ECLI:NL:RBLEE:2006:AV8768
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging terbeschikkingstelling en beoordeling recidiverisico
Op 6 april 2006 heeft de Rechtbank Leeuwarden uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een veroordeelde, die momenteel verblijft in de Van der Hoevenkliniek te Utrecht. De officier van justitie had verzocht om een verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar, gebaseerd op het recidivegevaar van de veroordeelde. Tijdens de zitting op 23 maart 2006 waren de veroordeelde, haar raadslieden, de officier van justitie en verschillende deskundigen aanwezig. De verdediging voerde aan dat er geen sprake was van een psychische stoornis en dat het recidivegevaar niet zodanig was dat beëindiging van de terbeschikkingstelling maatschappelijk onverantwoord zou zijn.
De rechtbank heeft de stukken bestudeerd, waaronder rapporten van het behandelteam en deskundigen. Er was een contra-expertise uitgevoerd door prof. dr. [deskundige 3], die tot andere conclusies kwam dan de Van der Hoevenkliniek. De rechtbank oordeelde dat het noodzakelijk was om de testresultaten van de HCR-20, die gebruikt was voor de risicotaxatie, te overleggen. De rechtbank schorste het onderzoek voor onbepaalde tijd, maar maximaal één maand, om de betrokken deskundigen in de gelegenheid te stellen de testresultaten te overleggen en een toelichting te geven op het recidiverisico.
De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de voorzitter en twee andere rechters betrokken waren. De griffier was ook aanwezig, maar de andere rechters waren niet in staat om de beslissing mede te ondertekenen. De rechtbank benadrukte het belang van zorgvuldigheid in de beoordeling van het recidivegevaar, gezien de tegenstrijdige deskundigenoordelen.