ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ9795

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
7 oktober 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
89404 - HA ZA 08-435
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake bemiddelingsovereenkomst en courtage bij verkoop van ms. 'Rana'

In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 7 oktober 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen [x], een bemiddelaar, en de commanditaire vennootschap Rana Shipping C.V. en de besloten vennootschap Seashore Shipping B.V. over de verschuldigdheid van courtage bij de verkoop van het ms. 'Rana'. De rechtbank oordeelde dat Rana Shipping c.s. op grond van de tussen partijen gesloten bemiddelingsovereenkomsten en de toepasselijke wetgeving gehouden zijn om de overeengekomen courtage van € 110.000,- aan [x] te voldoen. De rechtbank stelde vast dat de courtage verschuldigd was op het moment dat de koopovereenkomst (MoA) tot stand kwam, ongeacht de latere ontbinding van deze overeenkomst door Rana Shipping c.s. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van belangenverstrengeling of het 'dienen van twee heren' door [x], en dat hij zijn verplichtingen uit de bemiddelingsovereenkomst niet had geschonden. De rechtbank wees de vorderingen van Rana Shipping c.s. in reconventie af, waaronder de vordering tot teruggave van een bankgarantie en schadevergoeding. De rechtbank veroordeelde Rana Shipping c.s. in de proceskosten en verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 89404 / HA ZA 08-435
Vonnis van 7 oktober 2009
in de zaak van
[x], h.o.d.n. DSM SHIPBROKERS S&P,
wonende en zaakdoende te Meppel,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
advocaat: mr. P.E. van Dam, kantoorhoudende te Capelle aan den IJssel,
tegen
1. de commanditaire vennootschap
RANA SHIPPING C.V.,
gevestigd te Harlingen,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SEASHORE SHIPPING B.V.,
gevestigd te Harlingen,
gedaagden in conventie,
eiseressen in reconventie,
advocaat: mr. J.B. Dijkema, kantoorhoudende te Leeuwarden.
Eiser zal hierna [x] en gedaagden zullen hierna respectievelijk "Rana Shipping", "Seashore Shipping" en gezamenlijk "Rana Shipping c.s." genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het vonnis in het incident van 10 september 2008
- de conclusie van repliek in conventie tevens houdende wijziging van eis tevens antwoord in reconventie
- de conclusie van dupliek in conventie tevens repliek in reconventie
- de conclusie van dupliek in reconventie.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De vaststaande feiten
In dit geding zal van de volgende feiten worden uitgegaan.
2.1. [x] drijft een onderneming die zich onder meer bezighoudt met het adviseren en bemiddelen bij de aan- en verkoop van zeeschepen. Rana Shipping drijft een scheepvaartbedrijf, waarin zij het ms. "Rana" in economische eigendom exploiteerde. Seashore Shipping is beherend vennoot van de commanditaire vennootschap Rana Shipping en was tevens juridisch eigenaar van het ms. "Rana". Directeur van Rana Shipping en Seashore Shipping is dhr. [y] (hierna te noemen: [y]).
2.2. In mei 2007 heeft Rana Shipping aan [x] opdracht gegeven om te bemiddelen bij de verkoop van het ms. "Rana" voor een verkoopsom van € 5.500.000,-. Bij brief van 23 mei 2007 heeft [x] de opdracht bevestigd. In deze brief meldt hij onder meer:
"(…)
Hierbij is overeengekomen dat u ons courtage betaalt indien het schip via onze bemoeiingen wordt verkocht. Indien wij niet de exclusieve/enige makelaar zijn voor dit schip en het schip wordt verkocht, zonder dat wij daaraan hebben bijgedragen, hebt u geen verplichtingen tegenover ons. Indien wij een koper vinden en het schip wordt via ons verkocht, wordt de makelaarsopdracht automatisch exclusief."
2.3. [x] heeft vervolgens bemiddeld bij de verkoop van het ms. "Rana" aan Vielsprind ltd. In dat verband heeft [x] een zgn. Memorandum of Agreement (hierna te noemen: MoA) d.d. 3 oktober 2007 opgesteld, dat - voor zover van belang - als volgt luidt:
Rana Shipping CV, [adres] in HARLINGEN, the Netherlands
hereinafter called the Sellers, have agreed to sell, and
Vielsprind ltd., Suite 5, Garden City Plaza Mountainview Boulevard in BELMOPAN, Belize
hereinafter called the Buyers, have agreed to buy:
Name: ms Rana
(…)
1. Purchase Price EURO 5,500.000,- (in words fivemillionfivehunderthousand euro's)
2. Deposit
As security for the correct fulfilment of this Agreement the Buyers shall pay a deposit of 10% (ten per cent) of Euro 550.000,-- (in word: a deposit in amount of Fivehundred-fiftythousand euro's) of the Purchase Price within 10 banking days from the date of this Agreement. The deposit shall be placed with Public Notary Messrs Jelsma Koelma Notarissen, Zuidoostersingel 51, 8861 GD HARLINGEN, Netherlands, Bank Account: NL49 RABO 0325 5012 97 and swiftcode RABONL2U, and held by them in a joint trustee account for the Sellers and the Buyers. Interest, if any, to be credited to the Buyers. Any fee charged for holding the said deposit shall be borne equally by the Sellers and the Buyers.
3. Payment
The said Purchase Price shall be paid in full free of bank charges to Public Notary Messrs Jelsma Koelma Notarissen, Zuideroostsingel 51, 8861 GD HARLINGEN, Netherlands, Bank Account: NL49 RABO 0325 5012 97 and swiftcode RABLNL2U
on delivery of the vessel, but not later than 3 banking days after the Vessel is in every respect physically ready for delivery in accordance with the terms and conditions of this Agreement and Notice of Readiness has been given in accordance with Clause 5.
(…)
8. Documentation
The place of closing: Harlingen Netherlands at the office of messrs Notaries Jelsma Koelma.
In exchange for payment of the Purchase Price the Sellers shall furnish the Buyers with delivery documents, namely:
a) Legal Bill of Sale in a form recordable in (the country in which the Buyers are to register the Vessel) warranting that the Vessel is free from all encumbrances, mortgages and maritime liens or any other debts or claims whatsoever, duly notarially attested and legalized by the consul of such country or other competent authority.
b) Current Certificate of Ownership issued by the competent authorities of the flag state of the Vessel.
(…)
13. Buyer's default
(…) Should the Purchase Price not be paid in accordance with Clause 3, the Sellers have the right to cancel the Agreement, in which case the deposit together with interest earned shall be released to the Sellers. If the deposit does not cover their loss, the Sellers shall be entitled to claim further compensation for their losses and for all expenses incurred together with interest.
2.4. [x] heeft hierna ten behoeve van zijn bemiddelingsactiviteiten een International Brokers Commission Contract opgesteld, dat - voor zover van belang - onder meer luidt:
THIS AGREEMENT is made the 22nd day of October 2007
Between: Dhr. [y], Rana Shipping CV, [adres], [woonplaats]
Shipowner/Timechartered Owner/Disponent Owner/Seller:
(hereinafter referred to as the "Owner/Seller") and:
Shipbroker: Chartering Broker: DSM Shipbrokers - Meppel - Holland
(hereinafter referred to as the "Broker")
WHEREAS:
The Broker has to sell / fixed the Owner's/ Seller's Vessel on the terms and conditions contained in the Charter Party/ corrobaration of discussed matter dated 23 May 2007 and the MoA dated: 3rd October 2007 (may be annexed hereto).
NOW IT IS HEREBY AGREED AS FOLLOWS:
1. The Owner/Seller shall pay commission at delivery of the vessel to or otherwise renumerate the Broker: 2% of the brut selling price, being an amount of € 110.000,-;
(…)
Het contract is ondertekend door [y] namens Rana Shipping CV en [x].
2.5. Op de bemiddelingsovereenkomst zijn de "general conditions of DSM Shipbrokers" van toepassing. Deze voorwaarden luiden onder meer als volgt:
7 - Brokerage charges
The principal owes brokerage charges to DSM if an agreement is brought about within the framework of the brokerage commission. The height of the brokerage charges is agreed upon in writing between DSM and the principal. If this has not taken place, the percentage that is used within the branch of trade is charged.
(…)
9 - Later/subsequent agreements
If a (subsequent) agreement concerning an other or the same object is brought about between the same parties (or other parties as meant in article 6), the principal owes brokerage charges to DSM for this later agreement, in accordance with the standard for brokerage charges that applies on the moment of the bringing about of the later agreement.
(…)
11 - Payment
Payment of the brokerage charges to DSM are due on the moment the purchase price being paid.
If the principal does not comply with one or more of his liabilities to pay brokerage charges within the term of payment of the broker, or does not comply on time/not completely, the principal also owes the applicable statutory interest rate that applies at that moment on, as well as the extrajudicial collection charges with a minimum of 15% of the sum of the payment in arrear.
2.6. [x] heeft op 6 december 2007 van notaris Jelsma vernomen dat het ms. "Rana" in het scheepsregister op naam van Seashore Shipping geregistreerd staat. [x] heeft [y] daarop bij brief van diezelfde datum onder meer bericht:
"i.v.m. de verkeerde tenaamstelling in het MoA en op alle papieren, moeten deze gewijzigd worden in Seashore Shipping BV, want dat is ook de eigenaar van het schip. Dat betekent dat ook de contracten welke wij hebben met kopers brokers, veranderd moeten worden. Wij moeten u daarvoor nieuwe sturen evenals de vernieuwde facturen. Wilt u svp de facturen en het gewijzigde contract mbt commissie ondertekenen en z.s.m. aan ons retourneren?
(…)"
2.7. [x] heeft op 6 december 2007 tevens een nieuw International Brokers Commission Contract opgesteld, waarin thans Seashore Shipping als Owner/Seller van het ms. "Rana" vermeld staat. Voor het overige is dit nieuwe contract gelijkluidend aan het eerdere. [y] heeft het contract namens Seashore Shipping ondertekend.
2.8. Aan de zijde van de koper van het schip trad Topmaris als vertegenwoordiger op, in de persoon van [z]. [x] heeft Topmaris op 6 december 2007 ervan op de hoogte gesteld dat niet Rana Shipping maar Seashore Shipping de juridische eigenaar was van het ms. "Rana". Tussen [x] en Topmaris zijn vervolgens onder meer de volgende e-mail contacten geweest:
e-mail van [x] aan Topmaris d.d. 6 december 2007
"As I just mentioned on the Phone, we are sending you enclosed a Addendum on the MoA. (We found out that real registered owner is Seashore Shipping bv, the juridical owner of ms Rana and of the Rana Shipping CV)
(…) Off course we will send you new invoices and other documents made out on name of ms Seashore Shipping a.s.a.p. (…)"
e-mail van Topmaris aan [x] d.d. 9 december 2007
"Bankers agreed with two deals in one day, but they would like to conclude enclosed agreement.
We understand that on last Thursday Dutch lawyer of bankers has spoken about this eventual agreement with the notary (Jelsma Koelma) and the notary was comfortable and ok, that such agreement will be signed.
Please urgently contact the notary to clarify whether the notary will be able to sign such agreement. Thank you. (…)"
Het 'agreement' waar Topmaris naar verwijst, betreft een concept-overeenkomst, die voor zover van belang als volgt luidt:
AGREEMENT
THE PARTIES
1. The company under the law of the place of its establishment VIELSPRIND LTD. ("Seller"), established in Belmopan, Belize;
2. The company under the law of the place of its establishment GLOBAL TRANSCONTINENT SHIPPING LTD. ("Buyer"), established in Valetta, Malta;
3. The company under the law of the place of its establishment AB BANKAS "HANSABANKAS" ("Bank"), established in Vilnius, Lithuania,
4. The partnership under the law of the place of its establishment JELSMA KOELMA NOTARISSEN ("Civil Notary"), established in Harlingen, the Netherlands;
WHEREAS:
Seller and Buyer have concluded a Memorandum of Agreement (MoA) for the sale and purchase of the ms. Rana. A Copy of the MoA is attached to this Agreement as annex I.
(…)
In aansluiting hierop heeft nog de volgende e-mail correspondentie plaatsgevonden:
e-mail van [x] aan Topmaris d.d. 10 december 2007
"The attachment is a mixture of clauses between our sale from ms Rana to Vielsprind and the re-sale of Rana by Vielsprind to Global Transcontinent Shipping.
(…)
2. It seems that the Payment of Global Transcontinental Shipping LTD is needed for the purchase by Vielsprind. Please note that the binding contract for the Sale to Vielsprind is the MoA signed the 3rd of October.
3. Please confirm by return that the payment by Vielsprind of an amount of Euro 4.950.000 is fully independent from the matters as attached by your message from yesterday night and that the payment is at notary's trustee account on Friday 14th December.
(…)
4. The matters mentioned in your attachment may be acceptable for a sale between Vielsprind and Global Transcontinent, but they are definitely unacceptable for the sale to Vielsprind.
Maybe a suggestion, to sell the Rana from Sellers direct to Global Transcontinent…(not via Vielsprind?). But even then, the attached agreement is unacceptable."
e-mail van Topmaris aan [x] d.d. 13 december 2007 10.12u
"We confirm that Vielsprind Ltd. (as buyer) and Rana Shipping CV (as seller) signed MoA dated 03.10.2007. On 15.10.2007 in accordance with Rana Shipping CV 's Invoice No. 070C103 dated 11.10.2007 Vielsprind Ltd. paid deposit of 550.000 Euro to trustee account mentioned in MOA. For Vielsprind deposit of 550.000 Euro has been paid by Inter-Globe Shipping.
We still did not discuss the question concerning changes of MOA dated 03.10.2007 with Vielsprind Ltd. However we discussed the situation with Global Transcontinent Shipping Ltd. and propose you (seller) as follow:
1. Seller will be Seashore Shipping BV of Harlingen instead of Rana Shipping CV, and buyer will be Global Transcontinent Shipping Ltd. of Malta instead of Vielsprind Ltd.
2. Closing meeting will be on 21.12.2007. Global Transcontinent Shipping Ltd. needs the time to complete all paper work.
(…) Global Transcontinent Shipping Ltd. and Seashore Shipping BV also will sign the addendum to MOA dated 03.10.2007 in order to accept all and ant terms and conditions of MOA dated 03.10.2007 as buyer and as seller. After signing of the addendum to MOA Seashore Shipping BV will issue invoices to Global Transcontinent Shipping Ltd. for deposit and purchase price for m.v. Rana.
After signing of the addendum to MOA Inter-Globe Shipping will confirm in writing that payment (in the amount of 550.000 Euro of 16.10.2007) has been made for Global Transcontinent Shipping Ltd. as deposit for m.v. Rana according to MOA dated 03.10.2007 (…)"
e-mail van [x] aan Topmaris d.d. 13 december 2007 13.21u
"In case buyers would accept your proposal we need to make a new MoA because signature on MoA must be from person, officially allowed to sign for Global Transcontinent Shipping.
Therefore we need very urgently following:
1 - We need to have full name of person to sign the proposed MoA for Global Transcontinent Shipping and an copy per e-mail/fax of the company extracts and copy of passport. From Interglobe we would need all documents as required before from Vielsprind.
2. - Letter from Inter Globe Shipping that they agree with the change of the sale to Global Transcont. Rtc. instead of to Vielsprind and that the sum of 550,000 paid to mrs. Notaris Jelsma Koelma is made for payment of the deposit regarding MoA dated 3rd October on behalf/for Global Transcontinent Shipping in Malta.
(…)
3. - After receipt of these document we will prepare new MoA with the name of Vielsprind changed in to Global Transcontinent Shipping. Rest of the MoA will remain same, and we will agree separately in written that delivery has been delayed to 21st at request of buyers. (…)
e-mail van Topmaris aan [x] d.d. 13 december 2007 17.09u
"Buyer has checked Dutch Maritime Register and Register of Companies.
1. Rana Shipping CV is not registered owner of m.v. Rana.
2. Reg. owner of vessel is Seashore Shipping BV.
3. Rana Shipping CV (KvK-number: 01114605) and Seashore Shipping BV (KvK-number: 01090637) are different legal entities.
Vielsprind Ltd. was surprised that Rana Shipping is not registered owner of m.v. Rana. Vielsprind did not have and has no any contractual relations with company under name Seashore Shipping.
Please urgently confirm: that on 03.10.2007 Rana Shipping CV was registered owner of m.v. Rana and had rights to dispose of m.v. Rana as registered owner (to sell, to mortgage etc).
Please urgently send us the officiale certificate showing that on 03.10.2007 Rana Shipping CV was and at present is registered owner of m.v. Rana"
e-mail van [x] aan Topmaris d.d. 13 december 2007 17.50u
"(…) Rana Shipping is the owner and manager of the vessel in a CV construction.
This CV (Commanditaire Vennootschap) is the official and juridical owner and fully entitled to handle all matters concerning the vessel, including the sale and financial matters. The owner of Rana Shipping CV is Seashore Shipping BV. The only person to sign officially is mr. [y]. On Monday during the closing the notary will be handing over an official declaration in case anyone would have doubts about this construction. The MoA is made out exactly as it should be."
e-mail van [x] aan Topmaris d.d. 14 december 2007 11.51u
"We understood from your several calls and your e-mail from Thursday night 13th December 2007 (received here 18.24 hrs pm) that buyers, ms Vielsprind, have requested to postpone the delivery of the MS Rana to a date in January because they can not fulfill to the terms in the MoA dated 3rd October 2007.
(…)
6 - A letter from buyers Vielsprind, signed and legalized with apostille, that Vielsprind agrees with the change of sale to Global Transcontinent Shipping ltd and that they withdraw themselves from the purchase of the MS Rana per MoA dated 3rd of October 2007. (…)
7. A letter from Interglobe Shipping Ltd, confirming that the payment of the deposit, amount 550.000 Euro, received by Jelsma Koelma Notaries 17th October 2007, originally paid for ms Vielsprind, has now to be seen as payment for ms Global Transcontinental Shipping Ltd. and paid as a deposit per MoA dated 3rd October 2007 for the sale of the MS Rana to MS Global Intercontinental Shipping ltd.
(…)"
2.10. [x] heeft Topmaris op 14 december 2007 een "notarial certificate of ownership of the vessel by Rana Shipping CV" toegezonden. Hierin staat onder meer vermeld:
"(…) Therefore, the motor ship "Rana", registration mark 6614 Z G 1999, is formally owned by Seashore Shipping B.V., and the ship is as such registered to the latter in the Netherlands Shipping Register. This makes that Seashore Shipping B.V. has, as such, sole authority to sell and transfer the title to the aforementioned ship, subject to the other partner's approval. (…)"
2.11. Op 14 december 2007 (18.02u) en zondag 16 december 2007 (22.59 en 23.01u) heeft Topmaris e-mailberichten aan [x] gezonden met het verzoek om de closing uit te stellen omdat Rana Shipping, ondanks herhaald verzoek van de koper, geen uittreksel uit het Nederlandse scheepsregister heeft getoond aan de koper, waaruit blijkt dat Rana Shipping CV op 3 oktober 2007 - toen de MoA werd gesloten - de geregistreerde eigenaar was van het ms. "Rana".
2.12. De koper is op het voor de closing overeengekomen tijdstip op 17 december 2007 niet ten kantore van de notaris verschenen en de koopprijs is toen niet voldaan.
2.13. Omstreeks diezelfde datum heeft [x] [y] geadviseerd om met een beroep op artikel 13 van de MoA de koopovereenkomst te ontbinden, waarna de betaalde waarborgsom van € 550.000,- zou vrijvallen aan Rana Shipping. Op 20 december 2007 heeft [x] per e-mail aan Topmaris de MoA ontbonden op grond van artikel 13 van de MoA, onder mededeling dat hij notaris Jelsma zou vragen om het bedrag van € 550.000,- over te maken aan Rana Shipping. De notaris heeft hierop geantwoord dat hij het bedrag van
€ 550.000,- in depot zal houden in afwachting van de toestemming van beide partijen of een onherroepelijk (arbitraal) vonnis.
2.14. Mr. Van der Velden, de advocaat van Vielsprind, heeft de advocaat van Rana Shipping c.s. bij faxbericht van 17 januari 2008 naar aanleiding van de ontbinding van de MoA onder meer medegedeeld:
"(…) De bedoeling was/is dat koper het schip doorverkoopt aan (een vennootschap binnen de) Baltic Group. Koper zal dan volgens mijn informatie een winst derven van circa € 2.3 mio. (…) Het schip was inmiddels in charter gegeven aan Inter-Globe Shipping (eveneens tot de Baltic Group behorend) voor 5+5 jaar. Dat zal een claim opleveren tegen koper (die zal worden doorgeschoven) en eventueel verkoper uit onrechtmatige daad. Dan zijn er omvangrijke kosten gemaakt in het kader van de MoA, zoals depotstelling, bemanningskosten, opmaken certificaten in verband met inschrijving in Lloyd's Register, financieringskosten etc.
In het onverhoopte geval dat we er niet uitkomen zal ter zake van deze claims verhaal gezocht worden bij de CV, de BV (hoofdelijk naast de CV) als het schip zelve. (…)
2.15. Rana Shipping c.s. zijn vervolgens met Vielsprind in onderhandeling getreden over het intrekken van de ontbinding van de MoA, het opgeven van de vordering tot afgifte van het depotbedrag en het alsnog in eigendom overdragen van het ms. "Rana". Die onderhandelingen hebben geleid tot een regeling, waarbij niet alleen Rana Shipping maar ook Seashore Shipping als verkoper van het schip optreedt en waarbij de closing/eigendomsoverdracht op 17 juni 2008 heeft plaatsgevonden. Het schip is daarbij aan Vielsprind verkocht voor een bedrag van € 5.500.000,-.
2.16. Bij e-mail van 18 februari 2008 hebben Rana Shipping c.s. aan [x] medegedeeld de overeengekomen courtage van € 110.000,- niet te betalen en de met [x] gesloten bemiddelingscontracten te ontbinden, daartoe stellende dat [x] tekortgeschoten is in de nakoming van de op hem als bemiddelaar rustende verplichtingen.
2.17. [x] heeft bij brief van 20 februari 2008 haar factuur van gelijke datum aan Rana Shipping c.s. toegezonden, waarbij de overeengekomen courtage van € 110.000,- aan Rana Shipping c.s. in rekening is gebracht.
2.18 Omdat betaling van de factuur uitbleef, heeft [x] tot zekerheid van verhaal van zijn vordering op 10 april 2008 conservatoir beslag doen leggen op het ms. "Rana".
2.19. Het door [x] gelegde beslag op het ms. "Rana" is opgeheven tegen afgifte van een bankgarantie van de Rabobank tot een maximumbedrag van € 143.000,-. In deze bankgarantie is onder meer het volgende bepaald:
De ondergetekende,
COÖPERATIEVE RABOBANK ROTTERDAM U.A.,
(…)
VERKLAART HET NAVOLGENDE:
1. De bank stelt zich onherroepelijk garant jegens de begunstigde voor de betaling van al hetgeen de begunstigde terzake van de vordering van de debiteur te vorderen heeft blijkens één van de onder 2 sub a. tot en met c. of onder 3 aanhef of sub a. en b. vermelde bewijsstukken zulks met inachtneming van het hierna bepaalde.
2. De bank verbindt zich op eerste schriftelijke verzoek van de begunstigde, onder gelijktijdige overlegging van:
a. een afschrift van een beslissing van een Nederlandse rechter met betrekking tot de vordering, gewezen in een procedure tussen de begunstigde en de debiteur, vergezeld van een verklaring van een in Nederland ingeschreven advocaat dat de wettelijk termijn, voor zover van toepassing, voor verzet, hoger beroep of cassatie is verstreken en dat voor zover hem bekend tegen die beslissing niet binnen die termijn hoger beroep of casatie is ingesteld dan wel bij een verstekvonnis dat niet binnen zes (6) weken na betekening van dat vonnis aan de bank verzet is gedaan; of
b. een origineel afschrift van een arbitraal vonnis met betrekking tot de vordering gewezen in een procedure tussen de begunstigde en de debiteur; of
c. een door partijen gewaarmerkt afschrift van een akte, houdende een minnelijke regeling tussen de begunstigde en de debiteur met betrekking tot de vordering;
aan de begunstigde te voldoen het bedrag dat de begunstigde schriftelijk verklaart terzake van de vordering opeisbaar van de debiteur te vorderen te hebben, met dien verstande dat de bank niet gehouden is meer te voldoen dan het bedrag dat de begunstigde blijkens een of meer van de bovenbedoelde bewijsstukken van de debiteur te vorderen heeft.
(…)
6. Zodra door de begunstigde aan deze bankgarantie geen rechten meer kunnen worden ontleend, is de begunstigde verplicht het origineel van deze garantie aan de bank terug te geven en de bank schriftelijk mee te delen dat de bank schriftelijk van haar verplichtingen uit hoofde van deze garantie is ontslagen.
(…).
in conventie
3. Het standpunt van [x]
3.1. [x] legt aan zijn vorderingen ten grondslag dat Rana Shipping c.s. op grond van de tussen partijen gesloten bemiddelingsovereenkomsten en het bepaalde in artikel 7:426 BW gehouden zijn om de overeengekomen courtage van € 110.000,- aan hem te voldoen. De aanspraak op courtage is ontstaan bij het sluiten van de MoA op 3 oktober 2007. Dit volgt ook uit artikel 7 van de van toepassing zijnde algemene voorwaarden van DSM Shipbrokers. De omstandigheid dat Rana Shipping c.s. de MoA in later stadium heeft ontbonden, doet niet af aan de verplichting tot betaling van courtage aan [x]. De latere (tweede) koopovereenkomst is evenzeer het resultaat van de bemiddeling door [x], zodat ook daarom een verplichting tot betaling van courtage bestaat. Het recht op courtage bij een tweede koopovereenkomst tussen dezelfde partijen vloeit ook voort uit artikel 9 van de algemene voorwaarden van DSM Shipbrokers. [x] vordert, naast betaling van de courtage, tevens betaling van wettelijke rente, buitengerechtelijke incassokosten en beslagkosten.
3.2. Van het door Rana Shipping c.s. gestelde "dienen van twee heren" is volgens [x] geen sprake. [x] heeft slechts een suggestie gedaan om de eigendomsoverdracht van het schip en daarmee ook de betaling van de koopsom doorgang te laten vinden en het gevaar af te wenden dat de transactie door een gebrek aan financiële middelen aan de zijde van Vielsprind zou afketsen. Het is Topmaris en niet [x] geweest die heeft voorgesteld om de koper te wijzigen in Global Transcontinental Shipping in plaats van Vielsprind. [x] is op geen enkele wijze opgetreden als bemiddelaar c.q. opdrachtnemer van Vielsprind.
3.3. [x] is, anders dan Rana Shipping c.s. stellen, zijn verplichtingen uit hoofde van de bemiddelingsovereenkomst nagekomen. Van [x] hoefde niet te worden verlangd dat hij in het kader van de aan hem gegeven opdracht het scheepsregister raadpleegde in verband met de eigendom van het schip. Hij hoefde evenmin juridisch advies in te winnen, nadat hij had vernomen dat het schip niet aan Rana Shipping, maar aan Seashore Shipping in (juridische) eigendom toebehoorde. Verder heeft [x] geen onjuiste informatie verstrekt omtrent de eigendom van het schip. Bovendien, al zouden de terzake aan [x] gemaakte verwijten juist zijn, dan zijn de problemen met de levering van het schip niet veroorzaakt door tekortschieten van [x], maar doordat de koper niet in staat was om de koopovereenkomst na te komen. Nu er geen sprake is van tekortschieten van [x], faalt het door Rana Shipping c.s. gedane beroep op ontbinding van de bemiddelingsovereenkomst. Daarbij komt nog dat in geval van tekortschieten niet is voldaan aan het voor ontbinding geldende vereiste van verzuim; er is geen ingebrekestelling aan [x] toegezonden, waarbij hij in de gelegenheid is gesteld om alsnog behoorlijk na te komen.
3.4. [x] heeft een lokale makelaar in Litouwen ingeschakeld ten behoeve van zijn bemiddelingswerkzaamheden. Voorts is een courtage van 2% niet ongebruikelijk, aldus [x]. Ook zonder de inschakeling van de lokale makelaar zou een courtage van 2% zijn overeengekomen.
4. Het standpunt van Rana Shipping c.s.
4.1. Rana Shipping c.s. stelt voorop dat zij op grond van de bemiddelingsovereenkomst pas tot betaling van courtage gehouden is bij levering van het schip. Dit wordt bevestigd door de handelwijze van [x] na het totstandkomen van de MoA. Hij heeft toen niet meteen een courtagenota gestuurd, maar is eerst bezig gegaan met de juridische levering van het schip.
4.2. Ingevolge de artt. 7:427 jo. 7:417 en 7:418 BW was het [x] in beginsel niet toegestaan om voor Vielsprind als wederpartij van Rana Shipping op te treden, althans had [x] op grond van artikel 7:418 lid 2 BW mededeling van belangenverstrengeling moeten doen aan Rana Shipping. [x] is volgens Rana Shipping c.s. namelijk ook werkzaam geweest ten behoeve van Vielsprind, en wel met de doorverkoop van het schip door Vielsprind aan Global Transcontinental Shipping. [x] bemoeide zich op dat moment dus met twee rechtsverhoudingen: die tussen Rana Shipping en Vielsprind en die tussen Vielsprind en Global Transcontinental Shipping. Een en ander is door [x] niet aan Rana Shipping c.s. medegedeeld. Het dienen van twee heren c.q. de belangenverstrengeling door [x] brengt met zich dat hij op grond van genoemde wetsartikelen geen recht op courtage heeft, aldus Rana Shipping c.s.
4.3. [x] is toerekenbaar tekortgeschoten bij de begeleiding van de verkoop van het schip. In de eerste plaats had [x], alvorens hij de MoA opstelde, dienen na te gaan aan wie het ms. "Rana" juridisch in eigendom toebehoorde, door raadpleging van het Nederlandse scheepsregister. In de tweede plaats had [x], nadat hij had vernomen dat het ms. "Rana" aan Seashore Shipping in eigendom toebehoorde, juridisch advies moeten inwinnen in plaats van aan [y] en de vertegenwoordiger van de koper te melden dat de MoA op dat punt onjuist was en dat de tenaamstelling op alle documenten moest worden veranderd. Rana Shipping kon heel goed als verkoper optreden, als op de dag van closing Seashore Shipping als juridische eigenaar maar de juridische eigendom zou overdragen. In de derde plaats was het onverantwoord dat [x] aan de koper te kennen gaf dat de MoA veranderd moest worden, terwijl hij tegelijkertijd gewoon doorging met het sturen van notices en vasthield aan de afgesproken datum van closing. In de vierde plaats heeft [x] kort voor de afgesproken datum van closing volstrekt onjuiste informatie over de eigendom van het schip verstrekt. Op grond van het toerekenbaar tekortschieten van [x] waren Rana Shipping c.s. gerechtigd om de bemiddelingsovereenkomsten te ontbinden, hetgeen met zich brengt dat er geen recht op courtage voor [x] bestaat.
4.4. De vordering van [x] is gebaseerd op de stelling dat door zijn bemiddeling een koopovereenkomst (MoA) tot stand is gekomen tussen Rana Shipping en Vielsprind. De MoA is echter ontbonden, zodat [x] om die reden geen courtage toekomt. Voorts is de eigendomsoverdracht van het schip tot stand gekomen na onderhandelingen tussen Rana Shipping c.s. en Vielsprind en niet ingevolge de door [x] opgestelde MoA. Ook op die grond komt aan [x] geen courtage toe.
4.5. Ten aanzien van de hoogte van de courtage stellen Rana Shipping c.s. dat [x] aan directeur [y] van Rana Shipping c.s. heeft medegedeeld dat de courtage 2% van de koopprijs zou bedragen, in plaats van de door [x] gebruikelijk in rekening te brengen 1%, omdat [x] gebruik zou moeten maken van een plaatselijke makelaar in Litouwen. De extra 1% zou dan aan die makelaar toekomen. Gebleken is echter dat [x] geen makelaar in Litouwen heeft ingeschakeld. De afspraak om 2% courtage in plaats van 1% te betalen berust daarom op door [x] gepleegd bedrog, althans er is sprake van dwaling, zodat deze afspraak vernietigbaar is. Ook is betaling van courtage van meer dan 1% in de gegeven omstandigheden op grond van de eisen van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar, aldus Rana Shipping c.s.
4.6. In geval van (gedeeltelijke) toewijzing van de vordering van [x] doen Rana Shipping c.s. een beroep op opschorting / verrekening in verband met de schade die zij hebben geleden door het toerekenbaar tekortschieten van [x] in de nakoming van zijn verplichtingen uit hoofde van de bemiddelingsovereenkomst, welke schade zij in reconventie vorderen.
5. De beoordeling van het geschil
5.1. De rechtbank stelt vast dat op grond van artikel 7:426 BW jo. artikel 7 van de op het International Brokers Commission Contract van toepassing zijnde algemene voorwaarden van DSM Shipbrokers Rana Shipping c.s. courtage verschuldigd zijn zodra door bemiddeling van [x] een koopovereenkomst met een koper tot stand komt. Ten aanzien van de opeisbaarheid van de courtage bepaalt voornoemd Contract dat betaling van de courtage dient plaats te vinden bij de levering van het schip, terwijl artikel 11 van de algemene voorwaarden bepaalt dat betaling van de courtage dient plaats te vinden wanneer de koopprijs wordt betaald. Omdat te dezen sprake is van de verkoop van een registergoed, voor de levering waarvan een daartoe bestemde en tussen partijen opgemaakte notariële akte vereist is, zullen de levering en de betaling van de koopprijs van het schip samenvallen. Derhalve dient de overeengekomen courtage naar het oordeel van de rechtbank bij de eigendomsoverdracht van het schip te worden voldaan.
5.2. Vervolgens constateert de rechtbank dat door bemiddeling van [x] op 3 oktober 2007 een koopovereenkomst (de MoA) tot stand is gebracht tussen Rana Shipping en Vielsprind. Dit brengt op grond van de wet en de bemiddelingsovereenkomst van partijen met zich dat Rana Shipping c.s. op dat moment courtage verschuldigd zijn geworden aan [x]. Hieraan doet niet af dat de tot stand gebrachte koopovereenkomst in later stadium door Rana Shipping is ontbonden. De verschuldigdheid van de courtage is immers enkel gekoppeld aan het totstandbrengen van een koopovereenkomst tussen de opdrachtgever en een derde (vgl. Hof Leeuwarden 1 november 2006, NJF 2006, 593). Aan de verschuldigdheid van de courtage doet evenmin af dat de eigendomsoverdracht van het schip pas heeft plaatsgevonden na ontbinding van de koopovereenkomst en daaropvolgende onderhandelingen tussen Rana Shipping en Vielsprind, waarbij [x] niet betrokken is geweest. Dit volgt ook uit artikel 9 van de algemene voorwaarden van DSM Shipbrokers. Bij dit alles moet ook worden bedacht dat het schip na de onderhandelingen uiteindelijk voor dezelfde prijs aan Vielsprind is verkocht als aanvankelijk in de MoA vermeld stond ( € 5.500.000,-).
5.3. Rana Shipping c.s. heeft voorts gesteld dat er sprake is van het dienen van twee heren dan wel belangenverstrengeling door [x], op grond waarvan aan [x] geen aanspraak op courtage (meer) zou toekomen. Dienaangaande stelt de rechtbank voorop dat op de onderhavige bemiddelingsovereenkomst(en) krachtens artikel 7:427 BW ook de artikelen 7:417 en 7:418 BW van toepassing zijn.
5.3.1. Ingevolge artikel 7:417 lid 1 BW mag een lasthebber (hier: bemiddelaar) slechts tevens als lasthebber (hier: bemiddelaar) van de wederpartij (van de opdrachtgever) optreden, indien de inhoud van de rechtshandeling zo nauwkeurig vast staat dat strijd tussen de belangen van beide lastgevers is uitgesloten. Op grond van het 3e lid van voornoemd artikel heeft een lasthebber geen recht op loon jegens een lastgever ten opzichte van wie hij in strijd met het 1e lid handelt.
Ingevolge artikel 7:418 lid 1 BW geldt dat indien de lasthebber een direct of indirect belang heeft bij de totstandkoming van de rechtshandeling, hij verplicht is om de lastgever daarvan in kennis te stellen, tenzij de inhoud van de rechtshandeling zo nauwkeurig vaststaat dat strijd tussen beider belangen is uitgesloten. Een lasthebber heeft geen recht op loon jegens een lastgever ten opzichte van wie hij in strijd met het in het 1e lid bepaald handelt.
5.3.2. In het onderhavige geval heeft [x] in opdracht van zijn opdrachtgevers Rana Shipping c.s. bemiddeld bij de verkoop van het schip aan wederpartij Vielsprind. Uit de overgelegde correspondentie tussen [x] en Topmaris (de makelaar van Vielsprind) kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden afgeleid dat [x] tevens als bemiddelaar van Vielsprind is opgetreden bij de voorgenomen verkoop van het schip aan Global Transcontinent Shipping, maar hooguit dat hij in het licht van de gerezen problematiek met Vielsprind omtrent de overdracht van het schip - in het belang van Rana Shipping c.s. - advies aan Topmaris heeft verstrekt, teneinde de eigendomsoverdracht van het schip doorgang te kunnen laten vinden, door (door)verkoop en levering van het schip aan Global Transcontinent Shipping. Het enkele feit dat [x] zich met twee rechtsverhoudingen heeft bemoeid (Rana Shipping c.s. - Vielsprind en Vielsprind - Global Transcontinent Shipping) is onvoldoende om aan te nemen dat [x] óók als bemiddelaar van Vielsprind is opgetreden. Derhalve is er geen sprake van het dienen van twee heren door [x]. Uit het vorenstaande volgt naar het oordeel van de rechtbank tevens dat er geen sprake is van belangenverstrengeling aan de zijde van [x].
5.4. Ten aanzien van het door Rana Shipping c.s. gestelde tekortschieten van [x] oordeelt de rechtbank als volgt. Vastgesteld wordt dat in de MoA van 3 oktober 2007 Rana Shipping - de economische eigenaar van de ms. "Rana" als verkopende partij door [x] is vermeld, terwijl Seashore Shipping de juridische eigenaar van de ms. "Rana" was. Strikt genomen kan ook de economisch eigenaar het schip verkopen, hij kan echter niet tevens de eigendom van het schip overdragen, dat dient te geschieden door de juridische eigenaar van het schip. Het had naar het oordeel van de rechtbank aanbeveling verdiend dat [x] dadelijk Seashore Shipping als verkopende partij in de MoA had vermeld. [x] had eenvoudig van de juridische eigendomssituatie op de hoogte kunnen geraken door raadpleging van het scheepsregister. Anderzijds dient te worden bedacht dat [y] namens Rana Shipping als verkopende partij de MoA heeft ondertekend, terwijl Rana Shipping zelf bij uitstek op de hoogte was van het feit dat niet zij, maar Seashore Shipping de juridische eigenaar van de ms. "Rana" was. Beide partijen treft dan ook (gelijkelijk) blaam dat de MoA als verkoper niet de juridische eigenaar vermeldt. Indien dat wel was gebeurd, had de later daaromtrent bij de koper ontstane onduidelijkheid voorkomen kunnen worden. Vervolgens stelt de rechtbank vast dat [x] in de tussen hem en Topmaris - als vertegenwoordiger van de koper - medio december 2007 gevoerde e-mail correspondentie over de eigendom van de ms. "Rana", tegenstrijdige signalen aan de koper heeft afgegeven omtrent de vraag wie nu precies de juridische eigenaar van het ms. "Rana" was, Rana Shipping of Seashore Shipping. Dat daardoor onzekerheid bij Vielsprind is ontstaan omtrent de vraag wie haar contractspartij was, is voorstelbaar. Een en ander betekent echter niet dat [x] toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van zijn verplichtingen uit hoofde van de bemiddelingsovereenkomst, nu hij op grond daarvan slechts gehouden was om een koopovereenkomst tot stand te brengen tussen Rana Shipping en een derde (aan welke verplichting hij heeft voldaan), en niet ook om de eigendomsoverdracht van het schip te begeleiden. De conclusie is dan ook dat Rana Shipping c.s. de bemiddelingsovereenkomsten ten onrechte buitengerechtelijk hebben ontbonden en dat deze thans nog steeds bestaan.
5.5. Nu het schip uiteindelijk op 17 juni 2008 aan de door bemiddeling van [x] gevonden koper in eigendom is overgedragen, is de courtage op het moment van de eigendomsoverdracht opeisbaar geworden (zie r.o. 5.1.).
5.6. Ten aanzien van de hoogte van de verschuldigde courtage stelt de rechtbank voorop dat de courtage voor [x] in de bemiddelingsovereenkomst is bepaald op 2% van de bruto verkoopprijs. In de overeenkomst is de hoogte van de courtage niet (mede) gerelateerd aan het al dan niet inschakelen van een lokale makelaar. Rana Shipping c.s. hebben naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende feiten en omstandigheden aangevoerd, die erop wijzen dat partijen een van de bemiddelingsovereenkomst afwijkende afspraak omtrent betaling van de courtage hebben gemaakt, in dier voege dat 1% van de courtage voor de in te schakelen lokale makelaar in Litouwen zou zijn. Nu Rana Shipping c.s. onvoldoende hebben gesteld, zullen zij ook niet tot het bewijs van hun stellingen op dit punt worden toegelaten. Dit betekent dat het door Rana Shipping c.s. gedane beroep op bedrog c.q. dwaling reeds hierom dient te worden verworpen. Ten aanzien van het beroep op dwaling kan daar nog aan worden toegevoegd, dat niet is voldaan aan het kenbaarheidsvereiste. Gesteld noch gebleken is namelijk dat het voor [x] kenbaar was dat het inschakelen van de lokale makelaar voor Rana Shipping c.s. van doorslaggevend belang was bij het sluiten van de bemiddelingsovereenkomst.
Voorts is de rechtbank van oordeel dat Rana Shipping c.s. in het geheel niet hebben onderbouwd dat het overeengekomen courtagepercentage van 2% een ongebruikelijk percentage is bij bemiddelingsovereenkomsten als de onderhavige, alsmede waarom toewijzing van die courtage naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn, zodat aan deze stellingen van Rana Shipping c.s. voorbij zal worden gegaan. Uitgangspunt is en blijft derhalve het overeengekomen courtagepercentage van 2%.
5.7. Ten slotte kunnen Rana Shipping c.s zich, nu er gezien het vorenoverwogene geen sprake is van toerekenbaar tekortschieten van [x] bij de nakoming van zijn verplichtingen uit hoofde van de bemiddelingsovereenkomst, niet op een opschortingsrecht beroepen jegens [x]. Ook het door Rana Shipping c.s. gedane beroep op verrekening faalt. De gegrondheid van de tegenvordering van Rana Shipping c.s. is in conventie niet op eenvoudige wijze vast te stellen. Deze tegenvordering moet immers in reconventie nog worden beoordeeld.
5.8. De conclusie is dat de door [x] gevorderde courtage ad € 110.000,- toewijsbaar is, vermeerderd met de gevorderde wettelijke handelsrente vanaf 17 juni 2008, nu de verschuldigde courtage pas op dat moment - de datum van eigendomsoverdracht van het schip aan Vielsprind - opeisbaar is geworden.
5.9. De vordering terzake van buitengerechtelijke incassokosten is door Rana Shipping c.s. niet betwist en is dan ook toewijsbaar, met dien verstande dat deze kosten - als zijnde bovenmatig - zullen worden gematigd tot het forfaitaire bedrag van € 2.842,00 (2 punten van het liquidatietarief). De gevorderde wettelijke rente over deze kosten zal worden toegewezen, nu [x] onweersproken heeft gesteld dat hij de buitengerechtelijke kosten reeds heeft gedragen.
5.10. De gevorderde beslagkosten ad € 1.904,81 zijn op de voet van artikel 706 Rv toewijsbaar. Ook de gevorderde wettelijke rente over deze kosten zal worden toegewezen, nu [x] onweersproken heeft gesteld dat hij deze kosten reeds heeft voldaan.
5.11. Rana Shipping c.s. zullen als de in het ongelijk te stellen partij hoofdelijk in de kosten van het geding worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van [x] als volgt vastgesteld:
- dagvaardingskosten € 71,80
- vast recht € 2.731,00
- salaris van de advocaat € 2.842,00 (2,0 x € 1.421,00, tarief V)
-------------
€ 5.644,80
5.12. De gevorderde nakosten zijn door Rana Shipping c.s. niet betwist en zullen daarom eveneens worden toegewezen. De gevorderde wettelijke rente over de (na)kosten zal worden afgewezen, nu Rana Shipping c.s. terzake nog niet in verzuim zijn.
in reconventie
6. Het standpunt van Rana Shipping c.s.
6.1. Rana Shipping c.s. stellen in de eerste plaats dat zij kosten van juridische bijstand
- in verband met het inschakelen van hun advocaat mr. Boonk - hebben moeten maken om de door [x] veroorzaakte "juridische puinhoop" in de koopverhouding met Vielsprind op te ruimen. Deze kosten bedragen volgens de declaratie van mr. Boonk € 8.132,00. Rana Shipping c.s. erkennen overigens dat de kosten van rechtsbijstand door haar verzekeraar zijn vergoed, welke daarvoor in de rechten van Rana Shipping c.s. terzake is gesubrogeerd. De verzekeraar heeft Rana Shipping c.s. gemachtigd de vergoeding voor kosten van rechtsbijstand in eigen naam van [x] te vorderen.
6.2. In de tweede plaats stellen Rana Shipping c.s. dat Vielsprind als gevolg van de fouten van [x] hoogstwaarschijnlijk gerechtigd was om niet op de closing te verschijnen en aan te dringen op een latere closing-datum. [x] was ervan overtuigd dat Vielsprind financieel gezien niet in staat was om op 17 december 2007 mee te werken aan de closing en de koopprijs te betalen. Als dat juist is, hadden Rana Shipping c.s. met recht de MoA kunnen ontbinden wegens wanprestatie van Vielsprind en € 550.000,- kunnen incasseren. De fouten van [x] hebben tot gevolg gehad dat Vielsprind op grond van die fouten goede argumenten heeft gekregen om zich tegen de ontbinding en de daarmee gepaard gaande aanbetaling van € 550.000,- aan Rana Shipping c.s te verzetten. Als [x] bedoelde fouten niet had gemaakt, had de koper geen argument gehad om zich tegen de ontbinding en de betaling van € 550.000,- te verzetten. Hierdoor zijn Rana Shipping c.s. een bedrag van € 550.000,- misgelopen. Deze schade dient door [x] aan Rana Shipping c.s. te worden vergoed.
6.3. In de derde plaats stellen Rana Shipping c.s. dat [x] voor zijn pretense vordering terzake courtage beslag heeft doen leggen op het ms. "Rana". Dit beslag is vervolgens opgeheven tegen afgifte van een bankgarantie tot een maximumbedrag van € 143.000,-. Volgens Rana Shipping c.s. is het beslag ten onrechte gelegd, omdat [x] geen recht op courtage heeft. Rana Shipping c.s. zijn daarom gerechtigd om teruggave van de bankgarantie te vorderen en tevens veroordeling van [x] tot betaling van de schade die zij hebben geleden als gevolg van het stellen van de bankgarantie. Deze schade dient in een schadestaatprocedure nader te worden vastgesteld, aldus Rana Shipping c.s.
7. Het standpunt van [x]
7.1. [x] betwist dat hij er, zoals Rana Shipping c.s. stellen, een "juridische puinhoop" van heeft gemaakt. De vordering terzake gemaakte kosten van rechtsbijstand kan om die reden niet slagen, aldus [x]. Rana Shipping c.s. zijn ook niet gerechtigd tot deze vordering. De kosten van rechtsbijstand zijn gedragen door de verzekeraar van Rana Shipping c.s., terwijl deze verzekeraar in de rechten van Rana Shipping c.s. terzake is gesubrogeerd. De verzekeraar is daarmee vorderingsgerechtigd, aldus [x]. Van enige machtiging van de verzekeraar aan Rana Shipping c.s. om de onderhavige vordering te incasseren is niet gebleken. Voorts betwist [x] de hoogte van de kosten van rechtsbijstand. Deze kosten zijn onvoldoende gespecificeerd, aldus nog steeds [x].
7.2. [x] voert voorts aan dat het bedrag van € 550.000,- als waarborgsom was bedoeld, voor het geval de koper de koopsom niet zou betalen en de verkoper daarom noodgedwongen de koopovereenkomst zou dienen te beëindigen en het schip aan een derde diende te verkopen. De waarborgsom wordt als vergoeding van de door verkoper geleden schade gezien, bijvoorbeeld bestaande uit het verschil tussen de met de koper overeengekomen koopsom en een lagere met een derde overeen te komen koopsom. Nu Rana Shipping c.s. het schip op basis van dezelfde koopovereenkomst en voor dezelfde prijs - € 5.500.000,- -aan Vielsprind hebben geleverd, hebben zij geen schade geleden waarvoor de waarborgsom dekking beoogt te geven. Rana Shipping c.s. kunnen naar de mening van [x] niet enerzijds de in verband met de beëindiging van de koopovereenkomst opgenomen waarborgsom incasseren, terwijl zij anderzijds de koopsom hebben geïncasseerd, die in verband staat met het uitvoeren van de koopovereenkomst. Het is bovendien de beslissing van Rana Shipping c.s. zelf geweest om de beëindiging van de koopovereenkomst te herroepen en de koper alsnog in de gelegenheid te stellen de koopsom te betalen en het schip later af te nemen, onder afstand van de waarborgsom. Er bestaat derhalve volgens [x] geen causaal verband tussen het handelen van [x] en de "schade" van Rana Shipping c.s.
7.3. [x] acht zich niet gehouden tot teruggave van de bankgarantie aan Rana Shipping c.s. Uit de bankgarantie volgt dat [x] pas tot teruggave daarvan gehouden is, indien bij onherroepelijke uitspraak of ingevolge een minnelijke regeling komt vast te staan dat [x] in deze kwestie geen aanspraken op Rana Shipping c.s. meer heeft. Van die situatie is thans (nog) geen sprake volgens [x]. Verder stelt [x] dat Rana Shipping c.s. niet hebben onderbouwd dat zij als gevolg van het doen stellen van de bankgarantie enige schade hebben geleden of nog zullen lijden.
7.4. Ten slotte betwist [x] dat de datum van closing kan gelden als ingangsdatum van de door Rana Shipping c.s. gevorderde rente.
8. De beoordeling van het geschil
8.1. De rechtbank zal de gevorderde kosten van rechtsbijstand afwijzen. Nog daargelaten of er inhoudelijk gezien voldoende grond is om deze kosten toe te wijzen, staat vast dat de verzekeraar van Rana Shipping c.s. de gemaakte kosten van rechtsbijstand aan haar heeft vergoed. Rana Shipping c.s. hebben terzake dan ook geen vermogensschade geleden. Tevens staat vast dat de verzekeraar van Rana Shipping c.s. in de rechten van Rana Shipping c.s. terzake is gesubrogeerd. Daarmee is deze verzekeraar en niet Rana Shipping c.s. vorderingsgerechtigd terzake de gemaakte kosten van rechtsbijstand. Dat, zoals Rana Shipping c.s. hebben gesteld, zij door de verzekeraar gemachtigd zijn om op eigen naam onderhavige vordering te incasseren, is door hen niet voldoende onderbouwd. Rana Shipping c.s. hebben geen stukken in het geding gebracht, waaruit het bestaan van een dergelijke machtiging blijkt.
8.2. Rana Shipping c.s. hebben voorts gevorderd om [x] te veroordelen tot betaling van schade, bestaande uit het mislopen van de overeengekomen waarborgsom van € 550.000,-. Dienaangaande overweegt de rechtbank als volgt.
8.2.1. In artikel 2 van de MoA is bepaald dat de koper een waarborgsom van € 550.000,-
zal betalen als zekerheid voor de correcte nakoming van de MoA. In aansluiting daarop is in artikel 13 van de MoA bepaald dat in het geval de koopprijs niet wordt betaald in overeenstemming met artikel 3, de verkoper het recht heeft om de MoA te ontbinden, in welk geval de waarborgsom samen met de verschenen rente zal worden vrijgegeven aan de verkopers. De waarborgsom strekt er derhalve toe om schade te vergoeden die de verkoper lijdt in geval van niet correcte nakoming van de MoA door de koper.
8.2.2. Tegen deze achtergrond stelt de rechtbank enerzijds vast dat de MoA weliswaar is ontbonden door Rana Shipping c.s. vanwege het niet betalen van de koopprijs door de koper, hetgeen het vrijvallen van de waarborgsom ten gunste van de verkoper met zich zou brengen, maar anderzijds dat Rana Shipping c.s. ná de ontbinding van de MoA met de koper in onderhandeling zijn getreden over het alsnog verkopen van het schip aan de koper. Uiteindelijk heeft dat erin geresulteerd dat het schip voor hetzelfde bedrag als eerder overeengekomen (€ 5.500.000,-) aan de koper is verkocht. Reeds daarom kunnen Rana Shipping c.s. geen aanspraak maken op betaling van de overeengekomen waarborgsom. Het is wat dat betreft van tweëen een: óf Rana Shipping c.s. maken (bij de koper) aanspraak op de waarborgsom vanwege het niet doorgaan van de koopovereenkomst óf zij incasseren (van de koper) de koopsom ingevolge het alsnog doorgaan van de koopovereenkomst. Beide bedragen tegelijk vorderen is dus niet mogelijk, ook niet van een derde zoals [x]. De enige schade die Rana Shipping c.s. in het onderhavige geval hebben geleden, is de vertraagde betaling van de koopsom. De vergoeding van zodanige schade lost zich echter op in wettelijke rente, welke niet is gevorderd. De conclusie is derhalve dat de gevorderde schade wegens het mislopen van de waarborgsom moet worden afgewezen.
8.3. Hiervoor is in conventie geoordeeld dat [x] jegens Rana Shipping c.s. recht heeft op betaling van courtage ad € 110.000,-. Het door [x] ter verzekering van verhaal van die vordering gelegde conservatoire beslag op het ms. "Rana" moet in dat licht bezien als rechtmatig worden aangemerkt. De schade die Rana Shipping c.s. stellen te hebben geleden in verband met het moeten stellen van een bankgarantie om het beslag op te heffen, komt gezien het vorenstaande voor hun eigen rekening, zodat de daarop betrekking hebbende vordering tegen [x] moet worden afgewezen.
8.4. Resteert nog de vordering van Rana Shipping c.s. tot teruggave van de bankgarantie. Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit de tekst van de bankgarantie, in onderlinge samenhang bezien, dat de Rabobank op verzoek van [x] onder de bankgarantie dient uit te betalen, indien er - kort samengevat - een onherroepelijk rechterlijk of arbitraal vonnis met betrekking tot de vordering van [x] ligt, dan wel sprake is van een minnelijke regeling tussen [x] en Rana Shipping c.s. Indien [x] aan de bankgarantie geen rechten meer kan ontlenen, dient hij deze aan de bank terug te geven. Een en ander brengt de rechtbank tot het oordeel dat de onderhavige vordering van Rana Shipping c.s. moet worden afgewezen. Op grond van de bankgarantie kan slechts de bank teruggave van de bankgarantie verlangen en niet Rana Shipping c.s. Bovendien doet zich (nog) niet de situatie voor dat [x] aan de bankgarantie geen rechten meer kan ontlenen, aangezien er nog niet onherroepelijk is beslist over de vordering van [x], waarvoor de bankgarantie is verstrekt.
8.5. Rana Shipping c.s. zullen als de in het ongelijk te stellen partij in de kosten van het geding worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van [x] vastgesteld op
€ 5.160,- aan salaris van de advocaat (2,0 x € 2.580,- tarief VII).
9. De beslissing
De rechtbank:
in conventie
veroordeelt Rana Shipping c.s. hoofdelijk tot betaling aan [x] van een bedrag van
€ 110.000,-, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 17 juni 2008 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt Rana Shipping c.s. hoofdelijk tot betaling aan [x] van een bedrag van
€ 2.842,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 april 2008, zijnde de dag der dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt Rana Shipping c.s. hoofdelijk tot betaling aan [x] van een bedrag van
€ 1.904,81 aan beslagkosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 mei 2008 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt Rana Shipping c.s. in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van [x] vastgesteld op € 5.644,80;
veroordeelt Rana Shipping c.s. hoofdelijk tot betaling van de nakosten, ten bedrage van
€ 131,- zonder betekening in conventie of reconventie, € 205,- zonder betekening in conventie en reconventie tezamen, en verhoogd met € 68,- in geval van betekening, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde;
in reconventie
wijst de vorderingen van Rana Shipping c.s. af;
veroordeelt Rana Shipping c.s. in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van [x] vastgesteld op € 5.160,-;
verklaart dit vonnis voor wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. G. Tangenberg en in het openbaar uitgesproken op 7 oktober 2009.
fn 343