ECLI:NL:RBLEE:2006:AY7952
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P. Schulting
- Rechtspraak.nl
Ontbinding arbeidsovereenkomst na afwijzing eerder verzoek met toepassing van het afspiegelingsbeginsel
In deze zaak heeft de besloten vennootschap Oostwoud International B.V. op 24 juli 2006 een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [werknemer], die sinds 17 december 1990 in dienst was. Dit verzoek volgde op een eerdere afwijzing van een ontbindingsverzoek door de rechtbank Leeuwarden op 27 juni 2006. Oostwoud stelde dat de ontbinding noodzakelijk was vanwege een reorganisatie, waarbij diverse functies, waaronder die van [werknemer], zouden komen te vervallen. De kantonrechter heeft de zaak behandeld op 25 augustus 2006, waarbij beide partijen vertegenwoordigd waren door hun gemachtigden.
[werknemer] voerde verweer en stelde dat er geen nieuwe feiten waren die een herhaalde beoordeling rechtvaardigden. Hij betoogde dat het verzoek in strijd was met het rechtsbeginsel van gezag van gewijsde en met artikel 6 van het EVRM, omdat dezelfde kantonrechter de zaak behandelde zonder dat hij zich door dezelfde gemachtigde kon laten bijstaan. [werknemer] voerde aan dat het afspiegelingsbeginsel niet correct was toegepast door Oostwoud, en dat hij niet voor ontslag in aanmerking zou komen.
De kantonrechter overwoog dat Oostwoud voldoende aannemelijk had gemaakt dat de reorganisatie noodzakelijk was en dat de toepassing van het afspiegelingsbeginsel in grote lijnen correct was. De kantonrechter oordeelde dat de arbeidsplaats van [werknemer] kwam te vervallen en dat het ontbindingsverzoek toegewezen moest worden. Tevens werd aan [werknemer] een ontbindingsvergoeding van € 20.082,00 bruto toegekend, conform het Sociaal Plan. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg. De beschikking werd uitgesproken op 8 september 2006.