ECLI:NL:RBLEE:2004:AR8047

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
22 december 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
67390 KG ZA 04-324
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • W.K.F. Hangelbroek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de duur en beëindiging van een overeenkomst inzake fietsverzekeringen tussen Zurich International België N.V. en Nationale Fietsgroep B.V.

In deze zaak vorderde Zurich International België N.V. (hierna: Zurich) in kort geding een verbod voor Nationale Fietsgroep B.V. (hierna: NFG) om certificaten uit te geven waarop Zurich als verzekeraar staat vermeld. Zurich stelde dat de overeenkomst tussen partijen, die in 2001 was gesloten, was beëindigd per 31 december 2003, terwijl NFG doorging met het uitgeven van certificaten. Zurich vorderde ook een voorschot op schadevergoeding en afgifte van niet gebruikte certificaten. NFG betwistte de beëindiging van de overeenkomst en stelde dat deze voor een periode van vijf jaar was gesloten. De voorzieningenrechter oordeelde dat de overeenkomst niet rechtsgeldig was beëindigd en dat NFG gerechtigd was om certificaten uit te geven. De vorderingen van Zurich werden afgewezen, en Zurich werd veroordeeld in de kosten van het geding. De uitspraak benadrukt de noodzaak van duidelijke contractuele afspraken en de gevolgen van onduidelijkheid in overeenkomsten.

Uitspraak

Rechtbank Leeuwarden
Sector civiel recht
afdeling handelsrecht
Korte Gedingen
Uitspraak: 22 december 2004
Kort-geding-nummer: 67390 / KG ZA 04-324
VONNIS
van de voorzieningenrechter van de rechtbank te Leeuwarden, in het kort geding van:
de naamloze vennootschap naar Belgisch recht
ZURICH INTERNATIONAL BELGIË N.V.,
gevestigd te Brussel, België,
eiseres,
hierna te noemen: Zurich,
procureur: mr. V.M.J. Both,
advocaat: mr. K.C.A. Schweers te Rotterdam,
tegen
de besloten vennootschap
NATIONALE FIETSGROEP B.V.,
gevestigd te Lemmer,
gedaagde,
hierna te noemen: NFG,
procureur: mr. J.V. van Ophem,
advocaat: mr. M.R. Gans te Groningen.
PROCESGANG
Zurich heeft NFG in kort geding doen dagvaarden tegen de openbare zitting van 15 december 2004.
Zurich heeft toen op de bij dagvaarding geformuleerde gronden gevorderd dat de voorzieningenrechter bij vonnis, zo veel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, op de minuut en op alle dagen en uren:
1. NFG verbiedt om Zurich onbevoegd te vertegenwoordigen en NFG verbiedt om vanaf de dag van betekening van dit vonnis nog certificaten uit te geven aan consumenten, dan wel ieder ander, waarop Zurich als verzekeraar wordt vermeld, op straffe van verbeurte van een dwangsom van 5000,00 euro, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, per certificaat dat in weerwil van het vonnis toch door NFG wordt uitgegeven;
2. NFG veroordeelt tot afgifte binnen 24 uur vanaf betekening van dit vonnis van alle bij NFG nog aanwezige niet gebruikte certificaten waarop Zurich als verzekeraar wordt vermeld, alsmede tot afgifte binnen 24 uur vanaf betekening van het vonnis van een lijst van alle rijwielhandelaren met wie NFG zaken doet, en NFG het gebruik van het logo van Zurich verbiedt, zulks alles op straffe van verbeurte van een dwangsom van 100.000,- euro althans een in goede justitie te bepalen bedrag, indien NFG niet aan één of meerdere van deze verplichtingen voldoet;
3. NFG veroordeelt tot betaling aan Zurich van een voorschot op de reeds geleden en nog te lijden schade van Zurich ad 100.000,- euro, althans een in goede justitie te bepalen bedrag;
4. NFG veroordeelt in de kosten van het geding.
Vervolgens hebben partijen hun standpunten nader doen toelichten door hun advocaten, die beiden mede aan de hand van pleitnotities het woord hebben gevoerd, waarbij NFG heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vordering van Zurich.
Partijen hebben met wederzijds goedvinden producties in het geding gebracht.
Na voortgezet debat hebben partijen vonnis gevraagd. De voorzieningenrechter doet heden uitspraak.
RECHTSOVERWEGINGEN
De vaststaande feiten
In dit kort geding gelden onder meer de navolgende feiten als vaststaand.
1.1. Zurich is een onderneming die optreedt als verzekeraar. NFG is een onderneming die zich onder meer bezighoudt met het verkopen van fietsverzekeringen.
1.2. Zurich en NFG zijn begin 2001 met elkaar in contact gekomen. NFG, die geen verzekeraar is, was toentertijd op zoek naar een zogenaamde 'fronter'. Bij 'fronting' is het de bedoeling van partijen dat de verzekeraar alleen formeel het risico draagt, omdat hij als verzekeraar wordt genoemd, maar dat materieel het risico door een andere partij, de herverzekeraar, wordt gedragen. Een verzekeraar die als 'fronter' optreedt, verzekert dan het gehele risico bij deze herverzekeraar. Het contact tussen partijen heeft er uiteindelijk toe geleid dat tussen Zurich en NFG een overeenkomst tot stand is gekomen, de "Overeenkomst Fietsverzekeringen Nationale Fietsgroep". NFG kan hierdoor fietsverzekeringen aanbieden aan consumenten die in een rijwielzaak een fiets kopen. Indien een consument een fietsverzekering wil afsluiten, stuurt de consument een aanvraagformulier in naar NFG, dient daarna -na goedkeuring van de aanvraag- de verschuldigde verzekeringspremie te voldoen en ontvangt hij vervolgens van NFG een certificaat met betrekking tot deze verzekering. Op deze certificaten staat Zurich vermeld als de verzekeraar die het risico draagt. Indien een fietsverzekering met de consument wordt afgesloten, geldt deze voor een periode van hetzij drie jaar (36 maanden) hetzij 5 jaar (60 maanden).
1.3. Indien er sprake is van schade, meldt de consument dit bij NFG. Het is ook NFG die vervolgens een eventuele schadevergoeding uitbetaalt. Verder vindt er een verrekening plaats tussen NFG en Zurich met betrekking tot enerzijds de te betalen premies en anderszijds de zich verwezenlijkt hebbende risico's.
1.4. Zurich heeft de door haar te lopen risico's herverzekerd via een herverzekeringsovereenkomst met Guarantee Re. Guarantee Re is een onderneming waarin de heer A.W. van der Meer, de enig aandeelhouder van NFG, een belang heeft, althans heeft gehad. Op haar beurt heeft Guarantee Re haar verplichtingen weer herverzekerd bij Assurisk.
1.5. De tekst van de tussen Zurich en NFG gesloten Overeenkomst Fietsverzekeringen Nationale Fietsgroep luidt -voor zover ten deze van belang- als volgt:
'Soort verzekering Diefstal- en cascoverzekering voor fietsen
Polisnummer 2685211
Verzekerde Onder verzekerde wordt verstaan degene die op het moment van schade kan aantonen de wettige eigenaar van de fiets te zijn, zoals vermeld in het certificaat dat tot stand is gekomen en is afgegeven door De Nationale Fiets Groep B.V., danwel nader aangeduid in de voorwaarden Fiets Comfort Plan, Fiets Zekerheids Plan, Fiets Verzekerings Plan, Fiets Safety Plan en Fiets Continu Plan.
Verzekeraar Zurich International (Belgie) Naamloze Vennootschap te Brussel
Ingaande 1 januari 2001 tot en met 31 december 2002, voor certificaten geboekt tijdens dit period en de certificaten onder clausule 01.
Contractsduur 60 maanden doorlopend
Verzekeringsduur De verzekeringsdekking is van kracht gedurende de termijn vermeld op het certificaat en gaat in op de dag van aflevering van de fiets aan de verzekerde.
(...)
Voortzetting verzekering Bij beëindiging van de onderhavige overeenkomst, blijft de dekking van de reeds afgegeven certificaten van kracht tot aan de einddatum daarvan.
(...)
Premieafrekening Nationale Fietsgroep verplicht zich maandelijks aan Zurich International Brussel een opgave te verstrekken van de in de voorbije maand gedane transacties, onder vermelding van de naam van de verzekerde, het certificaatnummer, de ingangsdatum en de duur van de verzekering. Op grond van deze opgave zal de verschuldigde premie en bijbehorende assurantiebelasting bij Nationale Fiets Groep B.V. in rekening worden gebracht.
Assurantiebelasting Alle afgesproken bedragen zijn exclusief assurantiebelasting.
Schade In geval van schade dient verzekerde hiervan zo spoedig mogelijk en binnen de in de voorwaarden gestelde termijn melding te maken aan Nationale Fiets Groep B.V., Postbus 149, 8530 AC Lemmer.
Clausule 01 Tevens geldt dat verzekeraar risicodrager is voor de cascodekking die is afgegeven op de certificaten Fiets Comfort Plan met de nummers 10.000 tot en met 73.199 en de certificaten Fiets Verzekerings Plan met de nummers 50.000 tot en met 75.242.'
1.6. Zurich heeft bij aangetekende brief van 29 september 2003 aan NFG
medegedeeld dat zij de overeenkomst tegen 31 december 2003 opzegt, omdat het verzekeren
van fietsen niet meer in haar 'corporate business' past.
1.7. NFG is na 31 december 2003 doorgegaan met het uitgeven van
certificaten waarop Zurich als verzekeraar wordt vermeld. Bij brief van 18 juni 2004 heeft de
advocaat van Zurich aan NFG te kennen gegeven dat zij hiermee dient te stoppen. Tijdens de tussen partijen gevoerde gesprekken heeft Zurich aangegeven de tot en met 30 september 2004 op haar naam uitgegeven certificaten nog te accepteren.
1.8. NFG geeft tot op heden certificaten uit, waarop Zurich als verzekeraar staat vermeld.
1.9. NFG is op dit moment met HDI in onderhandeling over een 'fronter-overeenkomst'.
Het standpunt van Zurich
2.1. Zurich stelt dat de tussen partijen totstandgekomen overeenkomst in eerste instantie is afgesloten voor een periode van twee jaar, van 1 januari 2001 tot en met 31 december 2002, en wel voor certificaten geboekt tijdens deze periode. Eind 2002 zijn Zurich en NFG in onderhandeling getreden over een eventuele verlenging van de overeenkomst. In dat kader zijn partijen overeengekomen om de overeenkomst voor de duur van één jaar te verlengen, derhalve tot en met 31 december 2003. In de loop van het jaar 2003 heeft Zurich haar doelstellingen herbeoordeeld en besloten de overeenkomst met NFG na 31 december 2003 niet voort te willen zetten. Omdat NFG echter vroeg of het toch niet mogelijk was om de overeenkomst te verlengen, heeft Zurich aangegeven dat NFG daarvoor eerst met diverse cijfers en stukken moest komen, waarna Zurich een beslissing zou nemen. Uiteindelijk heeft Zurich definitief besloten de relatie met NFG niet te willen continueren.
2.2. Dat er sprake is geweest een contract voor de duur van twee jaar, met nog een verlenging van één jaar, blijkt ook uit de overeenkomstige duur van de herverzekeringsovereenkomsten tussen Zurich en Guarantee Re. De in de overeenkomst van partijen voorkomende bepaling dat er een contractsduur van 60 maanden is, ziet volgens Zurich niet op de duur van de overeenkomst, maar op de looptijd van de afgegeven certificaten.
2.3. Nu NFG ondanks de beëindiging van de overeenkomst per 31 december 2003 na die datum is doorgegaan met het uitgeven van certificaten waarop Zurich als verzekeraar wordt vermeld, lijdt Zurich naar eigen zeggen grote (potentiële) schade. Voor consumenten die via NFG een fietsverzekering afsluiten, is het niet duidelijk dat NFG ten onrechte certificaten op naam van Zurich blijft uitgeven, waarvoor Zurich als verzekeraar geen dekking biedt. Zou NFG haar verplichtingen jegens de consumenten niet meer nakomen, dan zullen deze zich tot Zurich gaan wenden. Omdat de kans bestaat dat de consument dan bescherming zal krijgen, nu hij een certificaat heeft waarop Zurich als verzekeraar staat vermeld waardoor hij ervan uit mag gaan dat deze verzekeraar tot verzekeren bereid is, loopt Zurich het risico dat consumenten zich bij haar zullen gaan melden, voor risico's die Zurich niet heeft verzekerd en waarvoor zij ook geen premies heeft ontvangen.
Derhalve verlangt Zurich dat het NFG verboden wordt om certificaten uit te geven, waarop Zurich als verzekeraar vermeld staat.
2.4. Voorts vordert Zurich betaling van een voorschot op de door haar geleden dan wel nog te lijden, hiervoor omschreven, schade. De exacte hoogte van de schade is thans nog niet vast te stellen.
Zurich heeft ook een spoedeisend belang bij betaling van een voorschot op de schade. NFG heeft namelijk verschillende malen gedreigd om zich failliet te laten verklaren indien zij geen certificaten meer mag uitgeven. Met de betaling van een voorschot moet het NFG onmogelijk worden gemaakt om op een dergelijke wijze haar gelden weg te maken.
2.5. Tenslotte vordert Zurich afgifte van alle nog bij NFG aanwezige certificaten waarop Zurich als verzekeraar staat vermeld, een verbod op het gebruik van het logo van Zurich, en afgifte van een lijst van alle rijwielhandelaren met wie NFG zaken doet. Dat laatste, omdat Zurich dan de mogelijkheid heeft deze rijwielhandelaren zelf aan te schrijven en aan te geven dat de overeenkomst tussen Zurich en NFG is geëindigd.
Het standpunt van NFG
3.1. NFG stelt dat het voor haar tijdens de onderhandelingen, welke uiteindelijk tot de overeenkomst tussen partijen hebben geleid, van essentieel belang was een overeenkomst te sluiten voor een lange periode van tenminste vijf jaar. Alleen op basis van een langlopende overeenkomst kon NFG vervolgens haar ondernemingsactiviteiten verder gaan ontwikkelen. NFG kan haar toekomstige bedrijfsactiviteiten niet baseren op een overeenkomst die slechts voor betrekkelijk korte duur duidelijkheid biedt. Ook voor Zurich was een overeenkomst voor de duur van vijf jaar uitgangspunt, reden waarom zij NFG inzage heeft verzocht in het businessplan voor de komende vijf jaar. In de onderhandelingen heeft Zurich nooit aangegeven dat zij slechts een tweejarige overeenkomst wilde.
3.2. Partijen hebben dan ook een overeenkomst voor de duur van vijf jaar gesloten. In de overeenkomst staat deze duur (60 maanden) expliciet vermeld. Deze termijn ziet niet op de looptijd van de certificaten. De in de overeenkomst genoemde datum van 31 december 2002 heeft ermee te maken dat voor een deel van de door NFG aangeboden verzekeringspakketten met terugwerkende kracht dekking verleend zou moeten worden. Voor bepaalde vormen van verzekeringen zou dan een uitloop plaatsvinden tot ultimo 2002.
3.3. In 2002 hebben Zurich en NFG over allerhande zaken gesproken, maar een verlenging van de overeenkomst vanaf 1 januari 2003 is daarbij niet aan de orde gekomen. Dit was ook niet nodig, gelet op de afgesproken duur van de overeenkomst van vijf jaar, maar had wel voor de hand gelegen indien er daadwerkelijk een overeenkomst voor slechts twee jaar was geweest. Toen in september 2003 de opzegging van de overeenkomst binnenkwam, heeft NFG contact opgenomen met Zurich, bij welke gelegenheid haar werd medegedeeld dat de opzegging louter een formaliteit was en geen invloed had op de positie van NFG. Vervolgens is de relatie van partijen, ook in 2004, zonder enige daadwerkelijke wijziging gecontinueerd. Zurich heeft NFG zelfs gevraagd om een internationaal businessplan op te stellen. Dit alles bevestigt dat de verhouding tussen partijen niet beëindigd zou worden.
3.4. De overeenkomst voor de duur van vijf jaar mocht volgens NFG niet tussentijds worden opgezegd. Daarvoor moet er sprake zijn van onvoorziene omstandigheden, die zo ernstig zijn dat een ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Daarvan is hier geen sprake.
3.5. Nu er sprake is van een overeenkomst voor de duur van vijf jaar, deze periode nog niet voorbij is, en de overeenkomst niet rechtsgeldig is opgezegd, is NFG nog steeds gerechtigd om certificaten met daarop Zurich vermeld als verzekeraar af te geven. Om die reden dient het gevorderde sub 1 en 2 van de dagvaarding te worden afgewezen.
3.6. Het gevorderde voorschot op schadevergoeding dient ook te worden afgewezen, omdat er geen sprake is geweest van een rechtsgeldige beëindiging van de overeenkomst van partijen. Zou de overeenkomst wel rechtsgeldig zijn beëindigd, dan staat nog allerminst vast dat er sprake is van schade voor Zurich, laat staan dat de hoogte van dit bedrag in elk geval valt vast te stellen op het bedrag dat Zurich in dit geding als voorschot vordert. Ook heeft Zurich geen spoedeisend belang bij betaling van een voorschot op de schadevergoeding, nu zij zich in geval van schade ook op een andere wijze op NFG kan verhalen, waartoe NFG verwijst naar de tussen partijen bestaande rekening-courant verhouding.
De beoordeling van het geschil
4.1. De vraag die in dit geding centraal staat, is of partijen, zoals Zurich heeft betoogd, een overeenkomst voor de duur van twee jaren, met een aansluitende verlenging van één jaar, dan wel, zoals NFG heeft betoogd, een overeenkomst voor de duur van vijf jaren, hebben gesloten. Nu Zurich zich ter adstructie van haar vorderingen heeft beroepen op de rechtsgevolgen van een overeenkomst voor de duur van twee jaar, welke vervolgens met één jaar is verlengd, is het aan haar om zulks in dit geding aannemelijk te maken.
4.2. Voor de beantwoording van vorenbedoelde vraag is de inhoud van de Overeenkomst Fietsverzekeringen Nationale Fietsgroep van belang. Voor de uitleg van deze overeenkomst komt het aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs aan de inhoud van de overeenkomst mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij kan mede van belang zijn tot welke maatschappelijke kringen partijen behoren en welke rechtskennis van zodanige partijen kan worden verwacht.
4.3. Vooropgesteld wordt dat de onderhavige overeenkomst op het punt van de duur van de overeenkomst onduidelijk en voor meer dan één uitleg vatbaar is. Onder 'Ingaande' wordt de periode van 1 januari 2001 tot en met 31 december 2002 genoemd, terwijl daarna onder 'contractsduur' staat vermeld "60 maanden doorlopend". Uit deze bewoordingen valt niet op te maken welke van de twee periode-aanduidingen betrekking heeft op de duur van de onderhavige overeenkomst. Deze onduidelijkheid in de overeenkomst dient voor rekening te komen van Zurich, zijnde degene die de overeenkomst heeft opgesteld. Dit geldt te meer omdat Zurich als een professionele partij kan worden beschouwd, die uit hoofde van haar bedrijfsactiviteiten veelvuldig verzekeringsovereenkomsten afsluit en opstelt. Van een dergelijke partij mag worden verwacht dat zij niet voor tweeërlei uitleg vatbare verzekeringsovereenkomsten opstelt. Wanneer zij dat, zoals in het onderhavige geval, wel doet, dient dat verzuim voor haar rekening te komen. Er dient om die reden te worden gekozen voor de uitleg die voor haar wederpartij het minst bezwarend is, en dat is ten deze een contractsduur van 60 maanden.
4.4. Zurich heeft gesteld dat er wat betreft de duur van de aan te bieden fietsverzekeringen twee mogelijkheden zijn, namelijk een verzekering voor de duur van 36 maanden (drie jaar) en 60 maanden (5 jaar). Voorts heeft zij gesteld dat het in de overeenkomst voorkomende woord 'contractsduur' slechts betrekking heeft op de duur van de verzekeringsdekking, en niet op de duur van de overeenkomst zelf. Deze twee stellingen van Zurich zijn naar het oordeel van de voorzieningenrechter moeilijk met elkaar te verenigen. Als het woord 'contractsduur' betrekking zou hebben op de duur van de verzekeringsdekking, is niet duidelijk waarom alleen de verzekering voor de duur van 60 maanden genoemd wordt, en niet de verzekering voor de duur van 36 maanden. Dit klemt te meer, nu Zurich niet heeft weersproken de stelling van NFG dat slechts een zeer klein deel van de fietsverzekeringen voor de duur van 60 maanden wordt gesloten. Hier komt nog bij dat in de overeenkomst wordt onderscheiden tussen 'contractsduur' en 'verzekeringsduur', waarbij voor het laatste begrip wordt verwezen naar de termijn, vermeld op het certificaat. De visie van Zurich volgend, zouden er dan twee begrippen in de overeenkomst staan die op de looptijd van het certificaat zien, namelijk 'contractsduur' én 'verzekeringsduur'. Dat lijkt niet waarschijnlijk.
Het voorgaande maakt het naar het oordeel van de voorzieningenrechter onaannemelijk dat het begrip 'contractsduur', met de daarbij vermelde termijn van 60 maanden, ziet op iets anders dan op de duur van de onderhavige overeenkomst.
4.5. Zurich heeft voorts aangevoerd dat de -volgens haar- voor de duur van twee jaar gesloten overeenkomst naderhand voor de duur van één jaar is verlengd. Zurich heeft echter nagelaten om stukken in het geding te brengen waaruit blijkt dat er sprake is geweest van een dergelijke verlenging. Indien de overeenkomst daadwerkelijk voor de duur van één jaar zou zijn verlengd, dan had het voor de hand gelegen dat hiervan net als bij de eerste overeenkomst een schriftelijk stuk zou zijn opgemaakt. Het ontbreken hiervan in dit geding draagt naar het oordeel van de voorzieningenrechter bij aan de onaannemelijkheid van de door Zurich gestelde duur van de overeenkomst(en) van partijen.
4.6. Gelet op de aard van de onderhavige overeenkomst ligt een duur van vijf jaar naar het oordeel van de voorzieningenrechter ook meer voor de hand dan een duur van twee jaar. NFG houdt zich vooral bezig met het verkopen van fietsverzekeringen aan consumenten. Omdat zij zelf geen verzekeraar is, dient NFG de 'fronting-constructie' te volgen, waarbij het onder de fietsverzekeringen vallende risico bij een verzekeraar wordt ondergebracht. De bedrijfsvoering van NFG is hierdoor in sterke mate afhankelijk van de met de desbetreffende verzekeraar gesloten 'fronting-overeenkomst'. Onder die omstandigheden is het voor NFG van belang dat zij een langjarige overeenkomst met een verzekeraar kan sluiten, zodat zij voor een redelijk aantal jaren zekerheid heeft omtrent het kunnen verrichten van haar bedrijfsactiviteiten. Een overeenkomst voor de duur van twee jaar biedt NFG naar verhouding slechts voor korte tijd duidelijkheid, en is daardoor voor haar veel minder aantrekkelijk.
4.7. Gezien het vorenstaande komt de voorzieningenrechter tot het oordeel dat voorshands niet aannemelijk is geworden dat er sprake is van een overeenkomst voor de duur van twee jaren, met een aansluitende verlenging voor de duur van één jaar. Er zal daarentegen van worden uitgegaan dat partijen een overeenkomst voor de duur van vijf jaar hebben gesloten.
4.8. Deze overeenkomst is echter tussentijds door Zurich opgezegd. Tussentijdse opzegging van een overeenkomst als de onderhavige is naar het oordeel van de voorzieningenrechter alleen mogelijk indien er sprake is van onvoorziene omstandigheden die niet voor rekening van de opzeggende partij komen en die van zo ernstige aard zijn dat de wederpartij naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid instandhouding van de overeenkomst tot het overeengekomen tijdstip niet mag verwachten.
Zurich heeft voor de opzegging van de overeenkomst als reden aangevoerd dat het verzekeren van fietsen niet meer in haar 'corporate business' past. Deze wijziging in de bedrijfsstrategie van Zurich kan naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet als een hiervoor bedoelde onvoorziene omstandigheid worden aangemerkt. De conclusie moet dan ook zijn dat Zurich de overeenkomst met NFG niet rechtsgeldig heeft opgezegd, en dat deze overeenkomst thans nog steeds bestaat. Dit betekent dat NFG nog steeds gerechtigd is om certificaten uit te geven waarop Zurich als verzekeraar staat vermeld. De vorderingen van Zurich zijn om die reden niet toewijsbaar. De gevraagde voorzieningen zullen dan ook worden geweigerd.
4.9. Zurich zal als de in het ongelijk te stellen partij in de kosten van het geding worden veroordeeld.
BESLISSING
De voorzieningenrechter, rechtdoende in kort geding:
weigert de gevraagde voorzieningen;
veroordeelt Zurich in de kosten van het geding, tot aan deze uitspraak aan de zijde van NFG begroot op 241,00 euro aan verschotten en 705,00 euro aan salaris procureur.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.K.F. Hangelbroek, voorzieningenrechter, en in aanwezigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 december 2004.
fn 343