ECLI:NL:RBLEE:2007:BA0968
Rechtbank Leeuwarden
- Raadkamer
- M.H. Severein
- Rechtspraak.nl
Beslissing over invordering en inhouding van rijbewijs na nieuw klaagschrift
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 14 maart 2007 uitspraak gedaan in een klaagschrift van een klager die de teruggave van zijn rijbewijs verzocht. De klager had eerder op 11 januari 2007 een klaagschrift ingediend, dat ongegrond was verklaard op 17 januari 2007. In het nieuwe klaagschrift werden nieuwe argumenten aangevoerd die niet eerder waren besproken. De rechtbank oordeelde dat er geen wettelijke belemmering was voor het indienen van een nieuw klaagschrift, mits er nieuwe argumenten worden gepresenteerd.
De rechtbank beoordeelde de inhouding van het rijbewijs door de officier van justitie als rechtmatig, gezien de uitslag van de ademtest en de recidive van de klager in 2003 en 2005. De rechtbank vond dat de belangen van andere weggebruikers zwaarder wogen dan de belangen van de klager, die stelde dat hij zijn rijbewijs nodig had voor het kopen van een tandartspraktijk in Noord-Brabant en voor het waarnemen van praktijken elders. De rechtbank concludeerde dat de klager niet had aangetoond dat hij zijn praktijk niet kon kopen zonder rijbewijs en dat het missen van zijn rijbewijs niet zijn werkzaamheden en inkomsten zou belemmeren.
De rechtbank behandelde het klaagschrift op 28 februari 2007 en oordeelde dat de klager ontvankelijk was in zijn verzoek, maar dat het nieuwe argument niet voldoende was om de eerdere beslissing te herzien. De officier van justitie had in redelijkheid kunnen besluiten om het rijbewijs voor acht maanden in te houden, en de rechtbank verklaarde het klaagschrift ongegrond en wees het verzoek tot teruggave van het rijbewijs af. De uitspraak werd gedaan door mr. M.H. Severein, rechter, en J. de Jong, griffier, in het openbaar.