ECLI:NL:RBLEE:2005:AU3714
Rechtbank Leeuwarden
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake aanwijzing op grond van de Wet kinderopvang
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Leeuwarden op 4 oktober 2005 een mondelinge uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Het verzoek was ingediend door [A], die h.o.d.n. [bedrijfsnaam] een kinderdagverblijf en gastouderbedrijf exploiteert. De zaak betreft een aanwijzing van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sneek, waarbij werd bepaald dat de heer [B] op geen enkele wijze betrokken zou mogen zijn bij de exploitatie van het kinderdagverblijf en gastouderbedrijf van verzoekster. Dit besluit was genomen op basis van artikel 65 van de Wet kinderopvang, naar aanleiding van verontrustende signalen die waren ontvangen door het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling.
Tijdens de zitting was verzoekster niet aanwezig, maar de verweerder werd vertegenwoordigd door mr. R. Grijpstra en mr. W. Sleijfer. De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling overwogen dat voor het treffen van een voorlopige voorziening in beginsel aanleiding bestaat indien het bezwaar of beroep tegen het besluit gegrond zou kunnen zijn. Echter, de voorzieningenrechter oordeelde dat de gemeente in redelijkheid gebruik heeft kunnen maken van haar bevoegdheid om de aanwijzing te geven. De voorzieningenrechter heeft daarbij de ernst van de signalen, zoals beschreven in de brief van 25 mei 2005, en de eerdere veroordeling van de heer [B] in zijn overwegingen betrokken.
De voorzieningenrechter concludeerde dat de aanwezigheid van de heer [B] niet voldeed aan de vereisten van een veilige en gezonde omgeving voor kinderen, zoals gesteld in artikel 49 van de Wet kinderopvang. Daarom werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens werd er geen proceskostenveroordeling uitgesproken en werd meegedeeld dat tegen deze uitspraak geen hoger beroep openstaat. De zitting werd gesloten en er werd een proces-verbaal opgemaakt van de uitspraak.