ECLI:NL:RBLEE:2006:AZ0212

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
16 oktober 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
204392 \ CV EXPL 06-1234
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • P. Schulting
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ontruiming van bedrijfsruimte en verzoek tot verlenging van de ontruimingstermijn

In deze zaak heeft eiser [eiser] gedaagde [gedaagde] gedagvaard voor de zitting van 9 oktober 2006, met het verzoek om gedaagde te veroordelen tot ontruiming van een bedrijfsruimte binnen twee dagen na betekening van het vonnis. De huurovereenkomst tussen partijen, die op 1 oktober 2005 inging, werd door eiser opgezegd per 1 oktober 2006. Gedaagde heeft echter niet ingestemd met deze beëindiging en heeft op 6 oktober 2006 een verzoek ingediend bij de rechtbank Leeuwarden om de ontruimingstermijn te verlengen, gebaseerd op artikel 7:230a BW, dat ontruimingsbescherming biedt aan huurders van bedrijfsruimten.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de huurovereenkomst betrekking heeft op bedrijfsruimte zoals bedoeld in artikel 7:230a BW. Dit artikel biedt de huurder ontruimingsbescherming gedurende twee maanden na de opzegging van de huurovereenkomst. De indiening van het verzoek tot verlenging van de ontruimingstermijn schorst de ontruimingsverplichting totdat op het verzoek is beslist. De vordering van eiser tot ontruiming werd dan ook afgewezen, omdat deze in strijd was met de wettelijke ontruimingsbescherming.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering van eiser niet kan worden toegewezen, ongeacht de gewijzigde verzoeken tot ontruiming met latere data. Eiser werd als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van het geding, die aan de zijde van gedaagde zijn begroot op € 250,00 voor het salaris van de gemachtigde. De uitspraak werd gedaan door mr. P. Schulting, kantonrechter, op 16 oktober 2006, na mondelinge behandeling op 9 oktober 2006.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector kanton
Locatie Sneek
zaak-/rolnummer: 204392 \ CV EXPL 06-1234
vonnis van de kantonrechter ex art. 254 lid 4 Rv d.d. 16 oktober 2006
inzake
[eiser],
hierna te noemen: [eiser],
wonende te [woonplaats],
eiser,
gemachtigde: mr. H.A. de Boer,
tegen
[gedaagde],
hierna te noemen: [gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
gemachtigde: mr. M.M.J. Arts.
Procesverloop
1. [eiser] heeft [gedaagde] gedagvaard voor de zitting van 9 oktober 2006 en op de bij exploot vermelde gronden gevorderd bij wijze van voorlopige voorziening uitvoerbaar bij voorraad [gedaagde] te veroordelen tot ontruiming van het pand [adres] te [woonplaats] binnen twee dagen na betekening van dit vonnis en na 1 oktober 2006, met kostenveroordeling.
De mondelinge behandeling heeft met instemming van partijen plaatsgevonden te Leeuwarden op 9 oktober 2006. Partijen zijn verschenen, vergezeld van hun gemachtigden.
Vervolgens is vonnis bepaald.
Motivering.
De feiten
2.1. [eiser] heeft met ingang van 1 oktober 2005 en voor de duur van één jaar verhuurd aan [gedaagde] een inpandige kamer in het Sport- en Gezondheidscentrum aan de [adres] te [woonplaats] ten behoeve van de fysiotherapiepraktijk van [gedaagde].
2.2. [eiser] heeft met een brief van 27 juni 2006 de huurovereenkomst opgezegd met ingang van 1 oktober 2006. [gedaagde] heeft vervolgens niet uitdrukkelijk toegestemd in de beëindiging van de huurovereenkomst.
2.3. [gedaagde] heeft zich op 6 oktober 2006 gewend tot de rechtbank Leeuwarden, sector kanton, locatie Sneek, met een verzoek tot verlenging van de ontruimingstermijn, eén en ander op grond van het bepaalde in artikel 7:230a BW.
De beoordeling
3. De huurovereenkomst tussen partijen heeft betrekking op bedrijfsruimte als bedoeld in artikel 7:230a BW. Ingevolge het bepaalde in het derde lid van dit artikel geniet de huurder van rechtswege ontruimingsbescherming gedurende twee maanden na het tijdstip waartegen ontruiming is aangezegd en schorst de indiening van een verzoekschrift om de ontruimingstermijn te verlengen de ontruimingsverplichting op totdat op het verzoek is beslist.
Gelet hierop kan de vordering van [eiser], als zijnde in strijd met de wet, niet worden toegewezen. Hieraan doet niet af dat namens [eiser] ter zitting ontruiming is gevorderd met ingang van 1 november 2006 dan wel met ingang van 1 december 2006, omdat toewijzing van de ook aldus gewijzigde vordering nog steeds in strijd zou zijn met de in artikel 7:230a BW neergelegde ontruimingsbescherming.
4. [eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het geding.
Beslissing
De kantonrechter:
Rechtdoende in kort geding
wijst de vordering af;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van [gedaagde] begroot op € 250,00 wegens salaris gemachtigde.
Aldus gewezen door mr. P. Schulting, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 oktober 2006 in tegenwoordigheid van de griffier.
c 73