ECLI:NL:RBLEE:2005:AU5495
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Voorlopige toevertrouwing van kinderen aan de vader bij gebrek aan medewerking van de moeder
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 26 oktober 2005 uitspraak gedaan in een familiekwestie waarbij de omgangsregeling tussen een vader en zijn kinderen centraal stond. De vrouw, hierna aangeduid als de moeder, werkte niet mee aan de omgang tussen de vader en de kinderen, wat leidde tot de beslissing om de kinderen voorlopig aan de vader toe te vertrouwen. De rechtbank oordeelde dat de moeder de omgang diende te faciliteren om te voorkomen dat de kinderen aan de vader werden toevertrouwd. De rechtbank had eerder op 10 augustus 2005 een voorlopige omgangsregeling opgelegd, maar de kinderen hadden moeite om bij hun vader op bezoek te gaan, mede door de negatieve invloed van de moeder. De rechtbank benadrukte dat het wegnemen van blokkades voor contact met de vader prioriteit moest hebben en dat wijziging van de verblijfplaats van de kinderen een ingrijpende maatregel is die alleen in strikte noodzaak toegepast mag worden.
De rechtbank stelde vast dat de kinderen in een loyaliteitsconflict verkeerden en dat de moeder onvoldoende meewerkte aan de omgangsregeling. De vader had verzocht om een wijziging van de voorlopige voorzieningen en om een dwangsom op te leggen bij niet-nakoming van de omgangsregeling. De rechtbank wees het verzoek om hogere dwangsommen af, omdat er al een dwangsom was opgelegd in een eerdere procedure. De rechtbank adviseerde beide ouders om via een mediator goede afspraken te maken in het belang van de kinderen.
De rechtbank bepaalde dat de kinderen de vader gedurende een zaterdag per veertien dagen zouden bezoeken, met specifieke voorwaarden voor de eerste bezoeken. De rechtbank handhaafde ook de alimentatiebijdragen en maakte enkele voorlopige beslissingen definitief. De vader werd gerechtigd tot het gebruik van de echtelijke woning, terwijl de moeder werd bevolen deze niet te betreden. De rechtbank concludeerde dat de voorlopige toevertrouwing aan de vader niet mocht worden toegepast indien de moeder de omgangsregeling volledig nakwam. De uitspraak benadrukt het belang van goede communicatie tussen ouders voor het welzijn van de kinderen.