ECLI:NL:RBLEE:2006:AV3023

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
28 februari 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
184481 /CV EXPL 05-938
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • G.H. Varekamp-Vos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurrecht bedrijfsruimte en de kwalificatie als 290-bedrijfsruimte

In deze zaak heeft Carglass B.V. een voorwaardelijk verzoek ingediend bij de Rechtbank Leeuwarden, waarin zij primair verzocht om niet-ontvankelijkheid in haar verzoek en subsidiair om verlenging van de ontruimingstermijn van de bedrijfsruimte aan de Jupiterweg 15 te Leeuwarden. De huurovereenkomst dateert van 1 oktober 1995 en betreft een bedrijfsruimte die specifiek is bestemd voor de dienstverlening aan automobilisten, met name de vervanging van gebroken autoruiten. Carglass stelt dat het gehuurde moet worden aangemerkt als 290-bedrijfsruimte volgens artikel 7:290 BW, terwijl de verweerster, [x], aanvoert dat het gehuurde als 'overige ruimte' onder artikel 7:230a BW valt.

De rechtbank heeft de feiten en standpunten van beide partijen zorgvuldig gewogen. Carglass heeft betoogd dat haar bedrijfsactiviteiten, die ook een publiek toegankelijke ruimte omvatten, voldoen aan de definitie van 290-bedrijfsruimte. [x] daarentegen heeft betoogd dat de activiteiten van Carglass niet als kleinhandels- of ambachtsbedrijf kunnen worden gekwalificeerd en dat er geen voor het publiek toegankelijke ruimte is waar producten worden verkocht.

De kantonrechter heeft uiteindelijk geoordeeld dat de huurovereenkomst en de bestemming van het gehuurde in overeenstemming zijn met de kwalificatie als 290-bedrijfsruimte. De rechtbank heeft het primaire verzoek van Carglass toegewezen en verklaarde haar niet-ontvankelijk in haar verzoek, waarbij de kosten van het geding werden gecompenseerd. Deze uitspraak benadrukt het belang van de juiste kwalificatie van bedrijfsruimten in het huurrecht en de gevolgen daarvan voor de huurovereenkomst.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector kanton
Locatie Leeuwarden
zaak-/rolnummer: 184481 \ VZ VERZ 05-938
beschikking van de kantonrechter d.d. 28 februari 2006
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Carglass B.V.,
hierna te noemen: Carglass,
gevestigd te Waalre en kantoorhoudende te Son,
verzoekster,
gemachtigde: mr. T.A.M. van de Ven,
tegen
mevrouw [x],
hierna te noemen: [x],
wonende te Leeuwarden,
verweerster,
gemachtigde: mr. P.C. Veerman.
Procesverloop
1. Carglass heeft bij voorwaardelijk verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 29 november 2005, primair verzocht haar niet-ontvankelijk te verklaren in haar verzoek en subsidiair gevraagd de ontruimingstermijn met betrekking tot de onroerende zaak Jupiterweg 15 te Leeuwarden te verlengen tot 1 oktober 2006.
Het verweerschrift van [x] is binnengekomen op 28 december 2005.
De behandeling ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 14 februari 2006.
De beschikking is bepaald op heden.
Motivering
2. De vaststaande feiten
2.1. Carglass huurt sedert 1 oktober 1995 van (wijlen) de heer [voornaam]. [x] een gedeelte van de bedrijfsruimte gelegen aan de Jupiterweg 15, thans genummerd 15 B, te Leeuwarden, kadastraal bekend onder nummer K510. Het gehuurde is uitsluitend bestemd voor “een onderneming die ten doel heeft de dienstverlening aan automobilisten (…) en de verkoop van auto-onderdelen en accessoires, in het bijzonder de vervanging van gebroken autoruiten door nieuwe onmiddellijk nadat de schade zich heeft voorgedaan…”.
Op de huurovereenkomst zijn de Algemene Bepalingen Huurovereenkomst Bedrijfsruimte van toepassing.
2.2. [x] is de enige erfgename van wijlen de heer [voornaam]. [x] voornoemd en als zodanig diens rechtsopvolgster in de onderhavige huurovereenkomst.
2.3. De huurovereenkomst werd aanvankelijk aangegaan voor vijf jaar en daarna stilzwijgend verlengd. Bij brief van 1 juni 2004 heeft [x] (tijdig) de huur tegen 1 oktober 2005 opgezegd. Desgevraagd heeft [x] later -bij brief van 9 augustus 2004- als reden voor de opzegging opgegeven dat zij, dat wil zeggen Auto [x] BV en met name het aan deze rechtspersoon gelieerde Care Schade Service BV, extra bedrijfsruimte nodig had(den).
2.4. In de huurovereenkomst is verder nog de navolgende bepaling opgenomen:
"Bij opzeggen van de huur door partij A (=[voornaam]. [x], ktr), verplicht hij zich tegenover partij B (= Carglass B.V., ktr) geen nieuwe huurder aan te trekken welke activiteiten gaat uitoefenen als autoglasspecialist."
2.5. Carglass heeft tegen de huuropzegging en de ontruiming bezwaar gemaakt.
3. De standpunten van partijen
3.1. Carglass baseert haar voorwaardelijk verzoek op de stelling dat het gehuurde als bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:290 BW is aan te merken en dus niet als ruimte in de zin van artikel 7:230a BW. Carglass heeft in heel Nederland filialen, waarin automobilisten ter plekke ruitschade kunnen laten herstellen. Er is een ruimte waarin publiek wordt ontvangen en waarin ook autoaccessoires aan publiek worden verkocht. Zij wijst er daarbij op dat haar bedrijfsactiviteiten als kleinhandels- en ambachtsbedrijf moet worden aangemerkt.
Haar bedrijf is volgens Carglass te vergelijken met een garagebedrijf en/of een schadeherstelbedrijf. De ruimten waarin dergelijke bedrijven zijn gevestigd worden volgens vaste jurisprudentie als 290-bedrijfsruimte aangemerkt.
Kennelijk meende [x] aanvankelijk ook dat van 290-bedrijfsruimte sprake was, aangezien zij zich op dringend eigen gebruik van het gehuurde heeft beroepen. Voorts zijn de Algemene Bepalingen voor 7A:1624 BW (oud, thans 7:290 BW) van toepassing, hetgeen er op duidt dat vanaf de aanvang door partijen is uitgegaan van het gehuurde als bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:290 BW.
Hiervan uitgaande voldoet de opzegging niet aan de daarvoor gestelde wettelijke vereisten en is derhalve nietig.
Subsidiair, en alleen voor het geval het gehuurde niet als 7:290-bedrijfsruimte kan worden beschouwd, verzoekt Carglass verlenging van de opzegtermijn met één jaar. Ook wijst zij er op dat [x] -door Care Schade Service B.V. in het gehuurde te willen vestigen- in strijd handelt met de onder rechtsoverweging 2.4. genoemde bepaling in de huurovereenkomst, aangezien Care Schade Service B.V. autoruitschadereparaties wenst te verrichten.
3.2. [x] heeft tegen het verzoek uitdrukkelijk en gemotiveerd verweer gevoerd, stellende dat het gehuurde als "overige ruimte" in de zin van artikel 7:230a BW moet worden aangemerkt. Het bedrijf van Carglass legt zich enkel toe op de het vervangen van beschadigde autoruiten en is niet als kleinhandels- of ambachtsbedrijf aan te merken. Zo dit al het geval zou zijn dan voldoet de ruimte nog niet aan de omschrijving van artikel 7:290 BW, aangezien er geen voor het publiek toegankelijke ruimte in is gevestigd waarin producten aan het publiek worden verkocht. Er is slechts een ruimte waarin de klanten hun autosleutels afgeven en de rekening betalen.
Voorts stelt [x] dat Carglass haar filiaal overal in Leeuwarden kan vestigen en niet is gebonden aan de huidige plaats. Er is in en rond Leeuwarden meer dan voldoende aanbod aan, voor Carglass geschikte, bedrijfsruimte.
Tenslotte meent [x] dat de belangenafweging in haar voordeel dient uit te vallen.
3. De beoordeling
3.1. Vooropgesteld wordt dat de omschrijving van de bestemming in artikel 3 van de huurovereenkomst steun geeft aan de stelling van Carglass dat het hier om 7:290-bedrijfsruimte gaat, althans dat dit partijen indertijd bij het sluiten van de huurovereenkomst voor ogen heeft gestaan. Ook de omstandigheid dat de Algemene Bepalingen Huurovereenkomst Bedrijfsruimte, beter bekend als de ROZ-bepalingen, onderdeel van der partijen huurovereenkomst uitmaken pleit voor de aanname dat in casu sprake is van bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:290 BW.
3.2. Daarbij komt dat uitgaande van het feitelijk gebruik door Carglass van het gehuurde ook moet worden geconcludeerd dat het hier gaat om bedrijfsruimte in de hiervoor bedoelde zin.
De bedrijfsactiviteiten van Carglass bestaan in hoofdzaak uit de vervanging en reparatie van autoruiten, waartoe automobilisten zich rechtstreeks (zonder het maken van een afspraak) bij het bedrijf kunnen vervoegen. In het gehuurde is een ruimte aanwezig waarin het publiek wordt ontvangen en waarin -weliswaar op beperkte schaal- producten worden verkocht. Belangrijker is echter dat het gehuurde, zoniet geheel dan toch voor een belangrijk deel kan worden aangemerkt als een -voor het publiek toegankelijke- ruimte waarin dienstverlening aan het publiek c.q. de consument plaatsvindt.
Daarmee voldoet het gehuurde dus aan de omschrijving, de definitie, van artikel 7:290 BW.
3.3. Dat Carglass daarnaast ook wel dienstverlening "on the spot" verleend, doet aan het vorenstaande niet af. Ten eerste betreft het hier nog een beperkte activiteit en vindt het overgrote deel van de activiteiten van Carglass in het gehuurde plaats.
Ook de stelling van [x] dat de werkzaamheden in belangrijke mate zijn geautomatiseerd en weinig specifieke kennis en vaardigheden vereisen, maakt -voor zover dit al aannemelijk is geworden- het vorenstaande niet anders. Ten eerste is automatisering van bedrijfsactiviteiten geen onderscheidend criterium ten deze, ten tweede rechtvaardigt het enkele feit dat er sprake is van een bepaalde mate van automatisering nog niet de conclusie dat het dus niet om een ambachtsbedrijf gaat.
3.4. Al het vorenstaande betekent dat het primaire verzoek toewijsbaar is.
Beslissing op het voorwaardelijke verzoek
De kantonrechter:
wijst het primaire verzoek ?toe en verklaart Carglass niet-ontvankelijk in haar verzoek;
compenseert de kosten van dit geding met dien verstande dat elk van partijen haar eigen kosten draagt.
Aldus gegeven te Leeuwarden en in het openbaar uitgesproken op 28 februari 2006 door mr. G.H. Varekamp-Vos, kantonrechter, in tegenwoordigheid van de griffier.
c 128.