1.1. Arriva heeft de OR begin januari 2004 verzocht om akkoord te gaan met een aantal wijzigingen van interne bedrijfsregelingen om een vergaande optimalisering van de bedrijfsvoering van Arriva mogelijk te maken. In deze voorstellen stond het creëren van een efficiëntere werktijdregeling centraal. Arriva heeft hierbij onder meer voorstellen gedaan ten aanzien van op- en afstaptijden en de bruto-/netto pauzes. De OR heeft afwijzend op deze voorstellen gereageerd, waarna partijen in overleg zijn gegaan.
1.2. Arriva heeft op 28 mei 2004 aan de OR instemming ex artikel 27 WOR gevraagd voor het voorgenomen besluit om op- en afstaptijden van 3-1-2-1 minuten doordeweeks en 4-1-2-1 minuten in het weekend te gaan hanteren. De eerste twee tijden gelden bij een aaneengesloten dienst, en de tweede twee bij het tweede deel van een gebroken dienst. Voorheen waren de uniforme op- en afstaptijden 10-5-5-5.
1.3. In het instemmingsverzoek wordt de opstaptijd conform de CAO gedefinieerd als de tijd die wordt gegeven om de door het bedrijf gegeven instructies en/of opgedragen werkzaamheden te verrichten, voordat wordt uitgerukt of de werkzaamheden van anderen worden overgenomen. Concreet betekent dit volgens het verzoek:
- dienstenblad en stremmingsblad(en) tot zich nemen;
- naar de bus lopen
- instellen stoel, koersfilm en combofoon
- starten en zonodig luchtdraaien
Voorts wordt in het instemmingsverzoek de afstaptijd conform de CAO gedefinieerd als de tijd die de autobuschauffeur wordt gegeven om de door het bedrijf gegeven instructies en/of opgedragen werkzaamheden te verrichten, nadat wordt ingerukt of de werkzaamheden aan anderen worden overgegeven. Concreet betekent dit volgens het verzoek:
- teruglopen van de bus
- dienstenblad wel/niet terugzetten
1.4. Gelijktijdig met het instemmingsverzoek inzake de op- en afstaptijden heeft Arriva bij de OR een instemmingsverzoek ingediend terzake van de instellingen (definities, paramters en regels) van het Hastus-systeem. Hastus is een software applicatie om 'Arrivabreed' dienstregelingen, roosters en diensten te maken door parameters, definities en regels (de Hastus-rules) in te voeren. De Hastus-rules worden (mede) gebaseerd op de regels omtrent werktijden en pauzes uit artikel 19 van de CAO Openbaar Vervoer inclusief Bijlage 11 en de met de OR overeengekomen bedrijfsregelingen. De diensten worden in het systeem ingevoerd en met toepassing van de Hastus-rules levert dat diensten en werkroosters op. De door het Hastus-systeem opgeleverde dienstregelingen en roosters worden vervolgens bij de vestigingscommissies op de verschillende vestigingen van Arriva besproken en waar nodig aangepast.
1.5. In juli 2004 is tussen Arriva en de OR afgesproken dat vooruitlopend op de voorgestelde op- en afstaptijden van 3-1-2-1 respectievelijk 4-1-2-1 in het najaar van 2004 de tijden 5-3-5-3 worden ingevoerd, waarbij per vestigingsplaats zal worden gemeten of de voorgestelde op- en afstaptijden haalbaar zijn en zo niet, of er flankerende maatregelen noodzakelijk zijn.
1.6. Bij brief van 2 september 2004 heeft de OR geantwoord op het voorstel van Arriva. Deze brief luidt -voor zover ten deze van belang- als volgt:
'Bij dezen ontvangt u de instemming, onder voorwaarden, van de ondernemingsraad OV, aangaande:
Op- en afstaptijden
(…)
Inhoudelijk en procedureel zijn in de VA vergadering van 23 juli 2004 met Man OV o.a. de volgende afspraken gemaakt, die op 18 augustus door de OR zijn geaccordeerd:
* Per 1 augustus worden de volgende op- en afstaptijd gehanteerd 5-3-5-3. Deze tijd wordt operationeel m.i.v. de zondag direct volgend op de herfstvakantie van 2004. De bovengenoemde op- en afstaptijden gelden tot de invoering van de gewenste op- en afstaptijden (3-1-2-1 en 4-1-2-1) in Hastus per 1 oktober 2004, operationeel medio december 2004.
* In de periode van nu tot medio december zullen, daar waar nodig, logistieke en/of organisatorische maatregelen worden getroffen die de in het instemmingsverzoek vermelde tijden (3-1-2-1 en 4-1-2-1) reëel haalbaar moeten maken. Of er maatregelen nodig zijn en zo ja welke, moet blijken uit een gedegen onderzoek per standplaats. Per standplaats worden metingen gedaan aangaande de installatietijd van de chauffeur en de uitkomsten hiervan zullen meegenomen worden in de totaaltijd die de chauffeur nodig heeft.
* De OR is van mening dat de voorgestelde op- en afstaptijden, inclusief de logistieke maatregelen, niet eerder ingevoerd mogen worden totdat de logistieke maatregelen ook daadwerkelijk in uitvoering zijn.'
1.7. In het najaar van 2004 heeft Arriva besloten vooralsnog niet de gewenste op- en afstaptijden van 3-1-2-1 en 4-1-2-1 in te voeren, maar uit te gaan van de op dat moment reeds gehanteerde en door de OR geaccordeerde op- en afstaptijden van 5-3-5-3.
1.8. De OR heeft Arriva bij brief van 26 november 2004 onder meer het volgende medegedeeld:
'Op- en afstaptijden, bruto/netto pauzes:De Or heeft u laten weten dat hij bij de instemming van de roosters ingaande 9 januari, op- en afstaptijden en installatietijden zal hanteren, die daadwerkelijk nodig zijn. Belangrijk is n.l. dat de netto pauzes, omschreven in de cao gegarandeerd zijn. Dit betekent dat de OR de tijden zal hanteren die namens de Or door een OR-lid gemeten zijn. De Or is zich bewust van de afspraken die gemaakt zijn in het kader van de op- en afstaptijden en installatietijden, maar is zich eveneens bewust van het feit dat er geen afspraken gemaakt kunnen worden die in strijd zijn met de cao. In de afspraken die met u zijn gemaakt is dan ook een storende fout geslopen, waar het gaat om de definities voor de te hanteren op- en afstaptijd. In deze definities staat niet beschreven het pakken van de chauffeurstas en toebehoren (geldlade). Dit had wel gemoeten, doch de Or had dit moeten signaleren.
(…)
Kortom de Or zal per 9 januari geen instemming aan roosters verlenen als daarin tijden worden gehanteerd, die niet voldoen aan de tijden verkregen uit de bovengenoemde metingen.
(…)
Het middelen van tijden: Zoals al eerder gemeld moeten de netto pauzes gegarandeerd zijn. Dit betekent dat de OR niet akkoord kan gaan met middelen van tijden, doch de werkelijke tijd die nodig is moet gegeven worden. Bij middelen kan het namelijk gebeuren dat de netto pauzes niet gegarandeerd kunnen worden.'
1.9. Arriva heeft de OR hierna laten weten dat zij vasthoudt aan de eerder met de OR overeengekomen omschrijving van de op- en afstaptijden, alsmede aan de berekening van de bruto-/netto pauzes op basis van de Hastus-rules. In de Hastus-rules worden bruto-/netto pauzes berekend aan de hand van de gemiddelde loopafstanden van de bus naar de kantine.
De OR heeft haar bezwaren gehandhaafd.
1.10. De dienstregelingen en werktijdregelingen zijn na 9 januari 2005 aangepast, met behulp van de Hastusrules. Tijdens het overleg met de vestigingscommissies wordt waar nodig afgeweken van de Hastusrules, aan de hand van de lokale situatie. De OR heeft op 11 januari 2005 de nietigheid van de werktijdregeling ingeroepen.
1.11. Arriva heeft haar verschil van inzicht met de OR over de werktijdregeling op grond van artikel 36 lid 3 WOR ter bemiddeling voorgelegd aan de Bedrijfscommissie. Er is in deze fase geen minnelijke schikking tussen partijen mogelijk gebleken. Het advies van de Bedrijfscommissie is op 30 maart 2005 door partijen ontvangen. De Bedrijfscommissie heeft geoordeeld dat zowel Arriva als de OR de overlegprocedure niet zorgvuldig hebben doorlopen en dat daarom het onthouden van instemming door de OR niet als onredelijk valt aan te merken. Voorts heeft de Bedrijfscommissie partijen aanbevolen om het overleg te heropenen, om aldus een werkbare werktijdenregeling te bereiken die op brede steun van een ieder kan rekenen en die niet in strijd is met de CAO, arbeidstijdenwet of andere regelgeving. Partijen hebben na het advies van de Bedrijfscommissie het overleg heropend, hetgeen tot dusverre niet tot overeenstemming over de werktijdenregeling heeft geleid.
1.12. Artikel 19 van de CAO OV, dat handelt over dienstregeling / dienstrooster / werktijdregeling, bepaalt -voor zover ten deze van belang- het navolgende:
1. Veranderingen in de dienstregeling worden vooraf met de ondernemingsraad besproken. Bij aanvraag van goedkeuring van de dienstregeling of verandering daarvan zal melding worden gemaakt van het standpunt van de ondernemingsraad terzake.
2. Er wordt geen dienstrooster/werktijdregeling van kracht dan nadat de ondernemingsraad daarmee heeft ingestemd.
3. De diensttijd in de dienstroosters wordt niet hoger vastgesteld dan 12 uur.
4. a) De maximale arbeidstijd bedraagt 8,5 uur.
b) Het aantal overschrijdingen van de onder a genoemde arbeidstijd van 8,5 uur tot een maximum van 9 uur wordt -met inachtneming van de richtlijnen hieromtrent in bijlage 11-vastgesteld in overleg met de ondernemingsraad.
(…)
6. Pauzeregeling voor rijdend personeel
a) In elke dienst met een arbeidstijd langer dan vier uur wordt tenminste een pauze van 15 minuten of meer ingebouwd die op een redelijk tijdstip in de dienst kan worden genoten. In elke dienst of dienstdeel met een arbeidstijd langer dan 5,5 uur wordt een pauze van 30 minuten aaneengesloten opgenomen, eventueel op te splitsen in twee maal 15 minuten.
b) De onder a bedoelde pauzes zijn netto pauzes, waarbij dus niet zijn opgenomen halterings- en/of afhandelingstijd en conform lokale afspraken looptijd en buswisseltijd.
(…)
8.
a) Het overleg over het opstellen van dienstroosters wordt gevoerd met de ondernemingsraad of met een commissie die daartoe wordt benoemd door de ondernemingsraad, dan wel wordt gekozen volgens een door hem goedgekeurd reglement.
b) Bij gebrek aan tijdige overeenstemming in een commissie als bedoeld onder a, wordt het geschil aan de overlegvergadering ter beoordeling voorgelegd.
c) Wordt met de ondernemingsraad niet tijdig overeenstemming bereikt en heeft het geschil betrekking op de uitleg van dit artikel of van bijlage 11 van deze overeenkomst, dan wordt het geschil -onverlet de terzake in de WOR voorgeschreven procedure- door de werkgever en ondernemingsraad tevens onverwijld aan de VCSA voorgelegd.
1.13. Het bestaan van diensten langer dan vier uur zonder pauze is al lange tijd voorwerp van discussie tussen de sociale partners. Arriva heeft terzake de Vaste Commissie voor Sociale Aangelegenheden (VCSA), het permanente overlegorgaan van partijen bij de CAO OV, om advies gevraagd. Het VCSA heeft nog geen advies afgegeven.
1.14. De OR heeft van haar achterban een aanzienlijke hoeveelheid klachten ontvangen over de nieuwe werktijdregeling.