ECLI:NL:RBLEE:2009:BK1657
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tijdens herplaatsingstraject afgewezen
In deze zaak heeft Friesland Bank N.V. een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met een werknemer die zich in een herplaatsingstraject bevond. De werkgever, Friesland Bank, voerde een reorganisatie door en verklaarde de werknemer boventallig. Het verzoek tot ontbinding werd ingediend op 28 september 2009, met de bedoeling om de arbeidsovereenkomst per 15 februari 2010 te beëindigen, onder toekenning van een vergoeding van € 163.449,40 aan de werknemer. De werkgever vroeg om een intrekkingstermijn voor het verzoek, zodat het verzoek ingetrokken kon worden als de werknemer alsnog herplaatst zou worden.
De kantonrechter, mr. T.K. Hoogslag, heeft het verzoek tot ontbinding afgewezen. De rechter oordeelde dat er een reële mogelijkheid bestond dat de werknemer binnen het herplaatsingstraject alsnog een functie zou kunnen vervullen. De kantonrechter kon niet met zekerheid vaststellen dat er sprake was van een verandering in de omstandigheden die de ontbinding zou rechtvaardigen. De ratio van artikel 7:685 lid 9 van het Burgerlijk Wetboek, die betrekking heeft op de intrekkingstermijn, werd niet besproken, omdat het verzoek reeds was afgewezen.
De rechter heeft ook overwogen dat de proceskosten tussen partijen gecompenseerd dienden te worden, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De uitspraak werd gedaan op 30 oktober 2009 en is openbaar gemaakt in de Rechtbank Leeuwarden.