De combinatie KZ/Zuidema heeft de provincie in kort geding doen dagvaarden tegen de openbare zitting van 3 juni 2004. De combinatie KZ/Zuidema heeft toen op de bij dagvaarding geformuleerde gronden gevorderd dat de rechter bij vonnis, zo veel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad :
primair
1. de provincie verbiedt perceel 3 van het werk "Onderhoud bermen en watergangen" met kenmerk "EG-aanbesteding 2004/S 46-039769" te gunnen aan de combinatie Kramer/Jelle Bijlsma/Van der Weerd of aan derden, anders dan de combinatie KZ/Zuidema, op straffe van verbeurte van een dwangsom van 100.000,00 euro;
2. de provincie gebiedt perceel 3 van het werk "Onderhoud bermen en watergangen" met kenmerk "EG-aanbesteding 2004/S 46-039769" te gunnen aan de combinatie KZ/Zuidema, met het voorbehoud van gunning, op straffe van verbeurte van een dwangsom van 100.000,00 euro;
subsidiair
een zodanige voorziening treft als de voorzieningenrechter in goede justitie vermeent te behoren;
primair en subsidiair met veroordeling van de provincie in de kosten van het geding.
Growepa heeft de provincie eveneens in kort geding doen dagvaarden tegen de openbare zitting van 3 juni 2004. Growepa heeft toen op de bij dagvaarding geformuleerde gronden gevorderd, dat de rechter bij vonnis, zo veel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
primair
1. de provincie verbiedt om de percelen 1 en/of 2 van het werk of enig deel daarvan uit te geven anders dan aan Growepa;
2. indien de provincie op de datum van het te wijzen vonnis de percelen 1 en/of 2 van het werk aan een ander dan Growepa heeft opgedragen, zal zij deze gunning ongedaan hebben te maken en vervolgens het werk alsnog aan Growepa moeten gunnen;
subsidiair de provincie veroordeelt om alsnog de evaluatie van het voldoen aan het gunningscriterium op de juiste wijze uit te voeren, waarbij de provincie subgunningscriteria die niet transparant zijn, subjectief zijn, dan wel in strijd zijn met het gelijkheids- c.q. concurrentiebeginsel, buiten beschouwing zal hebben te laten, met veroordeling van de provincie om vervolgens de percelen 1 en 2 van het werk aan Growepa te gunnen;
meer subsidiair de provincie veroordeelt tot het vergoeden van schade van Growepa "in natura" die daarin zal bestaan dat de provincie wordt gelast en veroordeeld om het werk in de stand van thans aan Growepa op te dragen op basis van de door haar gedane prijsaanbieding onder wederzijdse gehoudenheid tot verrekenen van meer- en minderwerk;
primair, subsidiair en meer subsidiair op straffe van verbeurte van een dwangsom van 200.000,00 euro en met veroordeling van de provincie in de proceskosten.
Vervolgens hebben partijen hun standpunten in de gevoegde zaken nader doen toelichten door hun advocaten, die allen mede aan de hand van pleitnotities het woord hebben gevoerd, waarbij de provincie heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vordering van de combinatie KZ/Zuidema en van die van Growepa, met veroordeling van ieder van hen in de proceskosten.
Growepa heeft een in haar pleitnota aangekondigde eisvermeerdering niet ingesteld, nu de eisvermeerdering zag op het zich hier niet voordoende geval dat de provincie het werk al zou hebben gegund. Partijen hebben met wederzijds goedvinden producties in het geding gebracht. Na voortgezet debat hebben partijen vonnis gevraagd. De rechter doet heden uitspraak.