zaaknummer / rolnummer: 92344 / KG ZA 08-350
Vonnis in kort geding van 10 december 2008
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PASTREPCO B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
advocaat mr. T. Bijlsma,
de naamloze vennootschap FORTIS BANK (NEDERLAND) N.V.,
statutair gevestigd te Rotterdam,
kantoorhoudend te Bolsward,
gedaagde,
advocaat mr. P.A.J. Peeters.
Partijen zullen hierna Pastrepco en Fortis genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van Pastrepco
- de pleitnota van Fortis.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Pastrepco is een houdstermaatschappij waarvan de heer [a] (hierna: [a]) directeur-grootaandeelhouder is. [a] zal op 14 december 2008 naar Canada emigreren.
2.2. Op 26 mei 2008 heeft [a] via Pastrepco een bedrag van EUR 780.000,-- gestort op een depositorekening bij Fortis. Dit bedrag is op 26 augustus 2008 vrijgekomen.
2.3. Op 22 augustus 2008 heeft [a] per email zijn accountmanager bij Fortis, de heer [b] (hierna: [b]), verzocht om hem informatie te verstrekken over de koers van de Canadese dollar, de depositorente en eventuele bijkomende kosten in verband met het omwisselen van euro's in Canadese dollars. [b] heeft op 22 augustus 2008, eveneens per email, aangegeven dat het omwisselen van euro's naar Canadese dollars plaatsvindt op aankoopkoers. [b] heeft tevens te kennen geven dat deze koers zeven maal per dag wordt aangepast en dat de koers ten tijde van het opstellen van de email 1,57904 bedroeg.
2.4. Op 26 augustus 2008 heeft [a] gebeld met [b] over de te ondernemen actie. [a] heeft in dit gesprek tevens gevraagd naar de actuele koers van de Canadese dollar. Hierbij heeft [a] aangegeven dat hij op internet had gelezen dat de koers ongeveer 1,54 zou zijn. [b] heeft vervolgens aangegeven dat hij het bankkantoor van Fortis in Bolsward zou verzoeken de actuele wisselkoers en de rente van de valutarekening aan [a] te e-mailen.
2.5. Op 26 augustus 2008 rond 10.45 uur heeft [a] een email ontvangen van mevrouw [c], assistent accountmanager bij het bankkantoor van Fortis in Bolsward, waarin onder meer stond vermeld:
'De aankoopkoers van de Canadese dollar is op dit moment 1,57619.'
2.6. [b] heeft hierna telefonisch aan [a] medegedeeld dat er gewerkt werd aan het beschikbaar stellen van de nieuwe valutarekening. [a] heeft toen nogmaals met [b] besproken dat het vrijgevallen bedrag van de depositorekening zou worden omgewisseld van euro's in Canadese dollars om vervolgens gestort te worden op de nieuw beschikbaar gestelde Canadese dollar (CAD) valutarekening. [a] heeft na dit telefonisch contact aan Fortis per email de opdracht gegeven het bedrag van de aflopende depositorekening om te wisselen van euro's in Canadese dollars. In voornoemde email van 26 augustus 2008 verzonden om 11.44 uur, heeft [a] het volgende aangegeven:
'Zodra het rekeningnummer van de CAD valuta deposito rekening bekend is, verzoeken wij u vriendelijk het saldo van de vandaag vrijvallende termijndeposito ten name van Pastrepco b.v. over te boeken / om te wisselen naar de CAD valuta deposito rekening tegen onderstaande koers en tegen een rente van 2,6%.'
Voornoemde email bevat een berekening, waarbij het saldo van de vrijgevallen termijndeposito inclusief rente, à EUR 788.234,75 vermenigvuldigd wordt met de aankoopkoers, à 1,57619. [a] stelt derhalve dat Fortis een bedrag van 1.242.407,73 Canadese dollars dient over te boeken naar de CAD valutarekening.
2.7. [a] heeft op 26 augustus 2008 rond twaalf uur 's middags een email van mevrouw [c] ontvangen, waarin het rekeningnummer van de nieuwe CAD valutarekening stond vermeld, alsmede de boodschap dat een schriftelijke bevestiging per post zou volgen. Verder stond in voornoemde email de volgende zin:
'De boekingen zullen we uitvoeren zoals u in uw mail heeft aangegeven.'
2.8. Dezelfde dag rond half vier 's middags werd [a] gebeld door [b] met de mededeling dat door een interne fout de wisselkoers, zoals deze door Fortis aan [a] was doorgegeven, niet juist was. Fortis heeft aangegeven de geldende wisselkoers, à 1,50, te willen hanteren en bleek niet bereid het bedrag om te wisselen tegen de eerder aangegeven koers. Op 8 september 2008 heeft [a] uiteindelijk het vrijgevallen bedrag bij Fortis omgewisseld voor Canadese dollars, tegen een koers van 1,5050. [a] heeft zich namens Pastrepco alle rechten voorbehouden.
2.9. [a] heeft Fortis aansprakelijk gesteld voor de door Pastrepco geleden schade als gevolg van het niet nakomen van Fortis van de verplichtingen uit de door partijen gesloten overeenkomst, inhoudende dat het vrijgekomen bedrag zou worden omgewisseld tegen een koers van CAD 1,57619. Fortis heeft hierop gereageerd door aansprakelijkheid van de hand te wijzen.
3.1. Pastrepco vordert na eiswijziging samengevat - veroordeling van Fortis tot betaling van een bedrag van 56.114,43 Canadese dollars, vermeerderd met rente en kosten.
3.2. Fortis voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Fortis voert ten verwere aan dat in de onderhavige zaak geen sprake is van spoedeisend belang, zodat de voorzieningenrechter zich onbevoegd dient te verklaren. Fortis onderbouwt haar standpunt door aan te voeren dat het door Pastrepco in de dagvaarding aangedragen spoedeisend belang, het belang is van [a]. Het feit dat haar bestuurder zich in het buitenland zal vestigen levert, volgens Fortis, voor Pastrepco geen spoedeisend belang op. Fortis voert hierbij tevens aan dat [a] een eventuele bodemprocedure namens Pastrepco ook vanuit het buitenland zal kunnen voeren met een advocaat in Nederland.
4.2. Pastrepco heeft aangevoerd dat Pastrepco en [a] te vereenzelvigen zijn. [a] staat op het punt naar Canada te emigreren. Indien een bodemprocedure in Nederland aanhangig zou worden gemaakt, zou [a] moeten terugkeren naar Nederland, hetgeen onmogelijk van hem gevergd kan worden. Bij de beoordeling van het spoedeisend belang is, volgens Pastrepco, eveneens van belang dat [a] en zijn echtgenote bij het inrichten van hun leven in Canada op de hoogte willen zijn van hun financiële situatie.
4.3. De voorzieningenrechter stelt vast dat voor de ontvankelijkheid van een vordering in kort geding slechts vereist is dat de eisende partij stelt dat hij een spoedeisend eisend belang heeft. Nu Pastrepco bij dagvaarding heeft gesteld dat zij een spoedeisend belang heeft, is de voorzieningenrechter bevoegd kennis te nemen van de onderhavige vordering.
Voor de toewijsbaarheid van een geldvordering in kort geding dient een spoedeisend belang echter aannemelijk gemaakt te worden, waarbij terughoudendheid bij het aannemen van een dergelijk belang op zijn plaats is. De voorzieningenrechter is met Fortis van oordeel dat de omstandigheid dat [a] binnenkort emigreert naar Canada niet betekent dat Pastrepco niet in staat zou zijn een bodemprocedure tegen Fortis te initiëren. Hierbij merkt de voorzieningenrechter op dat Pastrepco gevestigd is en blijft in Nederland en niet valt in te zien waarom Pastrepco niet of een ander dan [a] als gemachtigde aanwijst of waarom [a] niet naar Nederland reist. Bovendien voorkomt het thans treffen van een voorlopige maatregel niet dat alsnog een bodemprocedure gevoerd zal kunnen worden.
Tot slot overweegt de voorzieningenrechter dat het thans treffen van een voorlopige maatregel, aan [a] en zijn echtgenote niet de gewenste zekerheid biedt, nu het slechts gaat om een voorlopige maatregel.
4.4. Het bovenstaande leidt tot de conclusie dat Pastrepco onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt een spoedeisend belang te hebben bij de gevraagde voorziening. Aldus is niet voldaan aan één van de vereisten voor toewijzing van een geldvordering in kort geding. Dit betekent dat de vordering zal worden afgewezen. De overige geschilpunten kunnen derhalve onbesproken blijven.
4.5. Pastrepco zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Fortis worden begroot op:
- vast recht EUR 254,00
- salaris procureur 816,00
Totaal EUR 1.070,00
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. wijst de vorderingen van Pastrepco af,
5.2. veroordeelt Pastrepco in de proceskosten, aan de zijde van Fortis tot op heden begroot op EUR 1.070,00,
5.3. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Jansen en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier B. Veelders op 10 december 2008.?