ECLI:NL:RBLEE:2005:AT7220
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.Tj. Terpstra
- Rechtspraak.nl
Concurrentiebeding en de gevolgen voor oud-werknemer in kort geding
In deze zaak, die voor de Rechtbank Leeuwarden werd behandeld, stond het concurrentiebeding van een oud-werknemer centraal. De eiser, [x], had zijn arbeidsovereenkomst met de besloten vennootschap Makelaardij [y] B.V. beëindigd en wilde zich als zelfstandig makelaar vestigen in Sneek, binnen de termijn van het concurrentiebeding. Dit beding verbood hem om gedurende twee jaar na beëindiging van de arbeidsovereenkomst concurrerende werkzaamheden uit te voeren in Sneek en binnen een straal van 10 kilometer. De eiser voerde aan dat hij door omstandigheden zijn werk had verloren en dat het concurrentiebeding niet opnieuw schriftelijk was overeengekomen na de omzetting van de onderneming naar een besloten vennootschap. Hij stelde dat het beding zwaarder was gaan drukken door zijn beëdiging tot makelaar/taxateur en dat zijn belang om te werken in Sneek zwaarder woog dan het belang van de gedaagde partij, [y].
De gedaagde partij, [y], betwistte de vordering en stelde dat het concurrentiebeding noodzakelijk was voor de bescherming van haar bedrijfsbelangen. De kantonrechter oordeelde dat de inbreng van de eenmanszaak in de besloten vennootschap geen inhoudelijke wijziging in de arbeidsverhouding met zich had gebracht. De kantonrechter vond dat het belang van [y] bij handhaving van het concurrentiebeding voldoende was aangetoond, gezien de aard van de makelaardij en het contact met klanten. Bovendien was het voor de eiser mogelijk om buiten de regio Sneek als makelaar te werken, wat zijn argumenten verzwakte.
Uiteindelijk wees de kantonrechter de vorderingen van [x] af en veroordeelde hem in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor werknemers om zich bewust te zijn van de gevolgen van concurrentiebedingen en de belangen van werkgevers in dergelijke situaties.