7. De kantonrechter stelt voorop dat ODV niet heeft ingetekend op de nieuwe aanbestedingsprocedure van RWS en dat zij dientengevolge het werk bij de Lorentzs- en Stevinsluizen is kwijtgeraakt. Niet valt in te zien dat een (voormalig) werknemer van ODV concurrentie aan ODV kan aandoen door op bedoelde sluizen werkzaam te zijn. Mogelijkerwijs doet RWS ODV concurrentie aan en Atlas lijkt dat zeker te doen, maar daar staat [werknemer] als werknemer buiten. Het concurrentiebeding ziet dan ook op een situatie waarin mogelijk wel sprake is van concurrentie, maar niet in de relatie werkgever-werknemer. In dit verband is ook veelzeggend dat ODV heeft aangevoerd dat het concurrentiebeding bedoeld is om werknemers vast te houden. Onder omstandigheden kan dat een te respecteren belang opleveren, maar met concurrentie heeft dat niets van doen. De werkgever staan ook andere middelen ter beschikking om dat doel te bereiken.
In het onderhavige geval valt op dat ODV steeds arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd met [werknemer] is aangegaan die elkaar met zo grote tussenpozen zijn opgevolgd dat er geen arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is ontstaan. Dit doet wel enige afbreuk aan het beweerde belang van ODV bij het concurrentiebeding als instrument om haar werknemers vast te houden. Immers, aldoende ontstaat in de praktijd tenminste één keer per jaar de situatie dat de werknemers vrij zijn om te gaan, zonder dat ODV dat kan voorkomen.
Kennelijk is ODV niet bereid om haar werknemers de aan een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd verbonden zekerheden te bieden, maar wil zij met het concurrentiebeding wel voorkomen dat de werknemer in de tussen twee arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd gelegen periode bij een andere werkgever als nautisch medewerker aan de slag gaat, daarmee min of meer afdwingend dat de werknemer tijdens bedoelde periode werkloos blijft en na ommekomst van die periode weer bij haar terugkeert.
Een beding dat in die behoefte voorziet, is naar het oordeel van de kantonrechter uit oogpunt van goed werkgeverschap verwerpelijk en vertegenwoordigt geen in redelijkheid te beschermen belang.
Aan de andere kant valt er op het belang van [werknemer] bij de gevraagde schorsing ook wel iets af te dingen. Immers heeft hij zelf ontslag genomen, nog wel met onmiddellijke ingang, en hem is door ODV vervangend werk aangeboden. Onmiskenbaar is echter dat [werknemer] er belang bij heeft om zijn werk te Kornwerderzand in de directe nabijheid van zijn woonplaats te kunnen blijven verrichten. Dit belang, bij ontbreken van een te beschermen belang van ODV, rechtvaardigt de gevraagde schorsing van het concurrentiebeding. De primaire vordering van [werknemer] zal dan ook op na te melden wijze worden toegewezen en om die reden behoeft hetgeen subsidiair is gevorderd geen verdere bespreking.
ODV zal als de in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de kosten van het geding.