zaaknummer / rolnummer: 93461 / KG ZA 08-415
Vonnis in kort geding van 4 februari 2009
de besloten vennootschap RIOOLONTSTOPPINGSBEDRIJF VAN DEN AKKER WOLVEGA BV,
gevestigd te Wolvega,
eiseres,
advocaat mr. W.R. Kamminga,
de stichting STICHTING ACCOLADE HEERENVEEN,
gevestigd te Heerenveen,
gedaagde,
advocaat mr. H. de Boer.
Partijen zullen hierna Van den Akker en Accolade genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling van 19 januari 2009
- de pleitnota van Van den Akker
- de pleitnota van Accolade.
1.2. Partijen hebben producties overgelegd. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Van den Akker heeft vanaf 1990 voor Accolade en haar rechtsvoorgangers werkzaamheden verricht, te weten rioolontstoppingswerkzaamheden en dakgootwerkzaamheden.
2.2. Op 26 april 2000 zijn partijen voor de rioolontstoppingswerkzaamheden een schriftelijke overeenkomst aangegaan voor bepaalde tijd, en wel voor de periode van 1 maart 2000 tot 1 maart 2005, met een opzegtermijn van één jaar.
2.3. Bij brief van 25 februari 2004 heeft Accolade de overeenkomst opgezegd tegen 1 maart 2005. Accolade is daartoe overgegaan omdat zij doende was een fusietraject af te wikkelen. Onderdeel van het fusieproces was het reorganiseren van alle lopende contracten van de diverse fusiepartners met derden.
2.4. Vanaf 1 maart 2005 heeft Van den Akker haar rioolontstoppingswerkzaamheden voor Accolade op de oude voet voortgezet. Partijen hebben jaarlijks de tarieven aangepast. Het komt er op neer dat Van den Akker een vast maandelijks bedrag voor de rioolontstop¬pings¬¬werk¬zaam¬heden heeft ontvangen, laatstelijk een bedrag van ongeveer € 3.600,00 exclusief BTW. Daarnaast heeft Van den Akker uit de ontstoppingswerkzaamheden voortvloeiende reparatiewerkzaamheden verricht, telkens op basis van separate opdrachten van Accolade.
2.5. Voor de door Van den Akker ten behoeve van Accolade te verrichten dakgootwerk¬zaam¬heden hebben partijen in 2007 een contract gesloten voor de duur van vijf jaar, met een opzegtermijn van één jaar.
2.6. Bij brief van 15 maart 2007 heeft Accolade aan Van den Akker schriftelijk bevestigd dat zij die dag gesproken hebben over klachten over de door Van den Akker geleverde kwaliteit met betrekking tot de rioolreiniging. Meer specifiek maakt Accolade in die brief melding van de volgende klachten:
(…) afspraken niet nakomen, klantonvriendelijke houding tegen bewoners, niet correct tegen medewerkers Arqin-Bouw, niet afbellen van afspraken als er om wat voor reden dan ook niet aan toe wordt gekomen, zich niet aan de planning en afspraken houdt zoals de intake heeft gemaakt ,afspraken wel eens vergeten (…).
2.7. In de brief wordt verder vermeld, voor zover hier relevant:
Bovengenoemde klachten zijn voor Arqin-Bouw en haar klanten onacceptabel. Omdat er een lange relatie bestaat tussen Arqin en uw organisatie, hebben we besloten om de samenwerking niet met onmiddellijke ingang stop te zetten, maar u in de periode tot augustus 2007 in de gelegenheid te stellen te komen tot significante verbetering van de kwaliteit ter voorkoming van bovengenoemde klachten.
2.8. Bij brief van 25 november 2008 heeft Accolade de overeenkomst die betrekking heeft op de rioolontstoppingswerkzaamheden opgezegd. De brief luidt, voor zover hier van belang:
Hierbij ontvangt u de bevestiging van de afspraken zoals gemaakt tijdens ons gesprek van donderdag 20 november 2008. Zoals in het gesprek aangegeven stoppen we per 5 januari 2009 met de samenwerking op het gebied van rioolontstopping voor het gebied Heerenveen en omstreken. De noodzaak van deze opzegging ligt in het feit dat het aantal klachten wat we over u en uw werkzaamheden hebben ontvangen dusdanig is waardoor de kwaliteit van onze service aan onze klanten in gevaar komt. Tijdens een aantal gesprekken met u in 2008 zijn deze klachten met u besproken maar dit heeft niet geleid tot het verbeteren van de kwaliteit.
3.1. Van den Akker vordert, dat de voorzieningenrechter bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
primair Accolade veroordeelt de overeenkomst voor onbepaalde tijd onmiddellijk, onvoorwaardelijk en volledig voort te zetten, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag dat Accolade niet aan deze veroordeling voldoet, tot een maximum van € 250.000,00;
subsidiair Accolade veroordeelt tot nakoming van de overeenkomst, dit alles tot 1 januari 2010 althans een in goede justitie vast te stellen redelijke termijn, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag dat Accolade niet aan deze veroordeling voldoet, tot een maximum van € 250.000,00;
meer subsidiair Accolade veroordeelt om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Van den Akker te betalen een voorschot van € 50.000,00 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 december 2008;
alles met veroordeling van Accolade in de proceskosten.
3.2. Accolade voert verweer, met conclusie tot afwijzing van de vordering.
3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Het gaat in dit kort geding over de overeenkomst die betrekking heeft op de door Van den Akker ten behoeve van de huizen van Accolade te verrichten rioolontstoppings¬werkzaamheden.
4.2. Van den Akker vordert primair onmiddellijke, onvoorwaardelijke en volledige voortzetting van die overeenkomst. Subsidiair vordert Van den Akker dat de overeenkomst tot 1 januari 2010 althans tot een door de voorzieningen¬rechter te bepalen termijn moet worden voortgezet. Accolade stelt zich op het standpunt dat zij niet lang meer gebonden is aan de overeenkomst omdat zij die bij brief van 25 november 2008 heeft opgezegd. Hoewel Accolade in haar opzeggingsbrief nog een opzegtermijn van zes weken heeft gehanteerd, heeft Accolade die termijn ter gelegenheid van de mondelinge behandeling gesteld op een termijn van 4,5 maanden, te rekenen vanaf de datum van opzegging van 25 november 2008. Daarmee acht Accolade zich nog tot medio april 2009 gebonden aan de overeenkomst. Zij baseert zich daarbij op het uitgangspunt dat voor de duur van de opzeggingstermijn alleen gekeken behoeft te worden naar de periode vanaf 1 maart 2005, nu vaststaat dat zij de schriftelijke overeenkomst aangegaan voor de periode van 1 maart 2000 tot 1 maart 2005, rechtsgeldig heeft opgezegd.
4.3. Van den Akker voert aan dat Accolade de overeenkomst zonder zwaarwegende grond heeft opgezegd en dat opzegging zonder zwaarwegende grond weliswaar in het algemeen mogelijk is, mits een redelijke opzegtermijn in acht wordt genomen. Van den Akker vindt een opzegtermijn van 4,5 maand niet redelijk. De voorzieningenrechter is dat met Van den Akker eens en overweegt daartoe als volgt.
4.4. Tussen partijen is niet in geschil dat de overeenkomst een duurovereenkomst voor onbepaalde tijd betreft. De tussen partijen gesloten overeenkomst bevat geen regeling over de opzegging daarvan. Ook is in de wet geen specifieke regeling opgenomen over de opzegging van duurovereenkomsten als deze. Op grond van vaste rechtspraak heeft te gelden dat een duurovereenkomst die voor onbepaalde tijd is aangegaan in het algemeen door enkele opzegging kan worden beëindigd, mits daarbij een redelijke, aan de omstandigheden van het geval aangepaste, termijn in acht wordt genomen.
4.5. De eerste omstandigheid die de voorzieningenrechter bepalend acht voor het vaststellen van de opzegtermijn is de lange duur van de overeenkomst. Vaststaat dat Van den Akker vanaf 1990 voor Accolade rioolontstoppingswerkzaamheden verricht. Aan de lengte van de periode waarin Van den Akker die werkzaamheden voor Accolade heeft verricht doet niet af dat partijen in de periode maart 2000 en maart 2005 een contract voor bepaalde tijd hebben gesloten, welke door Accolade rechtsgeldig is opgezegd, nu eveneens vaststaat dat Accolade feitelijk geen uitvoering heeft gegeven aan die opzegging. Van den Akker is daarna die werkzaamheden voor Accolade blijven verrichten waarbij Van den Akker op de oude voet verder is gegaan. Ook staat vast dat partijen het, wat betreft de inhoud van het contract, één keer per jaar over de hoogte van de tarieven hebben gehad. Die communicatie bestond uit niet meer dan dat Van den Akker de geïndexeerde tarieven toestuurde, waarna de prijs werd aangepast. De voorzieningenrechter gaat er van uit dat de rechtsverhouding op basis waarvan Van den Akker voor Accolade rioolontstoppingswerkzaamheden verricht, al achttien jaar duurt.
4.6. Een tweede omstandigheid die naar het oordeel van de voorzieningenrechter bij het vaststellen van een redelijke opzegtermijn in aanmerking moet worden genomen, is dat de rioolontstoppingswerk¬zaam¬heden een substantieel deel van de omzet van Van den Akker vormen, zoals ter zitting door Van den Akker is toegelicht.
4.7. Als derde omstandigheid moet naar het oordeel van de voorzieningenrechter worden meegewogen het vertrouwen dat Van den Akker mocht hebben op continuering van de werkzaamheden, dan wel dat zij bij het beëindigen van die werkzaamheden een redelijke periode van tevoren daaromtrent zou worden ingelicht zodat zij hetzij vervangende opdrachtgevers zou kunnen zoeken, hetzij de beëindiging van de arbeidsovereenkomsten met haar eigen werknemers zou kunnen nastreven. In dat kader is van belang dat Van den Akker ter zitting heeft toegelicht dat het in de branche gebruikelijk is contracten te sluiten op grond waarvan partijen -minstens- een jaar aan elkaar gebonden zijn. Accolade heeft in dit kader aangevoerd dat zij al langere tijd met Van den Akker communiceert over klachten die zij over Van den Akker ontvangt. Nog daargelaten dat uit de stelling van Accolade nog niet valt af te leiden dat die gesprekken ook zodanig waren dat Van den Akker zich moest realiseren dat het contract door Accolade zou worden beëindigd, heeft Van den Akker betwist dat met haar gesproken is over klachten. Accolade kan haar stelling slechts staven met de brief van 15 maart 2007. In deze brief krijgt Van den Akker tot de periode van augustus 2007 de gelegenheid om de kwaliteit te verbeteren. Uit de omstandigheid dat Van den Akker ook na augustus 2007 bedoelde werkzaamheden voor Accolade is blijven verrichten, valt eerder af te leiden dat het werk van Van den Akker wel (weer) voldeed dan dat het niet zo zou zijn. Voor nader feitenonderzoek leent dit kort geding zich niet, zodat het standpunt van Accolade in dit geding niet aannemelijk is geworden.
4.8. Tot slot overweegt de voorzieningenrechter dat ook de belangen van Accolade een rol spelen bij het vaststellen van een opzegtermijn. Vaststaat dat Accolade al met een ander bedrijf heeft gecontracteerd met betrekking tot de ten behoeve van haar huizenbestand te verrichten rioolontstoppingswerkzaamheden.
4.9. Gelet op deze omstandigheden, stelt de voorzieningenrechter de opzegtermijn in redelijkheid (voorshands) vast op negen maanden, te rekenen vanaf eind november 2008. Dit betekent dat de overeenkomst naar het (voorlopig) oordeel van de voorzieningenrechter als gevolg van de opzegging zal zijn geëindigd op 1 september 2009.
4.10. Uit de wijze waarop Van den Akker haar vordering heeft ingericht, begrijpt de voorzieningenrechter dat Van den Akker aan haar constatering dat Accolade geen redelijke opzegtermijn heeft gehanteerd primair de conclusie verbindt dat de opzegging geen effect sorteert. Dit gaat naar het oordeel van de voorzieningenrechter te ver, nu het er naar uitziet dat in een bodemprocedure de ongeldige opzegtermijn zal worden geconverteerd in een rechtsgeldige.
4.11. Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de primaire vordering dan ook zal worden afgewezen.
4.12. Subsidiair vordert Van den Akker dat Accolade wordt veroordeeld tot nakoming van de overeenkomst tot 1 januari 2012 althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie vast te stellen termijn. Daar de opzegtermijn door de voorzieningenrechter voorshands is vastgesteld op 9 maanden, zal Accolade in kort geding worden veroordeeld tot nakoming van de betalingsverplichtingen voortvloeiende uit de overeenkomst tot 1 september 2009.
4.13. De verplichting die voor Accolade uit de overeenkomst voortvloeit bestaat uit een betalingsverplichting, die ter zitting niet nader is geconcretiseerd dan een maandelijks bedrag van ongeveer € 3.600,00 exclusief BTW. Hoewel in dit kort geding geen concrete geldvordering is ingesteld, komt de veroordeling wel neer op een betalingsverplichting. Aan een dergelijke verplichting kan ingevolge het bepaalde in artikel 611a lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering geen dwangsom worden verbonden. Dit deel van de subsidiaire vordering zal dan ook worden afgewezen.
4.14. Accolade zal als de hoofdzakelijk in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de proceskosten. De kosten aan de zijde van Van den Akker worden vastgesteld op € 1.141,80, zijnde € 71,80 aan dagvaardingskosten, € 254,00 aan griffierecht en € 816,00 aan tegemoetkoming in het salaris van de advocaat.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter:
1. veroordeelt Accolade tot nakoming van de ingevolge de overeenkomst (die betrekking heeft op de door Van den Akker ten behoeve van de huizen van Accolade te verrichten rioolontstoppings¬werkzaamheden) op Accolade rustende betalingsverplichting, zulks tot 1 september 2009;
2. veroordeelt Accolade in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Van den Akker vastgesteld op € 1.141,80;
3. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4. wijst af het meer of anders gevorderde
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Jansen, voorzieningenrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. S.J. Velsink op 4 februari 2009.?