ECLI:NL:RBLEE:2008:BG1804
Rechtbank Leeuwarden
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- P.G. Wijtsma
- P.R.M. Poiesz
- Rechtspraak.nl
Handhaving van bestemmingsplan in verband met het houden van een groot aantal katten
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Leeuwarden op 28 oktober 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verzoekster, die in Nij Altoenae woont, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Het Bildt. De verzoekster had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college, waarin zij op straffe van een dwangsom werd gelast om het met het bestemmingsplan 'Nij Altoenae' strijdige gebruik van haar perceel, waar zij een groot aantal katten hield, vóór 1 november 2008 te beëindigen. Het college beschouwde het gebruik als beëindigd indien er niet meer dan tien katten werden gehouden.
De voorzieningenrechter overwoog dat op grond van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een voorlopige voorziening kan worden getroffen indien onverwijlde spoed dat vereist. De rechter oordeelde dat verzoekster een spoedeisend belang had bij de gevraagde voorziening en dat er geen beletselen waren om haar verzoek te ontvangen. De rechter besloot om onmiddellijk uitspraak te doen in de hoofdzaak, omdat nader onderzoek niet zou bijdragen aan de beoordeling.
De voorzieningenrechter concludeerde dat het houden van een groot aantal katten in strijd was met de bestemmingsplanvoorschriften, aangezien het perceel was bestemd voor 'Eensgezinshuizen klasse B'. De rechter nam in overweging dat verzoekster structureel opvang bood aan zwerfkatten, wat niet in overeenstemming was met de woonfunctie van het perceel. De voorzieningenrechter oordeelde dat verzoekster de overtreder was van de bestemmingsplanvoorschriften en dat het college bevoegd was om handhavend op te treden.
Uiteindelijk verklaarde de voorzieningenrechter het beroep van verzoekster ongegrond en wees het verzoek om een voorlopige voorziening af. De rechter oordeelde dat de gegeven begunstigingstermijn van zeven maanden voldoende was geweest voor verzoekster om aan de opgelegde last te voldoen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen de beslissing op het verzoek om voorlopige voorziening.