ECLI:NL:RBLEE:2008:BC8208
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.H. Varekamp-Vos
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet en de bewijslast bij kennelijk onredelijk ontslag
In deze zaak gaat het om een geschil tussen een werknemer, hierna te noemen [werknemer], en zijn werkgever, de besloten vennootschap Strukton Railinfra B.V. [werknemer] is op 29 juni 2006 op staande voet ontslagen door Strukton wegens ernstig plichtsverzuim, bedrog en valsheid in geschrifte. De werknemer heeft in deze procedure afstand gedaan van zijn beroep op de nietigheid van het ontslag en vordert schadevergoeding op grond van kennelijk onredelijk ontslag. De kantonrechter heeft de feiten vastgesteld en de procesgang beschreven, waarbij [werknemer] zijn vorderingen baseert op de stelling dat er geen dringende redenen waren voor het ontslag. Strukton betwist dit en stelt dat [werknemer] zich op meerdere data niet aan zijn verplichtingen heeft gehouden, wat heeft geleid tot het ontslag.
De kantonrechter heeft de bewijspositie van partijen beoordeeld. Bij een procedure over de nietigheid van een ontslag op staande voet ligt de bewijslast bij de werkgever, maar in dit geval, nu [werknemer] zijn beroep op de nietigheid heeft ingetrokken, ligt de bewijslast bij hem. De kantonrechter concludeert dat [werknemer] niet voldoende bewijs heeft geleverd voor zijn stellingen en dat Strukton voldoende feiten heeft aangedragen ter onderbouwing van haar ontslagreden. De kantonrechter oordeelt dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is en dat er geen sprake is van een onregelmatige opzegging of kennelijk onredelijk ontslag. De vorderingen van [werknemer] worden dan ook afgewezen, en hij wordt veroordeeld in de proceskosten.
De uitspraak van de kantonrechter is gedaan op 11 maart 2008, en de zaak is geregistreerd onder nummer 206162 CV EXPL 06-6019. De uitspraak benadrukt het belang van het volgen van de juiste procedures en het aanleveren van voldoende bewijs in arbeidsrechtelijke geschillen.