RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector kanton
zaak-/rolnummer: 223626 \ CV EXPL 07-4209
vonnis van de kantonrechter d.d. 5 februari 2008
De vennootschap onder firma De Groene Leguaan v.o.f.,
gevestigd te [adres],
mr. [eiser],
wonende te [adres],
hierna gezamenlijk te noemen: De Groene Leguaan c.s.,
eisers,
procederende in persoon,
De naamloze vennootschap Friesland Bank N.V.,
hierna te noemen: Friesland Bank,
gevestigd te Leeuwarden,
gedaagde,
gemachtigde: mr. E.W. Kingma.
Procesverloop
1. Na tussenvonnis in het incident hebben partijen gerepliceerd respectievelijk gedupliceerd, onder overlegging van producties. Vervolgens is vonnis bepaald op de stukken, waarvan de inhoud als hier ingelast geldt.
Motivering
De vaststaande feiten
2.1. [eiser] is vennoot van De Groene Leguaan. Als zodanig heeft hij het ontwerpen en bouwen van "bio-ecologische" woningen in [plaats] doen realiseren. Deze woningen bevinden zich in een soort park op een landtong en zijn visueel enigszins afgeschermd.
2.2. Voornoemde woningen worden ook aangeduid als "leguaanwoningen", onder meer vanwege hun op de kop daarvan gelijkende vorm. De bouw van deze woningen in de tweede helft van de jaren negentig heeft in binnen- en buitenland de nodige publiciteit gekregen, en is geprezen als een milieuvriendelijk project.
2.3. Friesland Bank verstrekt onder meer hypothecaire leningen. In dat kader heeft zij in 2005 een reclamecampagne gevoerd waarbij gebruik is gemaakt van foto's van voornoemde leguaanwoningen. Ondanks sommaties daartoe zijdens De Groene Leguaan c.s. heeft Friesland Bank de campagne niet gestaakt.
De standpunten van partijen
3.1. De Groene Leguaan c.s. stelt dat Friesland Bank inbreuk op haar auteursrecht heeft gemaakt, dan wel onrechtmatig heeft gehandeld, door zonder overleg en toestemming foto's van leguaanwoningen te gebruiken. Daarbij geldt dat de leguaanwoningen staan voor milieubewustzijn, hetgeen tegenovergesteld is aan datgene waar de reclamecampagne van Friesland Bank voor staat, te weten het aanmoedigen van consumptie.
3.2. Friesland Bank betwist dat De Groene Leguaan c.s. rechthebbende in de zin van de Auteurswet is, en dat sprake is van strijd met de Auteurswet. Voorts is zij zich niet bewust van enige onrechtmatigheid en is niet gebleken dat en waardoor schade is geleden.
De beoordeling van het geschil
4.1. De kantonrechter is, overigens evenals Friesland Bank, met De Groene Leguaan c.s. van oordeel dat de leguaanwoningen beschouwd kunnen worden als een werk in de zin van de Auteurswet. De vraag is echter of De Groene Leguaan c.s. als rechthebbende in de zin van deze wet kan worden beschouwd.
4.2. Vast staat dat de bouwtekeningen van de woningen zijn gemaakt door architect [X]. De stelling van Friesland Bank dat [X] daarom de rechthebbende is blijkt echter nergens uit, wordt weerlegd door de brief van 25 maart 1999 (productie 6 bij repliek) waaruit blijkt dat [X] geen aanspraak maakt op enig recht, en is een te enge interpretatie van de Auteurswet. De kantonrechter gaat er, ook bij gebreke aan een onderbouwde betwisting, van uit dat [eiser], namens De Groene Leguaan, inderdaad de initiator, inspirator, financier en bouwer was. Aldus fungeerde hij ten opzichte van de tekenende handen van [X] als brein. In het licht van de achtergronden van de Auteurswet is [eiser] dan ook te beschouwen als de rechthebbende.
4.3. Voornoemde bespiegelingen leiden tot de vraag of er, door het verspreiden van foto's van de woningen, inbreuk is gemaakt op een auteursrechtelijk beschermd recht van [eiser]. Dit is niet het geval. De Groene Leguaan c.s. heeft niet aannemelijk kunnen maken dat de woningen zijn gelegen in een niet-openbaar gebied. Weliswaar schijnen er verbodsborden te staan, maar dat dit onderdeel van het stadje [plaats] privégebied zou zijn blijkt niet. De afzondering die [eiser] thans bepleit staat overigens in contrast met zijn wens om de mensheid tot bewustwording te brengen. De woningen lijken toch bedoeld om aan de openbaarheid prijsgegeven te worden. Wellicht geldt daarbij een uitzondering voor gebruikte technieken, maar die zijn hier niet aan de orde. Hoe dan ook lijken de woningen, gelet op de foto's die door Friesland Bank in het geding zijn gebracht, in voldoende mate zichtbaar vanaf de openbare weg.
4.4. Nu vastgesteld is dat er geen sprake is van een inbreuk op het auteursrecht rijst de vraag of er sprake is van een onrechtmatig handelen door Friesland Bank. Deze vraag wordt bevestigend beantwoord, waarbij het volgende is overwogen.
Vast staat dat De Groene Leguaan c.s. een niet alledaags project heeft gerealiseerd, dat gericht is op bewustwording ten aanzien van ecologie en milieubehoud. Deze bewustwording moet onder meer gewekt worden door de combinatie van vorm, kleur en omgeving van de woningen. Het is deze combinatie die de woningen tot iets aparts maakt.
Voornoemd streven en de daartoe gebezigde combinatie hebben de nodige aandacht gekregen in de landelijke pers en tijdschriften. Reeds om die reden had Friesland Bank bekend moeten zijn met de woningen en het streven.
Friesland Bank heeft, zonder overleg met of toestemming van De Groene Leguaan c.s., foto's van deze woningen gebruikt voor een reclamecampagne, kennelijk met het doel méér hypotheken te verkopen. Daarbij zijn de woningen in hun karakteristieke vorm prominent in beeld gebracht. Het aan deze woningen klevende concept van ecologisch bewustzijn wordt daarbij door Friesland Bank niet genoemd. Het enige bewustzijn waaraan Friesland Bank met deze campagne wil appelleren is dat van financieel voordeel. Op deze wijze heeft Friesland Bank het oorspronkelijk concept geweld aangedaan. Dit concept betreft, zoals hierboven uiteengezet is, een recht dat De Groene Leguaan, in persoon van [eiser], toekomt. Aldus is inbreuk gemaakt op een recht van De Groene Leguaan c.s. en is onrechtmatig gehandeld door Friesland Bank.
4.5. Dat De Groene Leguaan c.s. op enige wijze financieel nadeel heeft geleden door het onrechtmatig handelen is niet gebleken. Op geen enkele wijze is nader onderbouwd dat en in welke mate er sprake is van materiële of immateriële schade. De kosten van het kort-geding kunnen niet worden beschouwd als samenhangend met het onrechtmatig handelen, nu dat niet de inzet van het kort-geding was. Niet uitgesloten is dat [eiser] inderdaad, zoals hij zelf stelt, gegriefd is maar dat enkele, hoe zeer betreurenswaardige, feit is geen grondslag voor een schadevergoeding. De vordering tot betaling van € 5.000,- zal dan ook afgewezen worden.
4.6. De vordering inzake de door Friesland Bank af te leggen verklaring kan worden toegewezen. Deze vordering wordt nauwelijks weerlegd, kan een herstel bieden van de hiervoor onder 4.4. bedoelde inbreuk en komt de kantonrechter overigens niet onredelijk voor. Daarbij wordt echter nadrukkelijk overwogen dat door De Groene Leguaan c.s. op geen enkele wijze is aangegeven wanneer, op welke wijze en jegens wie de verklaring gedaan moet worden. De kantonrechter, die niet kan toewijzen wat niet gevorderd is, laat dit dan ook over aan redelijk overleg tussen partijen, waarbij hij zich kan voorstellen dat de verklaring tenminste wordt gedaan in een brief aan [eiser].
4.7. Friesland Bank heeft te gelden als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij, en zal worden veroordeeld in de kosten van de procedure aan de zijde van De Groene Leguaan c.s., waarbij er van wordt uitgegaan dat zij zonder gemachtigde procedeert, nu [eiser] immers zelf partij is.
Beslissing
De kantonrechter:
veroordeelt Friesland Bank tot het afleggen van een verklaring, op nader door partijen te bepalen wijze, met de volgende tekst:
"In het voorjaar van 2005 gebruikte de Friesland Bank deze foto van het Leguanenproject in [plaats] voor haar hypotheekcampagne. Deze woningen zijn echter niet bedoeld om hypotheken aan te prijzen, maar zijn een oproep om over te gaan tot het bouwen van energieneutrale woningen. Op deze manier kan een bijdrage geleverd worden aan het verminderen van de klimaatverandering. Het project is het ontwerp, initiatief en geesteskind van [eiser] en [Y]."
veroordeelt Friesland Bank in de kosten van de procedure, aan de zijde van De Groene Leguaan c.s. gevallen en begroot op € 269,85 aan verschotten;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Aldus gewezen door mr. J.E. Biesma, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 5 februari 2008 in tegenwoordigheid van de griffier.