ECLI:NL:RBLEE:2005:BD0868
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.H.A. Fransen
- Rechtspraak.nl
Herziening voorlopige aanslag inkomstenbelasting en vergoeding proceskosten
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 4 november 2005 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de inspecteur van de Belastingdienst over een voorlopige aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 2003. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de voorlopige aanslag, waarbij zij verzocht om vergoeding van de kosten die zij had gemaakt in de bezwaarprocedure. De inspecteur had het bezwaar gedeeltelijk gehonoreerd, maar weigerde de vergoeding van de proceskosten. Eiseres stelde dat de onrechtmatigheid van de voorlopige aanslag aan de inspecteur te wijten was, omdat deze niet had rekening gehouden met de juiste arbeidskorting die haar toekwam.
De rechtbank oordeelde dat de inspecteur bij het vaststellen van de voorlopige aanslag een te laag bedrag aan arbeidskorting had toegepast en dat hij de onrechtmatigheid van de aanslag had erkend door deze te verminderen. De rechtbank concludeerde dat de inspecteur het verzoek van eiseres om vergoeding van de proceskosten had moeten toewijzen, aangezien de onrechtmatigheid aan hem te wijten was. De rechtbank stelde de kosten voor de bezwaarprocedure vast op € 161,-- en de kosten voor de beroepsprocedure op € 644,--, die door de Staat der Nederlanden aan eiseres moesten worden vergoed.
De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de beslissing van de inspecteur op het verzoek om proceskostenvergoeding en gelastte de vergoeding van het griffierecht. Tegen deze uitspraak stond voor partijen de mogelijkheid open om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te Leeuwarden of beroep in cassatie bij de Hoge Raad der Nederlanden.