Rechtbank Leeuwarden
Sector strafrecht
Uitspraak: 10 november 2005
Parketnummer: 17/880170-05
VONNIS van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres],
thans gedetineerd in PI De Grittenborgh te Hoogeveen.
De rechtbank heeft gelet op het ter terechtzitting gehouden onderzoek van 31 oktober 2005.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. S.A. Wilman, advocaat te Leeuwarden.
Aan dit vonnis is een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van de dagvaarding gehecht, waaruit de inhoud van de telastelegging geacht moet worden hier te zijn overgenomen.
In de telastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.
De rechtbank acht het onder 1., 2. en 3. telastegelegde bewezen, met dien verstande dat:
1. hij op 21 juli 2005, te Leeuwarden, in de gemeente Leeuwarden, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen uit een winkelpand (gelegen aan de Wirdumerdijk) een aantal artikelen van het merk Dove, toebehorende aan het winkelbedrijf [naam], terwijl nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert de verdachte een wegens diefstal opgelegde gevangenisstraf geheel of ten dele heeft ondergaan;
2. hij op 21 juli 2005, te Leeuwarden, in de gemeente Leeuwarden, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen uit een winkelpand (gelegen aan de Nieuwestad) parfum en dagcreme, toebehorende aan het winkelbedrijf [naam], terwijl nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert de verdachte een wegens diefstal opgelegde gevangenisstraf geheel of ten dele heeft ondergaan;
3. hij op 21 juli 2005, te Leeuwarden, in de gemeente Leeuwarden, wederrechtelijk is binnengedrongen in een besloten lokaal, te weten een winkelpand, gelegen aan de Nieuwestad, aldaar, en in gebruik bij [naam], terwijl verdachte wist dat hem, verdachte, de toegang tot dat winkelpand op 20 januari 2005 door of vanwege de gebruiker of de rechthebbende op dat winkelpand voor de periode van één jaar was ontzegd;
De verdachte zal van het meer of anders telastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Het bewezene levert op de misdrijven:
1. Diefstal, terwijl tijdens het plegen van het misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert de schuldige een tegen hem wegens een in artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht omschreven misdrijf uitgesproken gevangenisstraf, geheel of ten dele heeft ondergaan.
2. Diefstal, terwijl tijdens het plegen van het misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert de schuldige een tegen hem wegens een in artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht omschreven misdrijf uitgesproken gevangenisstraf, geheel of ten dele heeft ondergaan.
3. In het besloten lokaal bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringen.
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden strafsoort en strafmaat in aanmerking:
- de aard en de ernst van de gepleegde feiten;
- de omstandigheden waaronder deze zijn begaan;
- de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken en deze naar voren komt uit het uittreksel uit het algemeen documentatieregister en het voorlichtingsrapport;
- de vordering van de officier van justitie tot veroordeling van verdachte terzake het onder 1., 2. en 3. telastegelegde tot de maatregel van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor een termijn van 2 jaren met aftrek van het voorarrest;
- het pleidooi van de raadsvrouw.
De rechtbank heeft geconstateerd dat verdachte in een periode van tien jaar een justitiële documentatie heeft opgebouwd bestaande uit 33 pagina's met vrijwel uitsluitend vermogensdelicten. Verdachte is binnen het arrondissement bekend als zeer actieve veelpleger, die zijn delicten (winkeldiefstallen) pleegt teneinde in zijn verslaving te voorzien en om onderdak te vinden. Verdachte zoekt - indien hij onderdak wenst - ook bewust die ondernemingen op waar men hem kent, waar hij vervolgens een diefstal pleegt en daardoor het gewilde gevolg bewerkstelligt dat hij opnieuw wordt aangehouden. Deze vicieuze cirkel is met de tot nu toe opgelegde gevangenisstraffen niet doorbroken, waarbij ook dient te worden gelet op de persoonlijkheidsstoornis van verdachte. De uitslag van het Risc-onderzoek zoals verwoord in het reclasseringsrapport laat een hoog risico zien met betrekking tot de kans op herhaling.
Het patroon van diefstallen door verdachte gepleegd vereist een langdurige beveiliging van de maatschappij, waarbij tevens aandacht dient te worden besteed aan de verslavings- en persoonlijkheidsproblematiek van verdachte. Uit het reclasseringsrapport - gedateerd 25 oktober 2005 - en uit de toelichting van de rapporteur ter terechtzitting blijkt dat de Forensisch Psychiatrische Kliniek te Franeker in staat en bereid is verdachte vanuit de ISD - inrichting te begeleiden en te behandelen, waardoor aan dit nevendoel van de maatregel uitvoering kan worden gegeven.
Naar het oordeel van de rechtbank wordt aan alle voorwaarden voldaan die artikel 38m van het Wetboek van Strafrecht aan het opleggen van de ISD-maatregel stelt. De rechtbank is niet gebleken van redenen om deze maatregel niet op te leggen. Gelet op het beveiligingsaspect van voornoemde maatregel en mede gelet op de persoonlijkheidsstoornis van verdachte acht de rechtbank oplegging van de maatregel voor een periode van twee jaren aangewezen, zonder aftrek van de tijd inverzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
TOEPASSING VAN WETSARTIKELEN
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38m, 38n, 57, 138, 310 en 421 van het Wetboek van Strafrecht.
DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT
Verklaart het onder 1., 2. en 3. telastegelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar in voege als voormeld en verdachte deswege strafbaar.
Veroordeelt verdachte te dier zake tot:
Plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van twee jaren.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is telastegelegd dan het bewezenverklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Beswerda, voorzitter, mr. P.G. Wijtsma en mr. L.A.D. Lindenbergh, rechters, bijgestaan door mr. B.E. Martini, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 10 november 2005.
Mr. Beswerda is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.