ECLI:NL:RBLEE:2006:AV5262
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vaststelling kinderalimentatie en afwijzing verzoek levensonderhoud
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Leeuwarden op 15 maart 2006, betreft het een verzoek om vaststelling van kinderalimentatie en een bijdrage in de kosten van levensonderhoud. De vrouw, wonende in Boston, VS, heeft de man verzocht om een maandelijkse bijdrage van € 838,87 voor de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kind, en daarnaast een bijdrage van € 2.400,00 voor haar eigen levensonderhoud. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw onvoldoende bewijs heeft geleverd voor haar financiële situatie en haar behoefte niet adequaat heeft onderbouwd. Hierdoor kon de rechtbank niet concluderen dat de vrouw niet in haar eigen levensonderhoud kan voorzien.
De rechtbank heeft de draagkracht van de man beoordeeld en vastgesteld dat hij, op basis van zijn gemiddelde bedrijfsresultaat, in staat is om een bijdrage van € 643,00 per maand te betalen voor de kosten van de minderjarige. De rechtbank heeft de door de vrouw ingediende 'Child Support Guidelines' uit Massachusetts bestudeerd, maar heeft geconcludeerd dat de door de man te betalen kinderalimentatie niet hoger kan zijn dan het vastgestelde bedrag. De rechtbank heeft het verzoek van de vrouw om een bijdrage in haar eigen levensonderhoud afgewezen, omdat zij niet voldoende bewijs heeft geleverd voor haar financiële noodzaak.
De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de man is veroordeeld tot betaling van de vastgestelde kinderalimentatie. De vrouw heeft de mogelijkheid om binnen drie maanden hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te Leeuwarden. De uitspraak benadrukt het belang van adequate bewijsvoering in alimentatiezaken en de rol van de rechtbank in het vaststellen van de financiële verplichtingen van ouders.