanten van CSS.
Het standpunt van CSS
2.1 [S.] heeft zich middels de koopovereenkomst verbonden om zich voor een periode van drie jaren, derhalve tot 7 december 2003, te onthouden van het -kort gezegd- actief benaderen van werknemers van CSS en van het actief benaderen van klanten van CSS, onder verbeurte van een dwangsom.
2.2 Op 31 maart 2003 hebben zes werknemers van CSS hun ontslag ingediend. Die zes werknemers zijn vervolgens werkzaamheden gaan verrichten voor 4P, hetgeen blijkt uit het feit dat hun namen nu vermeld staan in een klanten-wervingsformulier van 4P. De heer [S.] van CSS heeft op 2 april 2003 en 8 april 2003 gesprekken gevoerd met de zes ex-werknemers. Een aantal ex-werknemers heeft daarbij aangegeven dat ze op 27 maart 2003 door [S.] waren benaderd en dat zij op 28 maart 2003 een gesprek hebben gehad met [S.], waarin [S.] zijn plannen uiteen heeft gezet. [S.] heeft derhalve actief de desbetreffende werknemers benaderd om ze in dienst te nemen bij 4P dan wel anderszins werkzaamheden te laten verrichten. [S.] heeft aldus het verbod van artikel 15.2 aanhef en onder a van de koopovereenkomst overtreden.
2.3 In de week van 5 mei 2003 is CSS er door diverse van haar klanten op gewezen dat zij benaderd zijn door 4P met een aanbod van concurrerende werkzaamheden. In sommige gevallen zijn de klanten telefonisch benaderd, in andere gevallen heeft 4P e-mails of wervingsformulieren gestuurd. Nu CSS geen schriftelijke goedkeuring heeft gegeven voor het benaderen van klanten, heeft [S.] in strijd gehandeld met het verbod van artikel 15.2 aanhef en onder b van de koopovereenkomst.
2.4 Nu [S.] in strijd heeft gehandeld met de verboden van artikel 15.2 van de koopovereenkomst, heeft [S.] op grond van artikel 16.1 van de koopovereenkomst boetes verbeurd aan CSS.
2.5 [S.] heeft zich tevens onrechtmatig jegens CSS gedragen, nu [S.] onzorgvuldig heeft gehandeld door CSS stelselmatig te beconcurreren met behulp van vertrouwelijke, bedrijfsgeheime kennis.
Het standpunt van [S.]
3.1 Partijen hebben kort na overname door CSS bewerkstelligd dat [S.] Telecom Noord-Holland BV alle werknemers van [S.] Telecom BV in dienst zou nemen. [S.] Telecom Noord-Holland BV is dus thans de werkgever van alle werknemers die voor CSS in het noorden werken. [S.] mag werknemers van [S.] Telecom Noord-Holland BV best benaderen, nu die niet onder de concurrentiebeperking van artikel 15.2 aanhef en onder a van de koopovereenkomst vallen, aangezien [S.] Telecom Noord-Holland BV niet in die bepaling genoemd wordt. Bovendien heeft [S.] nooit actief werknemers benaderd om te komen werken voor 4P. De werknemers hebben juist contact gezocht met [S.], omdat zij vreesden voor hun baan bij CSS.
3.2 Met actief activiteiten ondernemen met betrekking tot klanten van CSS wordt bedoeld het gericht bewerken van specifieke relaties van CSS. Dat is niet gebeurd, nu [S.] slechts een algemene mailing heeft gestuurd naar ondernemingen waarvan hij de adressen bij de Kamer van Koophandel heeft gekocht en uit de Gouden Gids heeft gehaald en een advertentie heeft geplaatst in regionale dagbladen. [S.] heeft niet in strijd met de koopovereenkomst gehandeld nu zijn activiteit niet specifiek gericht was op klanten van CSS.
3.3 Nu [S.] artikel 15.2 van de koopovereenkomst niet heeft overtreden, is hij geen boete verschuldigd aan CSS.
3.4 [S.] heeft zich niet onrechtmatig jegens CSS gedragen.
Beoordeling van het geschil
4.1 Vooropgesteld moet worden dat het verweer van [S.], dat [S.] Telecom Noord-Holland BV in plaats van CSS werkgever is van de ten processe bedoelde werknemers en dat [S.] die werknemers wel mocht benaderen nu [S.] Telecom Noord-Holland BV niet in artikel 15.2 wordt genoemd, niet opgaat, nu [S.] niet aannemelijk heeft weten te maken dat CSS inderdaad niet als werkgever te beschouwen is. Daarbij komt dat CSS onbetwist nog heeft aangevoerd dat [S.] Telecom Noord-Holland BV evenals [S.] Telecom BV deel uitmaakt van haar concern en het beding van artikel 15 van de koopovereenkomst uitdrukkelijk geldt voor werknemers van CSS en haar groepsmaatschappijen, waaronder aldus [S.] Telecom Noord-Holland BV.
4.2 CSS heeft de namen van zes werknemers genoemd die ontslag hebben genomen bij CSS. Vaststaat dat deze werknemers vervolgens in dienst zijn getreden bij 4P, aangezien hun namen vermeld staan op het wervingsformulier van 4P. Vraag is of [S.] deze personen actief heeft benaderd teneinde hen in dienst te nemen. De voorzieningenrechter is van oordeel dat zulks het geval is, nu [S.] klaarblijkelijk CSS-werknemers heeft benaderd om hen uit te nodigen voor een bijeenkomst op 28 maart 2003. Op voornoemde bijeenkomst heeft [S.] zijn plannen met betrekking tot 4P uiteengezet en geprobeerd de werknemers van CSS te interesseren bij 4P te komen werken, waarna een aantal ook daadwerkelijk daartoe is overgegaan. Het organiseren van een dergelijke bijeenkomst door [S.] en het vervolgens in dienst nemen van die personen kan bezwaarlijk anders worden uitgelegd dan als het zich actief opstellen jegens werknemers teneinde hen in dienst te nemen, hetgeen hem krachtens het bepaalde in artikel 15.2 aanhef en onder a van de koopovereenkomst niet was toegestaan. Aan dit oordeel doet niet af het feit dat vier van de zes werknemers een standaardverklaring hebben ondertekend waarin staat dat zij uit eigen beweging naar [S.] zijn gegaan, nu de voorzieningenrechter aannemelijk acht dat de betreffende werknemers slechts uit loyaliteit jegens [S.] de standaardverklaringen hebben ondertekend, zonder zich daadwerkelijk om de inhoud te bekommeren. Op grond van het voorgaande is de voorzieningenrechter van oordeel dat [S.] in strijd heeft gehandeld met artikel 15.2 aanhef en onder a van de koopovereenkomst.
4.3 [S.] heeft ook in strijd met artikel 15.2 aanhef en onder b van de koopovereenkomst gehandeld, nu 4P een mailing heeft doen uitgaan naar ondernemingen, waaronder klanten van CSS, om die ondernemingen aan te sporen zaken te gaan doen met 4P. Het verspreiden van een algemene mailing is naar het oordeel van de voorzieningenrechter net zo kwalijk als het specifiek benaderen van klanten van CSS, aangezien de strekking van het concurrentiebeding nu eenmaal is dat [S.] geen klanten van CSS actief benadert en [S.] dit verbod evengoed overtreedt door het sturen van een algemene mailing. Anders dan bijvoorbeeld in het geval van de plaatsing van een advertentie in een dagblad of tijdschrift, zal de ontvanger van de mailing -of dit nu per post, per e-mail of anderszins plaatsvindt- niet (altijd) het onderscheid kunnen maken of er sprake is van een speciaal op hem gerichte actie of dat zulks niet het geval is. Uit de persoonlijke adressering zal veelal het eerste worden aangenomen. Het aanschrijven van afnemers van CSS, ook al gebeurt dat in de vorm van een zogenaamde algemene mailing naar een gekocht adressenbestand, dient derhalve te worden beschouwd als het -in strijd met het bepaalde in artikel 15.2 aanhef en onder b van de koopovereenkomst- actief benaderen van die afnemers. Gelet op de kennis die [S.] bezit van de klanten van het aan CSS verkochte [S.] Telecom BV mocht van hem worden verwacht dat hij de voor hem aldus bekende adressen van afnemers van CSS zou verwijderen uit het adressenbestand dat hij voor zijn nieuwe onderneming 4P (actief) is gaan gebruiken.
Nu de voorzieningenrechter de vordering op grond van wanprestatie zal toewijzen, behoeft het subsidiaire beroep van CSS op een onrechtmatige daad zijdens [S.] geen bespreking.
4.4 [S.] is op grond van de koopovereenkomst gehouden zich te onthouden van het actief benaderen van werknemers en klanten van CSS. Nu [S.] zich kennelijk door de bepalingen in de koopovereenkomst niet laat weerhouden zulks toch te doen, acht de voorzieningenrechter het aangewezen om, zoals gevorderd, voornoemd verbod nogmaals in het dictum op te nemen, op straffe van een dwangsom, zoals in het dictum bepaald, met dien verstande dat het gevraagde verbod zowel voor werknemers als afnemers, evenals dat in artikel 15.2 van de koopovereenkomst het geval is, zal worden beperkt tot het actief benaderen van die werknemers en/of afnemers. Krachtens het bepaalde in artikel 15.2 van de koopovereenkomst zijn partijen immers geen verbod overeengekomen om bijvoorbeeld voor afnemers die uit eigen beweging diensten van 4P ([S.]) wensen af te nemen activiteiten te ondernemen. De voorzieningenrechter zal daarom geen verbod opleggen dat verdergaat dan hetgeen partijen zijn overeengekomen.
4.5 Nu [S.] in strijd heeft gehandeld met artikel 15.2 van de koopovereenkomst, heeft [S.], op grond van artikel 16.1 van de koopovereenkomst, direct opeisbare boetes verbeurd aan CSS. De voorzieningenrechter zal dan ook de gevorderde 380.000,00 euro, vermeerderd met wettelijke rente, ten titel van voorschot op de door CSS reeds verbeurde en te verbeuren boetes, toewijzen.
4.6 Van een spoedeisend belang bij vergoeding van de gevorderde buitengerechtelijke kosten is de voorzieningenrechter niet gebleken. Dit deel van de vordering zal dan ook worden afgewezen.
4.7 [S.] zal, als de in het ongelijk te stellen partij, worden verwezen in de kosten van het geding, zoals hieronder nader aangegeven.
BESLISSING
De rechter, rechtdoende in kort geding:
verbiedt [S.] om, met onmiddellijke ingang tot en met het moment dat de looptijd van de bepalingen uit artikel 15.2 van de Koopovereenkomst is verstreken, behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van CSS, op enigerlei wijze direct of indirect:
(a) actief klanten van CSS te benaderen teneinde werkzaamheden voor deze klanten te verrichten; of
(b) actief werknemers van CSS te benaderen ten einde deze in dienst te nemen of anderszins werkzaamheden te laten verrichten, dan wel oud werknemers van CSS in dienst te hebben die in een periode van een jaar voor de datum van deze dagvaarding nog voor CSS of een aan haar gelieerde vennootschap werkzaam waren;
op straffe van verbeurte aan CSS van een dadelijk opeisbare, niet voor matiging vatbare dwangsom van 100.000,00 euro per overtreding;
veroordeelt [S.] om aan CSS te betalen een boete van 380.000,00 euro, ten titel van voorschot op de door haar reeds verbeurde en te verbeuren boeten, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding, tot die der algehele voldoening, te betalen binnen 10 dagen na het ten deze te wijzen vonnis;
veroordeelt [S.] in de kosten van het geding, tot aan deze uitspraak aan de zijde van CSS begroot op 205,00 euro aan verschotten en 705,00 euro aan salaris procureur;
verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en op de minuut;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. van der Meer, voorzieningenrechter, en in aanwezigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van 9 juli 2003.
fn 388