ECLI:NL:RBLEE:2006:AX7691
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- E.C.R. Schut
- B.M. van der Doef
- Rechtspraak.nl
Verzoek om vrijstelling bestemmingsplan voor verkoop motorkleding door rijschool
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 30 mei 2006 uitspraak gedaan in een geschil tussen een rijschoolhouder en het college van burgemeester en wethouders van Heerenveen. De eiser, vertegenwoordigd door mr. E. Wiarda, had een verzoek ingediend om vrijstelling van het bestemmingsplan voor de verkoop van motorkleding op zijn perceel. Dit verzoek was eerder op 9 december 2002 afgewezen, maar de eiser verzocht op 31 maart 2004 om herbeoordeling van zijn aanvraag, stellende dat de verkoop van motorkleding een essentieel onderdeel van zijn rijschool was geworden, nu motorkandidaten sinds 30 september 2003 verplicht zijn beschermende kleding te dragen tijdens het examen.
De rechtbank oordeelde dat de eiser geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden had aangedragen die een herhaalde aanvraag rechtvaardigden. De rechtbank baseerde haar oordeel op artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat vereist dat bij een herhaalde aanvraag nieuwe feiten of omstandigheden worden vermeld. De rechtbank concludeerde dat de verplichting voor motorkandidaten om beschermende kleding te dragen geen nieuw feit was dat de aanvraag kon onderbouwen. Daarom werd het beroep van de eiser ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken, en de uitspraak werd gedaan door rechter E.C.R. Schut, in aanwezigheid van griffier B.M. van der Doef. Belanghebbenden hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.