ECLI:NL:RBLEE:2006:AV3161

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
2 maart 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
17/781254-05 VEV
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wederrechtelijke vrijheidsbeneming en belediging met ernstige gevolgen voor het slachtoffer

In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 2 maart 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van wederrechtelijke vrijheidsbeneming en belediging. De verdachte, die op dat moment gedetineerd was, werd ervan beschuldigd op 24 oktober 2005 in Dokkum, samen met een mededader, een slachtoffer te hebben gedrogeerd en vervolgens vastgebonden. Het slachtoffer werd gedwongen om zich niet vrij te bewegen, en er werd een mes voorgehouden, wat leidde tot ernstige inbreuken op haar lichamelijke en psychische integriteit. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met haar mededader het slachtoffer had beroofd van haar vrijheid en haar had beledigd door haar haar af te knippen en kaal te scheren onder bedreiging.

De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en de persoonlijke situatie van de verdachte. De verdachte had een verleden met justitie en was verslaafd aan harddrugs, wat bijdroeg aan de beslissing van de rechtbank. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 36 maanden geëist, maar de rechtbank legde een lagere straf op van 24 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar. Dit was om de verdachte de kans te geven op behandeling en toezicht door de reclassering.

De rechtbank verklaarde de inbeslaggenomen goederen, waaronder een stofzuigerzak en een mobiele telefoon, verbeurd, omdat deze waren gebruikt bij het plegen van de feiten. De verdachte werd vrijgesproken van een deel van de aanklachten, omdat de rechtbank niet voldoende bewijs vond voor de toediening van bepaalde middelen die mogelijk tot de dood of zwaar lichamelijk letsel hadden kunnen leiden. De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de impact op het slachtoffer, evenals de noodzaak van behandeling voor de verdachte.

Uitspraak

Rechtbank Leeuwarden
Sector strafrecht
VERKORT VONNIS
Uitspraak: 2 maart 2006
Parketnummer: 17/781254-05 VEV
VONNIS van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de ter terechtzitting gevoegde zaken van het openbaar ministerie tegen de verdachte:
[verdachte],
[geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende [adres verdachte],
thans gedetineerd in P.I.V. Nieuwersluis te Nieuwersluis.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr C. Grondsma, advocaat te Leeuwarden.
De rechtbank heeft gelet op het ter terechtzitting gehouden onderzoek van 16 februari 2006.
TELASTELEGGING
Aan dit vonnis is een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van de dagvaarding gehecht, waaruit de inhoud van de telasteleggingen geacht moet worden hier te zijn overgenomen.
In de telastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.
PARTIËLE VRIJSPRAAK
De verdachte moet van het onder 1. primair en subsidiair telastegelegde worden vrijgesproken, omdat de rechtbank dit niet bewezen acht.
De rechtbank overweegt hiertoe het volgende. Op basis van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting komt de rechtbank tot het oordeel dat verdachte en mede-verdachte [naam mede-verdachte] het slachtoffer 12 tabletten Oxazepam en 10 tabletten Temazepam hebben toegediend. Dat verdachte en [naam mede-verdachte] het slachtoffer ook medicinale alcohol en/of bleekwater hebben toegediend acht de rechtbank niet bewezen. Uit de rapportages van het NFI d.d. 15 november 2005 en 15 februari 2006 kan voorts niet worden afgeleid dat de aanmerkelijke kans bestaat dat toediening van 12 tabletten Oxazepam en 10 tabletten Temazepam bij een persoon de dood doet intreden of dat aan hem zwaar lichamelijk letsel wordt toegebracht. Op grond van het vorenstaande dient verdachte te worden vrijgesproken van het haar onder 1. primair en subsidiair telastegelegde.
BEWEZENVERKLARING
De rechtbank acht het onder 2. en 3. telastegelegde bewezen, met dien verstande dat:
2.
zij op of omstreeks 24 oktober 2005, te Dokkum, (in elk geval) in de gemeente Dongeradeel,
tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd, immers heeft verdachte en/of haar mededader met dat opzet, die [slachtoffer] gedrogeerd (zodat ze onwel werd en buiten bewustzijn raakte) en (vervolgens) die [slachtoffer] bij of aan de armen/polsen vastgepakt en de armen/polsen van die [slachtoffer] met tape/plakband gekneveld en vervolgens de voeten van die [slachtoffer] met tape/plakband aan een tafel(poot) vastgebonden en (een prop) papier in de mond van die [slachtoffer] gedrukt/geduwd en (vervolgens) een panty en tape/plakband over/op de mond van die [slachtoffer] gebonden/geplakt, althans de mond van die [slachtoffer] bedekt en die [slachtoffer] een mes voorgehouden en getoond, waardoor die [slachtoffer] gedurende lange, althans enige tijd fysiek niet in staat was en werd belet/belemmerd zich vrijelijk te bewegen en te gaan en staan waar zij wilde;
3.
zij op 24 oktober 2005, te Dokkum, in de gemeente Dongeradeel, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk beledigend [slachtoffer], in dier tegenwoordigheid door feitelijkheden aangedaan, met dat opzet tezamen met die mededader, althans alleen, (na die [slachtoffer] gedrogeerd en vastgebonden te hebben en aldus buiten medeweten en zonder toestemming van die [slachtoffer]) het schouderlange haar van die [slachtoffer] hebben afgeknipt en (vervolgens) met een tondeuse het hoofd van die [slachtoffer] kaal, althans het haar van die [slachtoffer] zeer kort, hebben geschoren;
De verdachte zal van het meer of anders telastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
KWALIFICATIE
Het bewezene levert op:
2. Medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven.
3. Medeplegen van eenvoudige belediging.
STRAFMOTIVERING
De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden strafsoort en strafmaat in aanmerking:
- de aard en de ernst van de gepleegde feiten;
- de omstandigheden waaronder deze zijn begaan;
- de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken en deze naar voren
komt uit het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, de rapportage van Reclassering
Nederland, de psychiatrische en de psychologische rapportage;
- de vordering van de officier van justitie tot veroordeling van verdachte terzake het telkens
primair telastegelegde tot 36 maanden gevangenisstraf waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar;
- het pleidooi van de raadsvrouw.
De rechtbank acht bewezen dat verdachte, samen met haar toenmalige vriend, iemand van de vrijheid heeft beroofd en heeft beledigd. De omstandigheden waaronder deze feiten zijn gepleegd zijn verschrikkelijk. Het slachtoffer werd naar een woning gelokt, gedrogeerd middels een grote hoeveelheid pillen en vastgebonden. Tevens werd er een prop in haar mond geduwd, waarna de mond werd afgedekt. Vervolgens is haar schouderlange haar afgeknipt en is zij kaalgeschoren, onder bedreiging van een mes. Verdachte heeft met haar daden in zeer ernstige mate inbreuk gemaakt op de lichamelijke en psychische integriteit van het slachtoffer, alsmede heeft zij op onaanvaardbare wijze haar recht op vrijheid aangetast.
Verdachte is eerder met justitie in aanraking gekomen, dit betroffen echter andersoortige feiten. Blijkens de over verdachte uitgebrachte rapportages is zij verslaafd aan harddrugs. Tevens bestond er ten tijde van de delicten bij haar een gemengde persoonlijkheidsstoornis, op grond waarvan zij (licht) verminderd toerekeningsvatbaar wordt geacht. De kans op recidive wordt groot geacht indien verdachte niet behandeld wordt. Een ambulante behandeling en reclasseringstoezicht worden geadviseerd.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat bovengenoemde daden een gevangenisstraf van aanzienlijke duur rechtvaardigen. De rechtbank zal de rapporteurs volgen in hun advies en van deze gevangenisstraf een deel voorwaardelijk opleggen om behandeling en toezicht mogelijk te maken en als stok achter de deur. De rechtbank bepaalt daarbij een proeftijd van drie jaren. De op te leggen straf zal lager uitvallen dan de eis van de officier van justitie, omdat de rechtbank het eerste feit op de dagvaarding niet bewezen acht.
DE INBESLAGGENOMEN GOEDEREN
De rechtbank acht de inbeslaggenomen stofzuigerzak, de (lege) medicijndoosjes, de blauwe plastic zak en de paarse mobiele telefoon van het merk Samsung voor verbeurdverklaring vatbaar nu de voorwerpen toebehoren aan verdachte en het voorwerpen zijn met behulp waarvan de feit 2. is begaan.
TOEPASSING VAN WETSARTIKELEN
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a (oud), 14b(oud), 14c, 14d, 33, 33a, 47, 57, 266, 282, van het Wetboek van Strafrecht.
DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT
RECHTDOENDE:
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 1. primair en subsidiair is telastegelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 2. en 3. telastegelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar in voege als voormeld en verdachte deswege strafbaar.
Veroordeelt verdachte te dier zake tot:
Een gevangenisstraf voor de duur van vierentwintig maanden.
Bepaalt, dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot acht maanden niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op drie jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of na te melden bijzonder voorwaarde niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarde, dat de veroordeelde:
- zich bij het ingaan van de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland te Leeuwarden;
- ervoor zorgt dat zij gedurende de proeftijd bereikbaar is voor deze reclasseringsinstelling;
- zich gedurende de proeftijd gedraagt naar de voorschriften en aanwijzingen haar te geven door of namens genoemde reclasseringsinstelling.
Draagt genoemde reclasseringsinstelling op de veroordeelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Beveelt, dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Verklaart verbeurd de inbeslaggenomen stofzuigerzak, de (lege) medicijndoosjes, de blauwe plastic zak en de paarse mobiele telefoon van het merk Samsung.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is telastegelegd dan het bewezenverklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. O. Anjewierden, voorzitter, mr. C. Koelman en mr. Y. Huizing, rechters, bijgestaan door mr. J.D. Nijenhuis, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 2 maart 2006.
Mr. Y. Huizing is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.