ECLI:NL:RBLEE:2007:BA6709
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding huurovereenkomst door langdurige detentie huurder
In deze zaak heeft de Woningbouwvereniging Smallingerland een vordering ingediend tot ontbinding van de huurovereenkomst met een huurder die als gevolg van een gevangenisstraf niet in staat is om het gehuurde te bewonen. De huurder, die in de Penitentiaire Inrichting Noord verblijft, heeft jarenlang de woning bewoond samen met zijn meerderjarige zoon. Smallingerland stelt dat de huurder tekortschiet in zijn verplichtingen, omdat hij niet in staat is om het gehuurde zelf te bewonen en er klachten zijn van omwonenden over overlast en hinder door drugshandel vanuit de woning. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurder niet als een goed huurder handelt, omdat hij door zijn detentie niet in staat is om de verantwoordelijkheid voor het gebruik van het gehuurde te dragen. De rechter heeft de belangen van de verhuurder zwaarder laten wegen dan die van de huurder, en geoordeeld dat de ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd is. De huurder is veroordeeld tot ontruiming van de woning binnen veertien dagen na betekening van het vonnis, en moet ook een schadevergoeding betalen aan de verhuurder voor het gebruik van de woning na de ontbinding. De rechter heeft de vordering van Smallingerland toegewezen en de huurder in de proceskosten veroordeeld.