ECLI:NL:RBLEE:2007:BC0030
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling arbeids(on)geschiktheid en loonvorderingen in het kader van verzekeringsgeneeskunde
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Leeuwarden op 29 november 2007, stond de beoordeling van de arbeids(on)geschiktheid van de eiser centraal. De eiser, vertegenwoordigd door mr. B. van Dijk van Tiebout Advocaten, had een geschil met de naamloze vennootschap Caparis NV, die in persoon werd vertegenwoordigd door bedrijfsjuriste mr. K. van der Boom. De kantonrechter diende te oordelen over de vraag of de verzekeringsarts van het UWV, M. Niemeijer, de maagklachten van de eiser voldoende had betrokken in haar beoordeling van de arbeids(on)geschiktheid. De kantonrechter oordeelde dat de aanvulling van de verzekeringsarts de eerder bestaande twijfel over de beoordeling wegnam. De verzekeringsarts had alle klachten van de eiser, inclusief de maagklachten, in haar oordeel meegenomen.
De kantonrechter nam de overwegingen van het tussenvonnis van 23 augustus 2007 over en concludeerde dat de verzekeringsarts op basis van de beschikbare medische gegevens tot de conclusie was gekomen dat de eiser per 1 maart 2006 zijn werkzaamheden had kunnen verrichten. De eiser had aangevoerd dat de deskundige ook de opgevraagde informatie had moeten overleggen, maar de kantonrechter volgde deze stelling niet. De kantonrechter oordeelde dat het overleggen van deze stukken niet noodzakelijk was voor het oordeel van de deskundige.
In de beslissing wees de kantonrechter de loonvorderingen van de eiser over de perioden in 2004 en 2005 af, evenals de loonvordering over de periode van 1 maart tot en met 3 mei 2006. De kantonrechter oordeelde dat de eiser geen onredelijk gebruik maakte van het procesrecht en compenseerde de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten droeg. De uitspraak werd gedaan door mr. J.C.G. Leijten, kantonrechter, en werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.