ECLI:NL:RBLEE:2005:AT4973
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.J. Duinkerken
- M.C. Fuhler
- P.G. Wijtsma
- Rechtspraak.nl
Moord met voorbedachte rade en psychische overmacht in eerwraakcontext
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 3 mei 2005 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zijn broer heeft vermoord. De rechtbank concludeert uit de bewijsmiddelen dat de verdachte, in tegenstelling tot de verdediging, zijn broer met voorbedachte rade heeft gedood. De verdachte had voorafgaand aan de daad aantekeningen gemaakt en zijn kinderen geïnstrueerd om hem te helpen bij het vastbinden van zijn broer. Hij heeft materialen zoals veters en tie-rips aangeschaft om zijn broer te kunnen wurgen. De rechtbank oordeelt dat de verdachte niet handelde uit een ogenblikkelijke gemoedsopwelling, maar in koelen bloede, gezien de voorbereiding en de uitvoering van de daad. De verdachte heeft zijn broer met een strop gewurgd en daarbij zijn kinderen betrokken, wat de rechtbank als bijzonder ernstig beschouwt.
De verdachte heeft aangevoerd dat hij handelde uit psychische overmacht, veroorzaakt door de langdurige spanning door de relatie van zijn vrouw met zijn broer. De rechtbank verwerpt dit verweer, omdat niet is gebleken dat de verdachte niet in staat was om weerstand te bieden aan zijn drang om te handelen. De rechtbank acht de verdachte strafbaar en houdt rekening met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is gepleegd en de persoonlijke situatie van de verdachte. De rechtbank legt een gevangenisstraf van tien jaar op, wat lager is dan de eis van de officier van justitie, omdat de rechtbank enkele strafverminderende omstandigheden heeft geconstateerd. De rechtbank gelast ook de teruggave van inbeslaggenomen goederen aan de verdachte.