2.1. [eiser] is kerkmusicus. Als zodanig is hij krachtens arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht per 1 maart 1999 in dienst getreden van St. Franciscus in de functie van dirigent/organist, aanvankelijk op basis van twee achtereenvolgende contracten voor bepaalde tijd, en vanaf 1 maart 2001 op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Laatstgenoemde arbeidsovereenkomst bevat -voor zover hier van belang- de volgende bepalingen:
'1. Werknemer treedt vanaf 1 maart 2001 in dienst bij werkgever als dirigent/organist.
(…)
3. Tot de taken van werknemer zullen behoren:
a. Dirigent van het St. Franciscuskoor
b. Organist van het Gregoriaans koor
Werknemer zal bij deze koren het huidige repertoire (helpen) verbreden en verdiepen, de kwaliteit van koren als groep en koorleden individueel (helpen) verbeteren en ledenwerving stimuleren, een en ander in de ruimste zin.
c. Organist op de zondagmorgen
d. Dirigent/organist in de overige gevallen waar werkgever dit noodzakelijk acht
(…)
5. De werktijden worden in goed overleg door de werkgever vastgesteld. De arbeidstijd bedraagt bij het afsluiten van deze overeenkomst 34,42 uur per maand.
6. Werknemer geniet een salaris met inachtneming van zijn bevoegdheidsniveau en overeenkomstig de Diocesane Regelingen van het bisdom Groningen.
(…)
9. Het Rechtspositiereglement voor kerkmusici van de R.-K Kerkprovincie zoals dat is vastgesteld door de bisschoppenconferentie, welke regeling is opgenomen in de Beleidsnota Kerkmusici, alsmede de daarbij behorende bijlagen of regelingen, maken deel uit van deze overeenkomst.
Partijen verklaren met de inhoud van voornoemd Rechtspositiereglement en de daarin genoemde bijlagen of regelingen bekend te zijn en hiermee akkoord te gaan.'
2.2 In artikel 38 van het Rechtspositiereglement kerkmusici is een geschillenregeling opgenomen, welke luidt als volgt:
1 Onverminderd de bevoegdheid van de werknemer persoonlijk zijn belangen bij de werkgever en/of de bisschop te bepleiten, stelt de werkgever en/of de bisschop de vertegenwoordigers van de werknemer op korte termijn in de gelegenheid, mondeling of schriftelijk de belangen van de werknemer te bepleiten.
2 a Geschillen en/of interpretatievragen van rechtspositionele aard, welke betrekking hebben op het rechtspositiereglement, de bijlagen of de regelingen of de arbeidsovereenkomst, worden voorgelegd aan het Bisschoppelijk Scheidsgerecht voor rechtspositionele aangelegenheden, dat een voor partijen bindende uitspraak doet.
b Zowel de werkgever als de werknemer is bevoegd een beroep te doen op voornoemd Scheidsgerecht.
c Samenstelling, werkwijze en bevoegdheden van het Bisschoppelijk Scheidsgerecht voor rechtspositionele aangelegenheden zijn in een afzonderlijk reglement vastgelegd. Dit reglement is opgenomen als Bijlage IV bij dit Rechtspositiereglement.
3 Beslissingen over geschillen, als bedoeld in lid 2, kunnen altijd ter beoordeling worden
voorgelegd aan de rechter.
2.3. In artikel 3 in het hoofdstuk Functie en bevoegdheidsindeling van de interdiocesane regeling voor de kerkmuziek in bisdommen van de R.-K. Kerkprovincie, welke regeling deel uitmaakt van vorenbedoeld Rechtspositiereglement, worden de op het gebied van de kerkmuziek te vervullen functies onderscheiden in:
a. dirigent/organist
b. dirigent
c. organist
In de daaropvolgende artikelen 4, 5 en 6 worden deze functies afzonderlijk beschreven.
2.4. In verband met een terugloop van het aantal kerkvieringen, waardoor er minder diensturen beschikbaar waren, heeft St. Franciscus bij het CWI om een ontslagvergunning voor [eiser] verzocht. In de procedure bij het CWI heeft St. Franciscus aangegeven dat zij direct aansluitend aan de beëindiging van de arbeidsverhouding aan [eiser] een arbeidsovereenkomst zal aanbieden van tenminste 25,17 uur per maand op dezelfde of gunstiger voorwaarden dan laatstelijk voor hem golden.
2.5. Het parochiebestuur van St. Franciscus heeft [eiser] bij brief van 14 juni 2005 als volgt bericht:
'Zoals u bekend is, is door objectieve oorzaak het aantal vieringen in onze kerk zodanig teruggelopen, dat het bestuur zich genoodzaakt heeft gezien het aantal arbeidsuren met u naar beneden aan te passen. Hiertoe heeft het bestuur enkele weken geleden een verzoek ingediend bij het Centrum Werk en Inkomen (CWI). Bij brief d.d. 23 mei j.l. is dit verzoek gehonoreerd.
Namens het bestuur van de parochie beëindig ik met dit schrijven dan ook de lopende arbeidsovereenkomst met ingang van 31 juli 2005 en biedt u hierbij tevens een nieuwe overeenkomst aan op basis van 25,17 uur per maand. In dit aantal uren is opgenomen 1,42 uur voor rouw- en trouwdiensten. Dit aantal zal jaarlijks verrekend worden met het werkelijke aantal, waarbij -conform het Rechtspositiereglement voor Kerkmusici- uitgegaan wordt van één uur per dienst, inclusief voorbereidingstijd. De nieuwe arbeidsovereenkomst gaat in aansluitend op de dag van beëindiging van de huidige arbeidsovereenkomst, derhalve per 1 augustus 2005 en hierop is geen proeftijd van toepassing. De overige arbeidsvoorwaarden blijven ongewijzigd van kracht.
Graag zie ik één exemplaar van de arbeidsovereenkomst binnen twee weken na heden ondertekend tegemoet.'
In reactie op de brief van het parochiebestuur heeft de gemachtigde van [eiser] het parochiebestuur bij brief van 17 juni 2005 onder meer bericht:
'Cliënt [eiser] bracht mij uw aan hem gerichte brief van 14 juni 2005 met daarbij gevoegd een voorstel voor een nieuw arbeidscontract. Dit in het verlengde van de opzegprocedure bij het CWI.
Eveneens in het verlengde van het reeds voorafgaand en tijdens de opzegprocedure namens cliënt daaromtrent ingenomen standpunt, wijs ik u erop dat de salarisparagraaf van het aangeboden contract niet conform het salarisvoorschrift is van het toepasselijke Rechtspositiereglement voor kerkmusici etc.
Gelet op functie en functieniveau van cliënt -hij is als dirigent en organist verantwoordelijk voor het totale musicale deel van de kerkvieringen, terwijl hij is aangesteld op het bevoegdheidsniveau Kerkmusicus 1- bedraagt het uursalaris bruto € 38,55 en niet, zoals door u voorgesteld, € 25,70. Uw visie dat mijn cliënt of als dirigent werkzaam is of als organist en dus twee enkelvoudige functies heeft, deelt cliënt niet.
(…)
Cliënt heeft besloten, nu er in deze een impasse is ontstaan waaruit partijen zich niet in onderling overleg lijken te kunnen bevrijden, deze kwestie aan de bevoegde rechter voor te leggen (artikel 38 lid 3 van het Rechtspositiereglement). Dat zal zowel gelden voor zijn loonvordering voor de verstreken jaren als voor het toekomstig loon.
Ter vermijding van mogelijk misverstand: mijn cliënt is bereid het aangeboden contract dat geheel gelijkluidend is aan het laatstgeldend contract te aanvaarden, echter met het voorbehoud de loonparagraaf door de onafhankelijke rechter te zullen laten toetsen en zich wat dat betreft al zijn rechten voor te behouden, ook voor het verleden.'
[eiser] heeft de hem toegezonden arbeidsovereenkomst niet ondertekend.
2.6. [eiser] heeft zich per 8 mei 2005 ziek gemeld. Er is volgens de bedrijfsarts sprake van situatieve arbeidsongeschiktheid. Vanaf datum ziekmelding tot op heden heeft [eiser] geen werkzaamheden voor St. Franciscus meer verricht.