1.1. Krachtens hun statuten stellen CNV Bedrijvenbond en FNV Bondgenoten zich ten doel om de belangen van hun leden te behartigen. Dit doen de bonden onder meer door het afsluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten met werkgevers of een vereniging van werkgevers.
1.2. De bonden sluiten met Enna Aerosols zogeheten ondernemings-CAO's af.
1.3. Enna Aerosols en de bonden zijn sinds omstreeks 1995 in gesprek over een vermindering van de pensioenlasten voor Enna Aerosols. De pensioenregeling, zoals opgenomen in de CAO 2001-2002 is een eindloonregeling. Enna Aerosols wil deze regeling omgezet zien in een middelloonregeling.
1.4. De bonden hebben zich op het standpunt gesteld dat zij op of omstreeks 24 juni 2002 een akkoord met Enna Aerosols hebben bereikt over een CAO met de looptijd 1 april 2002 tot 1 april 2003, en vervolgens, op 23 augustus 2003, een akkoord over een CAO met de looptijd 1 april 2003 tot 1 april 2004. Beide -beweerdelijke- CAO's zijn aangemeld bij de directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, welke directie onder meer belast is met de afhandeling van CAO-aanmeldingen.
1.5. In de -beweerdelijke- CAO met de looptijd van 1 april 2002 tot 1 april 2003 staat in artikel 17 het navolgende vermeld:
Geïntegreerde pensioenregeling
1. Tussen partijen is overeenstemming bereikt over de invoering van een geïntegreerde vroegpensioenregeling, in plaats van de huidige VUT- en pensioenregeling. Invoering van de nieuwe regeling zal plaatsvinden met ingang van 1 januari 2003.
2. Voor de nieuwe vroegpensioenregeling zijn de volgende uitgangspunten overeengekomen:
1. Invoering van de regeling zal plaatsvinden met ingang van 1 januari 2003.
2. De regeling is gebaseerd op geïndexeerd middelloon, met een opnamedatum van 23 jaar en een pensioendatum van 63 jaar.
3. Het opbouwpercentage bedraagt 1,75% per jaar, zodat na 40 dienstjaren een pensioen bereikt is van 70% van de gemiddelde pensioengrondslag. Het nabestaandenpensioen is 70% van het te bereiken ouderdomspensioen en het wezenpensioen is 14% van het te bereiken ouderdomspensioen.
4. De pensioenfranchise wordt verlaagd van 17.833,56 euro in de huidige pensioenregeling naar 15.564.66 euro (niveau 2001) in de nieuwe pensioenregeling.
5. Het opgebouwde deel van het pensioen en de pensioenfranchise wordt jaarlijks geïndexeerd met de loonindex (= de initiële CAO-loonsverhoging zoals afgesproken in de van toepassing zijnde CAO voor Enna). Uit te keren pensioenen worden jaarlijks geïndexeerd met de prijsindex (= CPI, laag inkomen afgeleid).
6. Op de pensioendatum van 63 jaar wordt een AOW-vervangende uitkering toegekend, het Tijdelijk Overbruggingspensioen (TOP). Dit TOP bedraagt 80% van de franchise en wordt opgebouwd in 40 dienstjaren.
7. De deelnemersbijdrage is 7,2% van de pensioengrondslag (=12,96 maal het bruto maandsalaris minus de franchise).
3. Tevens gelden de volgende overgangsmaatregelen:
Voor alle werknemers van Enna die op 1 januari 2002 23 jaar of ouder zijn, die op het moment van invoering in dienst zijn en onafgebroken in dienst blijven tot de pensioenleeftijd van 63 jaar, geldt dat zij een volledig TOP zullen opbouwen en dat zij gecompenseerd worden voor het feit dat zij 2 opbouwjaren voor pensioen missen.
Deze overgangsmaatregelen worden door de werkgever gefinancierd uit de opgebrachte VUT-reserveringen.
1.6. Vorenstaande geïntegreerde pensioenregeling is ook opgenomen in de -beweerdelijke- CAO met de looptijd van 1 april 2003 tot 1 april 2004.
1.7. Over de -beweerdelijke- CAO's is namens Enna Aerosols onder meer onderhandeld door de heer [R.], gevolmachtigd bestuurder. [R.] is sinds 4 augustus 2003 geen gevolmachtigd bestuurder meer. Ook is de heer [T.], bestuurder van moedermaatschappij [T.] Group International, wel eens bij de onderhandelingen geweest. De plantmanager van Enna Aerosols, de heer [de R.], heeft de -beweerdelijke- CAO's geaccordeerd.
1.8. In het jaar 1996 is er een regeling vrijwillig vervroegd uittreden in de CAO opgenomen, in artikel 17B jo. Bijlage V CAO. Deze regeling diende te worden uitgevoerd door het VUT-fonds Enna Aerosols. De premie bedroeg 2% van het maandinkomen inclusief vakantietoeslag en extra uitkering. De werknemersbijdrage bedroeg 50% (van voormelde 2%) en werd in maandelijkse termijnen op het salaris ingehouden. De werkgever was op grond van artikel 8 bijlage V CAO degene die de werknemersbijdrage inhield op de salarissen en samen met de werkgeversbijdrage zou moeten afdragen aan het VUT-fonds Enna Aerosols.
1.9. Enna Aerosols heeft vanaf 1996 geld opzijgezet voor de VUT-aanspraken van haar werknemers. Hiermee werden de VUT-gerechtigden voldaan en nam de verplichting jegens toekomstige VUT-gerechtigden toe. De betaling van de VUT-uitkeringen kwam in mindering op de door Enna Aerosols getroffen voorziening.
Het door Enna Aerosols voor de VUT-aanspraken opzijgezette bedrag is echter niet -zoals de CAO voorschreef- op een rekening van het VUT-fonds terechtgekomen, maar op een depositorekening van Enna Aerosols bij de ABN AMRO Bank, met rekeningnummer 45.57.29.336. Enna Aerosols heeft het geld op vorenstaande rekening in 2003 gebruikt om een deel van de kosten van de in dat jaar binnen de onderneming doorgevoerde reorganisatie te betalen.