1.1. Enna Aerosols, een dochtervennootschap van Trost Group International, houdt zich bezig met de vervaardiging van cosmetische en industriële producten (aerosols en liquids). Zij is een zogenaamde 'contract filler', die in opdracht van haar klanten of de klanten van groepsvennootschappen spuitbussen en ander verpakkingsmateriaal afvult met een al dan niet door Enna Aerosols op instructie van de klant samengestelde inhoud. Enna Aerosols produceert geen eigen merken.
1.2. Enna Aerosols heeft in 2003 een reorganisatie doorgevoerd waarbij 15 arbeidsplaatsen zijn vervallen. Begin 2005 heeft Enna Aerosols -in verband met haar bedrijfseconomische positie- besloten om wederom een reorganisatie door te voeren, waarbij 37 van de 102 arbeidsplaatsen komen te vervallen. In het kader van deze reorganisatie heeft Enna Aerosols de kantonrechter verzocht om de arbeidsovereenkomsten van de betrokken werknemers te ontbinden. Bij beschikkingen van 28 september 2005 heeft de kantonrechter alle -op dat moment behandelde- ontbindingsverzoeken van Enna Aerosols afgewezen.
1.3. Na de afwijzing van de ontbindingsverzoeken zijn Enna Aerosols en de vakorganisaties in overleg getreden over de door Enna Aerosols gewenste reorganisatie van de onderneming. Enna Aerosols heeft in het overleg met de vakorganisaties een zogenaamd overlevingsplan gepresenteerd, dat voorziet in een verdere reductie van het personeelsbestand tot 25 werknemers. De vakbonden hebben na enige tijd te kennen gegeven geen vertrouwen te hebben in het door Enna Aerosols voorgestane overlevingsplan. Tussen Enna Aerosols en de vakbonden is hierna geen overeenstemming bereikt over de wijze van reorganisatie en over een Sociaal Plan voor de betrokken werknemers.
1.4. De organisatie na uitvoering van het door Enna Aerosols voorgestelde overlevingsplan is gebaseerd op een personeelsbezetting van 25,592 fte. Productiewerkzaamheden zullen daarbij zoveel mogelijk door vaste medewerkers van Enna Aerosols worden uitgevoerd. Eenvoudige werkzaamheden zullen worden uitbesteed aan de sociale werkplaats en Enna Aerosols zal uitzendkrachten inhuren indien daartoe de behoefte bestaat. Ex-werknemers van Enna Aerosols zullen volgens Enna Aerosols met voorkeur worden behandeld bij het inlenen van uitzendkrachten.
1.5. Enna Aerosols heeft in 2003 een verlies geleden van € 737.268,-. Voorts is er in dat jaar een negatieve kasstroom geweest van € 1.669.105,-. In 2004 heeft Enna Aerosols een winst gerealiseerd van € 660.791,-. De kasstroom 2004 is gebruikt om leningen af te lossen, een betaling aan de VUT-stichting te doen, vooruitbetalingen aan leveranciers te doen en om de negatieve kasstroom over de eerste maanden van 2005 te financieren. In de eerste elf maanden van 2005 heeft Enna Aerosols een verlies geleden van € 1.785.543,-, welk bedrag nog dient te worden vermeerderd met de salarissen over de maand november 2005. Als die salarissen worden meegerekend, komt het verlies over de periode januari tot en met november 2005 uit op meer dan € 2.000.000,-. De omzet van Enna Aerosols vertoont al maanden een dalende tendens.
1.6. De werknemers die al eerder voor ontslag zijn voorgedragen, zijn reeds vanaf medio juli 2005 met behoud van salaris vrijgesteld van werkzaamheden. De daar bovenop nog voor ontslag voorgedragen werknemers zijn thans eveneens met behoud van salaris vrijgesteld van werkzaamheden. De afnemende omzet en de gelijkblijvende personeelskosten van Enna leiden tot een toename van het verlies met circa € 250.000,- per maand.
1.7. Enna Aerosols wordt gefinancierd door een factoring-bank. Daarbij wordt 75% van de courante vorderingen door de bank voorgeschoten, welke bank Enna Aerosols bovendien een langlopend krediet heeft verstrekt. Bij een daling van de vorderingen op grond van omzetverliezen ontstaat er bij factoring automatisch een reductie van de liquiditeit.
1.8. Om haar bedrijfsvergunning te behouden dient Enna Aerosols binnen een jaar een investering van ongeveer € 1.000.000,- ten behoeve van een sprinklerinstallatie te doen, waarvoor extra financiering noodzakelijk is.
1.9. Enna Aerosols heeft de CWI op 25 november 2005 -op grond van de WMCO- medegedeeld dat zij voornemens is om de arbeidsovereenkomsten van 66 werknemers te doen eindigen, waarbij Enna Aerosols de CWI verzocht heeft om, voor zover er sprake is van een wachttijd, deze buiten toepassing te laten in verband met de slechte bedrijfseconomische positie van de onderneming. Op 1 december 2005 heeft de CWI aan Enna Aerosols te kennen gegeven dat de maand wachttijd niet buiten toepassing zal worden gelaten omdat het verlies van Enna Aerosols volgens de CWI binnen het eigen vermogen van de onderneming kan worden opgevangen.
1.10. Enna Aerosols heeft haar ondernemingsraad (hierna te noemen: de OR) op 25 november 2005 om advies gevraagd over de voorgenomen reorganisatie, met het verzoek om uiterlijk op 29 november 2005 het advies uit te brengen. De OR heeft Enna Aerosols bij brief van 28 november 2005 gevraagd om toestemming voor het inschakelen van een externe adviseur en heeft in deze brief voorts aangegeven dat de door Enna Aerosols gewenste adviesdatum niet haalbaar is. Enna Aerosols heeft aangegeven bereid te zijn voormelde toestemming te geven indien de kosten aanvaardbaar zijn en het adviestraject niet wordt vertraagd.
De OR heeft Enna Aerosols bij brief van 29 november 2005 onder meer medegedeeld:
'U heeft ons gevraagd de adviesaanvraag van 25 november in behandeling te nemen. Wij melden u bij deze dat wij de adviesaanvraag in behandeling nemen. Daarbij heeft u ons gevraagd te reageren op 29 november. Wij delen u hierbij mede dat wij op 29 november 2005 nog niet kunnen reageren op uw adviesaanvraag. De aanvraag is complex en wij zullen een extern adviseur in de hand nemen die ons ondersteunt om zo snel mogelijk te komen tot een goed en zorgvuldig advies.
(…)
Doordat het loon van november 2005 voor alle medewerkers nog niet is veiliggesteld, heeft op dit moment de nieuwe adviesaanvraag niet de hoogste prioriteit. Wij als OR begrijpen dat de situatie bij Enna Aerosols penibel is, maar het heeft wel onze volledige aandacht.'
1.11. Enna Aerosols heeft de OR bij brief van 30 november 2005 medegedeeld dat de door de voorgestelde externe adviseur genoemde adviesdatum van 9 december 2005 te laat is, gelet op de dreiging van een faillissementsaanvraag van de zijde van de werknemers. Voorts heeft Enna Aerosols medegedeeld dat zij niet kan voldoen aan haar toezegging aan de OR om de kosten van de externe adviseur voor haar rekening te nemen. Enna Aerosols heeft hierna -van mening zijnde dat de voorgenomen reorganisatie geen verder uitstel kon dulden- niet gewacht op het advies van de OR en heeft op 5 december 2005 66 ontbindingsverzoeken bij deze rechtbank ingediend. De OR heeft op 6 december 2005 een negatief advies uitgebracht over de voorgenomen (en op dat moment al in gang gezette) reorganisatie en heeft zich bij brief van 9 december 2005 beroepen op de opschortingstermijn ex artikel 25 lid 6 WOR.
1.12. Enna Aerosols heeft de salarissen over de maand november 2005 niet op de daarvoor bepaalde datum voldaan. In reactie hierop hebben de betrokken werknemers het faillissement van Enna Aerosols aangevraagd. Eén faillissementsaanvraag is ingetrokken wegens betaling van het loon van een deel van de werknemers, terwijl de tweede faillissementsaanvraag is behandeld ter faillissementszitting van deze rechtbank van 22 december 2005. De faillissementsrechter heeft toen besloten om de zaak tot de zitting van 29 december 2005 aan te houden. Inmiddels heeft Enna Aerosols het achterstallig loon over de maand november 2005 geheel voldaan.
1.13. Enna Aerosols biedt, nu er terzake geen overeenstemming is bereikt met de vakbonden, een eenzijdig opgesteld Sociaal Plan aan, dat bij ontbinding van de arbeidsovereenkomsten per 31 december 2005 voorziet in een bedrag van € 300.000,- als ontbindingsvergoeding voor alle betrokken werknemers tezamen.