ECLI:NL:RBLEE:2004:AR7679

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
16 december 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
17/081125-04 VON
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hervatting van het onderzoek naar getuigen in een strafzaak

Op 16 december 2004 heeft de Rechtbank Leeuwarden uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.F. Hoekstra. Tijdens de beraadslaging kwam de rechtbank tot de conclusie dat het onderzoek onvolledig was. De politie had de aangevers slechts éénmaal gehoord, wat leidde tot vragen over hun verklaringen. De rechtbank achtte het noodzakelijk dat de aangevers, te weten [aangever1], [aangever2] en [aangever3], door de rechter-commissaris werden gehoord. Dit was van belang om meer duidelijkheid te krijgen over hun bekendheid met de verdachte en de medeverdachten, en over de mogelijke ontmoeting op 18 juli 2004, evenals hun kennis van de rol van de verschillende verdachten in de schiet- en steekpartij.

De rechtbank stelde dat het horen van de getuigen niet binnen een maand kon plaatsvinden en bepaalde daarom dat het onderzoek binnen maximaal drie maanden hervat moest worden. De stukken werden in handen gesteld van de rechter-commissaris, die ook andere personen als getuige kon horen indien dat nodig was. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting en is ondertekend door de voorzitter en de rechters, waarbij mr. Koelman niet in staat was om het vonnis mede te ondertekenen.

Uitspraak

Rechtbank Leeuwarden
Sector strafrecht
VONNIS
Uitspraak: 16 december 2004
Parketnummer: 17/081125-04 VON
VONNIS van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte:
[verdachte],
[geboortedatum] te [geboorteplaats],
[adres verdachte]
De rechtbank heeft gelet op het ter terechtzitting gehouden onderzoek van 2 december 2004.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. P.F. Hoekstra, advocaat te Drachten.
TELASTELEGGING
Aan dit vonnis is een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van de dagvaarding gehecht, waaruit de inhoud van de telastelegging geacht moet worden hier te zijn overgenomen.
BERAADSLAGING
Tijdens de beraadslaging is de rechtbank tot het oordeel gekomen dat het onderzoek onvolledig is geweest. De politie heeft aangevers, blijkens het proces-verbaal, éénmaal gehoord. In de loop van het onderzoek ter terechtzitting is een aantal vragen ontstaan omtrent de verklaringen van aangevers.
De rechtbank acht het wenselijk dat de [aangever1], [aangever2] en [aangever3] bij de rechter-commissaris worden gehoord, met name omtrent hun bekendheid met verdachte en de medeverdachten [medeverdachte1], [medeverdachte2], [medeverdachte3] en [medeverdachte4] blijkens de telefonische contacten die tussen aangevers en verdachte en de medeverdachten hebben plaatsgevonden, de mogelijke ontmoeting op 18 juli 2004 en hun wetenschap over het mogelijke aandeel van de verschillende verdachten in de schiet-en steekpartij.
Naar verwachting zal het horen van de getuigen niet binnen een maand gerealiseerd zijn zodat de rechtbank de termijn voor hervatting van het onderzoek op maximaal drie maanden zal stellen.
DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT
RECHTDOENDE:
Beveelt de hervatting van het onderzoek op een nader te bepalen zitting, binnen maximaal drie maanden na heden.
Stelt de stukken in handen van de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank teneinde als getuigen te horen:
- [aangever1], [woonplaats], [adres],
- [aangever2], [woonplaats], [adres],
- [aangever3], [woonplaats], [adres].
Bepaalt dat de rechter-commissaris, mocht het verhoor van de hiervoor genoemde getuigen daartoe naar zijn oordeel aanleiding geven, ook andere personen als getuige kan horen danwel op andere wijze onderzoek te verrichten.
Dit vonnis is gewezen door mr. O. Anjewierden, voorzitter, mr. J.J. Beswerda en mr. G.C. Koelman, rechters, bijgestaan door mr. C.E.M. Lock, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 16 december 2004.
Mr. Koelman is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.