ECLI:NL:RBLEE:2007:BA0739

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
13 maart 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200099 \ CV EXPL 06-4194
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van de Provincie Fryslân voor schade door aanvaring met brug

In deze zaak vorderde Delta Lloyd, vertegenwoordigd door mr. H.W.E. Vermeer, schadevergoeding van de Provincie Fryslân, vertegenwoordigd door mr. H.J. Bos, na een aanvaring van het schip 'De Swalker' met een brug. De aanvaring vond plaats toen de brug werd gesloten, terwijl de schipper van 'De Swalker' probeerde te stoppen om het tegemoetkomende verkeer voorrang te geven. Delta Lloyd stelde dat de brugwachter onzorgvuldig had gehandeld door zich niet te vergewissen van de situatie voordat de brug werd gesloten. De Provincie betwistte de aansprakelijkheid en stelde dat de schipper zelf verantwoordelijk was voor de aanvaring, omdat hij door het rode licht was gevaren en de brugwachter niet had kunnen zien dat het schip in de brugopening lag.

De kantonrechter oordeelde dat de brugwachter voldoende zorgvuldigheid had betracht. Hij had zich voor het sluiten van de brug vergewist dat er geen schepen in de buurt waren en had tijdens de sluiting op de monitoren gekeken. De rechter concludeerde dat de brugwachter niet onzorgvuldig had gehandeld en dat de Provincie daarom niet aansprakelijk was voor de schade aan 'De Swalker'. Delta Lloyd's vordering werd afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten van de Provincie.

De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van brugwachters en de noodzaak voor schippers om zich aan de verkeersregels te houden. De rechter stelde vast dat de brugwachter niet kon worden verweten dat hij 'De Swalker' niet had gezien, vooral omdat de rode signalen aangaven dat de doorvaart niet was toegestaan. De uitspraak werd gedaan op 13 maart 2007.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector kanton
Locatie Leeuwarden
zaak-/rolnummer: 200099 \ CV EXPL 06-4194
vonnis van de kantonrechter d.d. 13 maart 2007
inzake
de naamloze vennootschap Delta Lloyd Schadeverzekeringen N.V.,
hierna te noemen: Delta Lloyd,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
gemachtigde: mr. H.W.E. Vermeer,
tegen
de publieke rechtspersoon Provinsje Fryslân,
hierna te noemen: de Provincie,
zetelend te Leeuwarden,
gedaagde,
gemachtigde: mr. H.J. Bos.
Procesverloop
1. Ingevolge de tussenvonnissen van 28 november 2006 en 19 december 2006 en na akte uitlating comparitie van partijen namens de Provincie is op 19 januari 2007 een comparitie van partijen gehouden. Van het op de comparitie verhandelde is proces-verbaal opgemaakt.
Vervolgens is wederom vonnis bepaald op de stukken, waarvan de inhoud als hier ingelast en herhaald geldt.
Motivering
2. Delta Lloyd stelt zich op het standpunt dat de Provincie aansprakelijk is voor de schade en legt aan die stelling het navolgende ten grondslag.
Toen [naam schipper] de brug naderde, was deze geopend om het tegemoetkomende scheepvaartverkeer door te laten. [naam schipper] verminderde daarop zijn snelheid en wilde achteruit slaan om geheel te stoppen teneinde het tegemoetkomende verkeer voorrang te verlenen en te wachten op het moment dat hij verlof zou krijgen om de brug te passeren. Op dat moment weigerde de keerkoppeling van het schip echter. [naam schipper] kon daardoor niet achteruit slaan, kon ook niet meer naar de vooruit schakelen om door te varen en had ook geen roerdruk meer. Hij had geen voortstuwing meer maar werd door de wind vooruit gedreven. Hij kon ook niet opzij varen en lag binnen de brugopening toen deze ging sluiten.
De brugwachter heeft er zich voorafgaand aan het sluiten van de brug niet van vergewist dat deze vrij was. Ook tijdens de sluitingsprocedure heeft hij niet goed opgelet. Indien hij dit wel had gedaan, had hij de sluiting kunnen afbreken en daardoor de schade kunnen voorkomen.
Delta Lloyd vordert vergoeding van de schade aan 'De Swalker', te verhogen met een bedrag van € 150,- vanwege buitengerechtelijke incassokosten.
3. De Provincie stelt zich op het standpunt dat zij niet aansprakelijk is voor de door [naam schipper] geleden schade. Het ongeluk is geheel te wijten aan de schuld van [naam schipper]. Het licht voor de brug aan zijn kant stond op rood, hij is echter doorgevaren. De brugwachter heeft zich vergewist van de situatie op het water voordat hij de sluiting van de brug in werking stelde. Hij heeft De Swalker niet gezien. Van de brugwachter hoeft niet te worden verwacht dat hij tijdens de sluiting van de brug blijft kijken of er zich tijdens het sluiten nog iets voordoet. Dat kon ook niet omdat hij ook een andere brug en een sluis moest bedienen.
Dat de keerkoppeling van 'De Swalker' niet functioneerde komt voor risico van [naam schipper]. Verder had [naam schipper], toen hij merkte dat hij niet kon stoppen, nog kunnen doorvaren. Indien hij ten tijde van de sluiting al binnen de brugopening lag was daarvoor tijd genoeg geweest. Als hij zich nog voor de brugopening bevond had hij tegen de rechteroever voor de brug kunnen varen.
Het is vreemd dat 'De Swalker' stuurloos zou zijn omdat [naam schipper] is doorgevaren nadat hij is bevrijd door de brugwachter.
Het moet ervoor worden gehouden dat [naam schipper] met te grote snelheid op de brug is toegevaren en daardoor niet meer tijdig kon afremmen.
4. De kantonrechter begrijpt de stellingname van Delta Lloyd aldus dat deze de Provincie aansprakelijk acht voor de schade aan 'De Swalker' omdat de brugwachter onzorgvuldig, en daar mee onrechtmatig jegens [naam schipper], zou hebben gehandeld. Op basis van het bepaalde in artikel 6:170 lid 1 BW kan de Provincie, als werkgever waaraan de brugwachter ondergeschikt is, aansprakelijk worden gehouden voor onrechtmatig handelen van de brugwachter bij het uitoefenen van diens werkzaamheden.
Op de eerste plaats dient te worden beoordeeld of de handelwijze van de brugwachter als een onrechtmatige daad kan worden aangemerkt.
5. Het sluiten van een brug is een handeling die gevaren zoals bijvoorbeeld het bekneld raken van personen of schepen, zoals in het onderhavige geval is gebeurd, kan oproepen. Dit brengt met zich mee dat de brugwachter die de sluitingshandeling uitvoert daarbij de nodige voorzichtigheid zal moeten betrachten. Deze voorzichtigheid zal daaruit dienen te bestaan dat de brugwachter, alvorens over te gaan tot het sluiten van de brug, zich er van zal dienen te vergewissen dat dit zonder gevaar voor schade of letsel mogelijk is. Vervolgens dient hij die handelingen te verrichten, die kenbaar maken, dat hij de brug zal gaan sluiten en dat verdere doorvaart niet is toegestaan. De brugwachter zal in beginsel ook tijdens de sluitingsprocedure opmerkzaamheid dienen te betrachten teneinde deze procedure in voorkomende gevallen te kunnen onderbreken.
De kantonrechter is dan ook van oordeel dat de stelling van de Provincie, dat de brugwachter er mee kan volstaan om zich op het moment van sluiting te vergewissen dat de brugopening vrij is, in zijn algemeenheid niet zonder meer juist is.
6. De Provincie heeft gesteld dat de brugwachter zich voor het in gang zetten van de sluitingsprocedure heeft vergewist dat de situatie op het water sluiting van de brug toe liet en dat de brugwachter de hem gegeven voorschriften heeft gevolgd.
De brugwachter heeft ter comparitie verklaard dat hij op zijn monitor voorafgaande aan de sluiting geen enkele boot in zicht had die richting brug voer en dat de vaarweg vrij was. Voorts heeft hij verklaard dat hij tijdens het sluiten van de brug zijn ogen telkens korte tijd gericht hield op de verschillende monitoren en dat hij tegelijkertijd bezig was met een andere brug.
Voorts kan uit hetgeen namens de Provincie is aangevoerd en door Delta Lloyd niet is bestreden, als vaststaand worden aangenomen dat de rode signaallichten brandden aan de kant van de brug die door [naam schipper] werd genaderd. Brandende rode signaallichten betekenen dat er geen vrije doorvaart is.
[naam schipper] heeft ter comparitie onder meer verklaard dat hij na het ongeval met de brugwachter heeft gesproken in diens onderkomen, dat hij de daar aanwezige monitoren heeft bekeken en op grond daarvan concludeert dat de brugwachter hem op de monitor niet kan hebben gezien.
7. De kantonrechter kan uit hetgeen aldus naar voren is gebracht niet concluderen dat de brugwachter voor en tijdens het sluiten van de brug onzorgvuldig te werk zou zijn gegaan. De kantonrechter leidt uit de afgelegde verklaringen af dat de brugwachter voor de sluiting heeft gecontroleerd of de doorgang vrij was, in die zin dat er zich geen schepen binnen of zeer nabij de brug bevonden en dat hij ook tijdens de sluiting nog op de monitoren heeft gekeken die waren aangesloten op de bij de brug aanwezige camera's. Daarmee heeft hij naar het oordeel van de kantonrechter op voldoende wijze voldaan aan de zorgvuldigheid die van hem in verband met de sluitingsprocedure mag worden verwacht. Daarbij hecht de kantonrechter ook betekenis aan het feit, dat voor het scheepvaartverkeer kenbaar was, dat de doorvaart niet was toegestaan, zodat de brugwachter er geen rekening mee hoefde te houden, dat er schepen tijdens de sluitingsprocedure in de doorgang van de brug terecht zouden komen.
Dat hij 'De Swalker' desondanks kennelijk toch niet heeft waargenomen betekent niet dat de brugwachter alleen al daarom onvoldoende zorgvuldig is geweest. Door Delta Lloyd zijn geen verdere feiten of omstandigheden gesteld of aannemelijk gemaakt op grond waarvan zou moeten worden geoordeeld dat hij 'De Swalker' had kunnen en moeten zien.
8. Het voorgaande leidt dan ook tot het oordeel dat de brugwachter bij het sluiten van de brug jegens [naam schipper] niet onrechtmatig heeft gehandeld, waaruit voortvloeit dat de Provincie niet aansprakelijk is voor de aan 'De Swalker' ontstane schade. Delta Lloyd heeft geen andere feiten of omstandigheden gesteld op grond waarvan de Provincie aansprakelijk zou moeten worden gehouden voor deze schade. Dit betekent dan ook dat de vordering van Delta Lloyd zal worden afgewezen.
9. Delta Lloyd zal als in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de procedure worden veroordeeld.
De kantonrechter:
wijst de vordering van Delta Lloyd af;
veroordeelt Delta Lloyd in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van de Provincie begroot op € 450,- wegens salaris.
Aldus gewezen door mr. J.C.G. Leijten, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 13 maart 2007 in tegenwoordigheid van de griffier.
c 184