ECLI:NL:RBLEE:2004:AR6243
Rechtbank Leeuwarden
- Kort geding
- G.H. Varekamp-Vos
- Rechtspraak.nl
Huurrecht: kort geding over toegang tot gehuurde en eigenrichting door verhuurder
In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van huurrecht, heeft de huurder, aangeduid als [de huurder], een kort geding aangespannen tegen de verhuurder, aangeduid als [de verhuurder], wegens het ontzeggen van toegang tot het gehuurde pand. De huurder heeft gesteld dat de verhuurder, vanwege een vermeende huurachterstand, hem de toegang tot de slagerij, slachterij en woonhuis heeft ontzegd en het pand zelf in gebruik heeft genomen. De huurder vorderde dat de verhuurder binnen 24 uur na betekening van het vonnis de toegang zou verlenen en de roerende zaken, waaronder inventaris, aan hem ter beschikking zou stellen, op straffe van dwangsommen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er een huurovereenkomst bestaat tussen partijen, die op 2 september 2001 is gesloten. De huurder heeft betwist dat er sprake is van een huurachterstand en heeft aangevoerd dat hij door de verhuurder niet in staat is gesteld om zijn werkzaamheden uit te voeren, wat leidt tot gemiste inkomsten. De verhuurder heeft erkend dat zijn acties niet ideaal waren, maar heeft zich gedwongen gevoeld door de omstandigheden, waaronder een aanzienlijke huurachterstand.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de verhuurder in strijd heeft gehandeld met zijn verplichtingen door de huurder de toegang tot het gehuurde te ontzeggen en de gehuurde inventaris af te voeren. De rechter heeft geconcludeerd dat de verhuurder eigenrichting heeft gepleegd, aangezien er nog een procedure aanhangig was over de huurgeschillen. De kantonrechter heeft de vorderingen van de huurder toegewezen en de verhuurder veroordeeld om binnen 48 uur de toegang te verlenen en de roerende zaken ter beschikking te stellen, met dwangsommen voor het geval van niet-naleving.