ECLI:NL:RBLEE:2006:AZ6071

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
23 november 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200416 \ CV EXPL 06-1416
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van abonnementskosten door telefoonmaatschappij Telfort B.V. tegen gedaagde na diefstal van telefoontoestel

In deze zaak vorderde de besloten vennootschap Telfort B.V., gevestigd te Amsterdam Zuidoost, betaling van € 443,57 van de gedaagde, die in persoon procedeerde. De vordering was gebaseerd op een mondelinge overeenkomst waarbij Telfort telefoondiensten en een mobiele telefoon aan de gedaagde ter beschikking had gesteld. De overeenkomst was schriftelijk bevestigd en de algemene voorwaarden van Telfort waren van toepassing. In artikel 3.2 van deze voorwaarden werd gesteld dat de contractant Telfort onmiddellijk op de hoogte moest stellen bij verlies of diefstal van de simkaart, en dat de contractant de vergoedingen voor gebruik verschuldigd was tot het moment van blokkering. De gedaagde meldde op 5 november 2004 de diefstal van zijn toestel, maar de overeenkomst werd op 17 maart 2005 door Telfort beëindigd.

Telfort vorderde betaling van drie facturen, waaronder een factuur van 9 november 2004 ter hoogte van € 199,47, die betrekking had op abonnementskosten en gesprekskosten. De gedaagde betwistte de vordering en stelde dat hij Telfort direct op de hoogte had gesteld van de diefstal en had gevraagd om het abonnement stop te zetten. Telfort betwistte dit en stelde dat de gedaagde geen proces-verbaal van de diefstal had overgelegd, wat volgens de voorwaarden noodzakelijk was. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde de factuur van 9 november 2004 niet had betwist en dat hij ook de factuur van 7 maart 2005 moest betalen, aangezien deze betrekking had op abonnementskosten vóór de beëindiging van de overeenkomst.

De kantonrechter oordeelde echter dat de factuur van 8 april 2005 niet kon worden toegewezen, omdat deze geen betrekking had op de verschuldigdheid van abonnementskosten bij vroegtijdige beëindiging van de overeenkomst. Uiteindelijk werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 178,97 aan Telfort, vermeerderd met rente, en werden de proceskosten tussen partijen gecompenseerd. Het vonnis werd uitgesproken door mr. J.C.G. Leijten op 23 november 2006.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector kanton
Locatie Heerenveen
zaak-/rolnummer: 200416 CV EXPL 06-1416
vonnis van de kantonrechter d.d. 23 november 2006
inzake
de besloten vennootschap Telfort B.V.,
hierna te noemen: Telfort,
gevestigd te Amsterdam Zuidoost,
eiseres,
gemachtigde: Kroes & Partners,
tegen
[gedaagde],
hierna te noemen: [gedaagde],
wonende te Heerenveen,
gedaagde,
procederende in persoon.
Procesverloop
1. Op de bij dagvaarding vermelde gronden heeft Telfort gevorderd om [gedaagde] te veroordelen tot betaling van € 443,57 met rente en kosten.
[gedaagde] heeft bij antwoord de vordering betwist.
Na repliek en dupliek is vonnis bepaald op de stukken, waarvan de inhoud als hier ingelast geldt.
Door partijen zijn producties in het geding gebracht.
Motivering
Vaststaande feiten
2.1. In deze zaak kan van het navolgende worden uitgegaan.
Telfort heeft ingevolge een mondelinge overeenkomst aan [gedaagde] telefoondiensten alsmede een mobiele telefoon ter beschikking gesteld. Telfort heeft de overeenkomst aan [gedaagde] schriftelijk bevestigd.
Op de overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van Telfort van toepassing. Deze voorwaarden vermelden in artikel 3.2: "Bij verlies of diefstal van de Simkaart (…) brengt de Contractant Telfort onmiddellijk op de hoogte. De Contractant is de vergoedingen voor gebruik verschuldigd tot aan het moment waarop de blokkering plaatsvindt (…).
Artikel 3.3. van de voorwaarden bepaalt: "Alle kosten die verband houden met blokkering, afsluiting en (…) zijn voor rekening van de Contractant."
Op 5 november 2004 heeft [gedaagde] bij Telfort melding gemaakt van de diefstal van zijn telefoontoestel.
De aan [gedaagde] toegezonden factuur van 9 november 2004 ad € 199,47 ziet op abonnementskosten over de maand november 2004 en op gesprekskosten tot en met 31 oktober 2004.
De overeenkomst is op 17 maart 2005 door Telfort beëindigd.
Standpunt Telfort
2.2. Telfort vordert in deze procedure betaling van een drietal facturen (waaronder die van 9 november 2004) tot een totaalbedrag van € 459,94, welke door [gedaagde] onbetaald zijn gelaten.
De beide andere facturen dateren van respectievelijk 7 maart 2005 en 8 april 2005 en behelzen bedragen van respectievelijk € 27,50 en € 232,97.
Naast de factuurbedragen vordert Telfort vergoeding van rente, tot 19 juli 2006 berekend op € 8,63, en van buitengerechtelijke kosten ad € 75,-, onder aftrek van een na aanmaning betaald bedrag ad € 100,-.
In reactie op het verweer van [gedaagde] stelt Telfort bij repliek, dat zij met [gedaagde] een betalingsregeling had getroffen, welke door [gedaagde] niet is nagekomen. Door het treffen van de betalingsregeling heeft [gedaagde] de vordering erkend. Ten aanzien van de door [gedaagde] gestelde diefstal merkt Telfort op, dat zij na de melding daarvan het telefoonnummer van [gedaagde] heeft geblokkeerd, maar dat zij nimmer een proces-verbaal heeft mogen ontvangen, hetwelk te allen tijde overgelegd moet worden. Dit is aan [gedaagde] kenbaar gemaakt. Het abonnement is mitsdien doorgelopen. Indien [gedaagde] gebruik had willen blijven van zijn aansluting had hij een nieuwe simkaart moeten aanvragen. Dit heeft [gedaagde] niet gedaan.
Telfort betwist, dat zij of haar incassogemachtigde [gedaagde] zou hebben meegedeeld niet meer over gegevens te beschikken. De rekening van € 200,- waarop [gedaagde] doelt is kennelijk de factuur van 9 november 2004, welke betrekking heeft op telefoongesprekken van vóór de datum van de diefstal.
Standpunt [gedaagde]
2.3. [gedaagde] heeft zich tegen de vordering verweerd, stellende dat hij na de diefstal van zijn telefoontoestel Telfort direct daarvan mededeling heeft gedaan. [gedaagde] heeft daarbij gevraagd het abonnement stop te zetten, hetgeen Telfort zou doen. Nadien kreeg [gedaagde] een rekening van € 200,-. Na ontvangst daarvan heeft [gedaagde] met Telfort gebeld om uitleg, waarbij hij te horen kreeg dat hij bij de politie aangifte had moeten doen van de diefstal. Bij de politie moest men weten op welke datum de telefoon was gestolen. Omdat [gedaagde] dat niet meer wist heeft hij Telfort gebeld en gevraagd hem de datum te noemen die hij eerder met Telfort had gebeld. Telfort deelde hem toen mee dat zij niet meer beschikte over gegevens daarvan. Ook het incassobureau wist niets. Als hij moest betalen wilde [gedaagde] wel een regeling voor € 20,- per maand.
Bij dupliek heeft [gedaagde] nog gesteld, dat hij niet wist dat hij van de diefstal aangifte moest doen bij de politie. [gedaagde] begrijpt dat hij ook kosten moet betalen vanwege de vroegtijdige beëindiging van het abonnement. [gedaagde] stelt dat Telfort alleen akkoord wilde gaan met een betalingsregeling van € 50,-.
Beoordeling
3.1. Zoals hierboven bij 2.1. al overwogen heeft de factuur van 9 november 2004 betrekking op abonnementskosten over november 2004 en op gesprekskosten tot en met 31 oktober 2004. Deze datum is gelegen vóór die waarop [gedaagde] Telfort op de hoogte heeft gesteld van de vermissing van zijn telefoontoestel.
Beide andere facturen zien op abonnementskosten; de factuur van 8 april 2005 meer speciaal op het (kennelijk) uitfactureren van de abonnementskosten tot aan de oorspronkelijk overeengekomen einddatum van de overeenkomst.
3.2. De verschuldigdheid door [gedaagde] van het bedrag van de factuur van 9 november 2004 staat vast, nu [gedaagde] niet heeft betwist dat hij op de in de factuur gespecificeerde wijze gebruik heeft gemaakt van de diensten uit de overeenkomst tussen partijen.
3.3. Ook het bedrag van de factuur van 7 maart 2005 is [gedaagde] aan Telfort verschuldigd, nu dit bedrag ziet op abonnementskosten van vóór de beëindiging door Telfort van de overeenkomst. [gedaagde] heeft niet gemotiveerd betwist dat als gevolg van het niet overleggen van een proces-verbaal ter zake van de vermissing van zijn toestel het abonnement is blijven doorlopen, ondanks dat de aansluiting op het netwerk van Telfort is geblokkeerd.
3.4. Anders ligt het met het bedrag van de factuur van 8 april 2005. Naar het oordeel van de kantonrechter kan het op die factuur in rekening gebrachte bedrag geen betrekking hebben op de in artikel 3.3 van de algemene voorwaarden van Telfort bedoelde kosten, omdat deze kennelijk slechts zien op de aansluiting op het netwerk. Uit de algemene voorwaarden van Telfort is op geen enkele wijze af te leiden dat [gedaagde] bedragen ter zake van uitfacturering van abonnementskosten aan Telfort verschuldigd zou zijn. Anders gezegd: in de voorwaarden is geen bepaling opgenomen waaruit van de verschuldigdheid van tot aan het oorspronkelijk overeengekomen einde van de overeenkomst door een contractant verschuldigde abonnementskosten bij vroegtijdige beëindiging van de overeenkomst blijkt.
3.5. De door Telfort gevorderde hoofdsom kan daarom tot een bedrag ad € 226,97 worden toegewezen.
3.6. Anders dan Telfort kennelijk meent, is de kantonrechter van oordeel, dat [gedaagde] de vordering niet, althans niet volledig als verschuldigd heeft erkend. Uit zijn verweer is af te leiden, dat [gedaagde] wel een betalingsregeling wilde treffen indien hij tot betaling was gehouden. Ook uit de door Telfort bij repliek overgelegde correspondentie is dat onvoldoende af te leiden, nu Telfort heeft verzuimd de door haar bedoelde brieven van [gedaagde] van 14 en 28 februari 2006 over te leggen. Er is blijkens de overgelegde correspondentie slechts sprake van het door Telfort opleggen aan [gedaagde] van een betalingsregeling voor € 50,- per maand. Daarbij kan de vraag worden gesteld in hoeverre een incassogemachtigde bevoegd is tot het opleggen aan een debiteur van een betalingsregeling buiten het verband van een rechterlijke uitspraak.
3.7. Tegen de vorderingen tot vergoeding van rente en buitengerechtelijke kosten is door [gedaagde] niet op zelfstandige gronden verweer gevoerd, zodat ook deze kunnen worden toegewezen, zij het met dien verstande dat, nu slechts een gedeelte van de gevorderde hoofdsom wordt toegewezen, ter zake van buitengerechtelijke kosten naar redelijkheid en billijkheid een bedrag ad € 37,- zal worden toegewezen.
Om dezelfde reden zal de kantonrechter – schattenderwijs – ter zake van vervallen rente toewijzen € 15,-.
3.7. Het door [gedaagde] na aanmaning betaalde bedrag ad € 100,- zal overeenkomstig artikel 6:44 Burgerlijk Wetboek eerst in mindering strekken op de verschuldigde rente en vervolgens op de hoofdsom.
3.8. Nu partijen ieder deels in het (on-)gelijk zijn gesteld zullen de kosten van het geding volledig tussen partijen worden gecompenseerd.
Beslissing
De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Telfort van een bedrag groot € 178,97 (zegge: honderdachtenzeventig euro en zevenennegentig cent) te vermeerderen met de contractuele rente ad 1% per maand over € 141,97 vanaf 19 juli 2006 tot de dag der algehele voldoening;
compenseert de kosten van het geding in dier voege tussen partijen, dat iedere partij de eigen kosten draagt;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Aldus gewezen door mr J.C.G. Leijten, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 november 2006 in tegenwoordigheid van de griffier.
c 37