ECLI:NL:RBLEE:2005:AU5670
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.H.A. Fransen
- M. Hiemstra
- Rechtspraak.nl
Vergoeding van proceskosten in bezwaarprocedure bij onrechtmatige voorlopige aanslag inkomstenbelasting
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 4 november 2005 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. P.J.R. Venema, en de inspecteur van de Belastingdienst, vertegenwoordigd door J. Kok. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een voorlopige aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 2003, waarbij verweerder een te laag bedrag aan arbeidskorting had toegepast. Eiseres stelde dat de aangiftebiljetten geen mogelijkheid boden om de juiste arbeidskorting te vermelden, wat leidde tot een onjuiste aanslag. De rechtbank oordeelde dat de onrechtmatigheid van de aanslag aan verweerder te wijten was, omdat hij niet had geverifieerd of de juiste arbeidskorting was toegepast, ondanks dat deze informatie bij de belastingdienst bekend was.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres recht had op vergoeding van de kosten die zij in de bezwaarprocedure had gemaakt, omdat de onrechtmatigheid van de voorlopige aanslag aan verweerder was te wijten. De rechtbank heeft de kosten voor de rechtsbijstand vastgesteld op € 161,-- voor de bezwaarprocedure en € 644,-- voor de beroepsprocedure. De Staat der Nederlanden werd aangewezen als de rechtspersoon die deze kosten moest vergoeden. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de beslissing van verweerder op het verzoek om kostenvergoeding en gelastte de terugbetaling van het griffierecht aan eiseres.