ECLI:NL:RBLEE:2003:AN8913
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van geregistreerd partnerschap met nevenverzoeken betreffende minderjarigen
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 12 november 2003 uitspraak gedaan over de ontbinding van een geregistreerd partnerschap. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen, die hun huwelijk op 4 september 2002 in de gemeente Smallingerland hebben omgezet in een geregistreerd partnerschap, hun partnerschap duurzaam hebben ontwricht. De rechtbank heeft het verzoek tot ontbinding van het geregistreerd partnerschap als onweersproken en op de wet gegrond toewijsbaar verklaard.
Daarnaast heeft de rechtbank de nevenverzoeken van partijen met betrekking tot minderjarigen behandeld. Hoewel de wet in artikel 828 Rv en artikel 1:253aa BW de mogelijkheid van nevenverzoeken betreffende minderjarigen in een ontbindingsprocedure uitsluit, heeft de rechtbank deze verzoeken aangemerkt als zelfstandige verzoeken ex artikel 1:253a BW. Dit is gedaan vanuit proceseconomisch oogpunt en om de belangen van de minderjarigen te waarborgen.
De rechtbank heeft de man veroordeeld tot het betalen van een bedrag van €150 per maand aan de vrouw als levensonderhoud, en heeft daarnaast de verdeling van de gemeenschap van het geregistreerd partnerschap gelast. De rechtbank heeft ook de hoofdverblijfplaats van de minderjarigen vastgesteld en de omgangsregeling tussen de minderjarigen en hun ouders bepaald. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, behoudens de ontbinding van het geregistreerd partnerschap.