ECLI:NL:RBLEE:2004:AO9735
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot terugbetaling van ziektekosten door zorgverzekeraar
In deze zaak vorderde de onderlinge waarborgmaatschappij Onderlinge Waarborgmaatschappij De Friesland Zorgverzekeraar U.A. (hierna: De Friesland) van gedaagde partij [X] een bedrag van € 4.236,66 aan achterstallige premie en terugbetaling van reeds vergoede nota's. De vordering was gebaseerd op het feit dat [X] een particuliere ziektekostenverzekering had afgesloten bij De Friesland, maar de premie over de maanden januari 2002 tot 25 juni 2002 niet had betaald. [X] had in februari 2002 telefonisch contact gehad met De Friesland en beweerde dat hij de verzekering had opgezegd, maar de kantonrechter oordeelde dat de verzekering pas eindigde op het moment dat De Friesland op de hoogte werd gesteld van de inschrijving bij het ziekenfonds, welke inschrijving pas op 21 juni 2002 had plaatsgevonden.
De kantonrechter oordeelde dat het verweer van [X] niet opging, aangezien hij niet had aangetoond dat hij de premie voor de particuliere verzekering tijdig had opgezegd. De Friesland had nota's vergoed voor medische kosten die door [X] waren gemaakt, maar deze vergoedingen waren ten onrechte gedaan omdat [X] in gebreke was met de premiebetaling. De kantonrechter gaf aan dat De Friesland de algemene voorwaarden moest overleggen en nadere informatie moest verstrekken over de ingediende nota's en de vergoedingen. De zaak werd aangehouden voor verdere behandeling en de beslissing werd uitgesteld tot de rolzitting van 12 maart 2004.
De uitspraak vond plaats op 20 februari 2004 door de kantonrechter A. van der Meer in de Rechtbank Leeuwarden, waarbij de zaak werd behandeld in het kader van civiel recht. De betrokken partijen waren De Friesland als eiseres en [X] als gedaagde, die procedeerde in persoon. De zaak betreft de rechtsverhouding tussen een zorgverzekeraar en een verzekerde met betrekking tot premiebetalingen en vergoedingen voor zorgkosten.