ECLI:NL:RBLEE:2009:BK6020

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
10 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
17/992229-09 VEV
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor overtreding van de Flora- en faunawet met betrekking tot inheemse vogels

In deze zaak heeft de economische politierechter van de Rechtbank Leeuwarden op 10 december 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het in voorraad hebben van beschermde inheemse vogels zonder de vereiste vergunningen en administratie. De verdachte, bijgestaan door zijn advocaat mr. B.M.J.C. van Lee, werd beschuldigd van het houden van 14 bonte vliegenvangers, 3 boomkruipers en 1 boomklever, waarvan hij niet kon aantonen dat deze vogels in gevangenschap waren gekweekt. Tijdens een volièrecontrole op 3 juli 2008 werden de vogels aangetroffen in de volière van de verdachte. De officier van justitie eiste een geldboete van € 800,--, subsidiair 16 dagen hechtenis, waarvan € 400,-- subsidiair 8 dagen hechtenis voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.

De rechter oordeelde dat de verdachte niet kon aantonen dat de vogels legaal waren verkregen en dat hij niet voldeed aan de eisen van het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten. De verdachte had weliswaar foto's en kweekverslagen overgelegd, maar deze waren onvoldoende om aan te tonen dat de vogels door hemzelf waren gekweekt. Bovendien was de volière te klein voor de soorten vogels die hij hield, wat de kans op agressief gedrag tussen de vogels vergrootte. De rechter concludeerde dat de verdachte de regels van de Flora- en faunawet had overtreden en dat hij strafbaar was.

De economische politierechter legde de verdachte een geldboete op van € 800,--, met een voorwaardelijk deel van € 400,--, en bepaalde dat de verdachte niet meer of anders werd veroordeeld dan het bewezenverklaarde. De uitspraak benadrukt het belang van een deugdelijke administratie en registratie bij het houden van beschermde diersoorten, om illegale handel te voorkomen.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector straf
parketnummer 17/992229-09 VEV
verkort vonnis van de economische politierechter d.d. 10 december 2009 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres].
De economische politierechter heeft gelet op het ter terechtzitting gehouden onderzoek van 30 november 2009.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. B.M.J.C. van Lee, advocaat te Leeuwarden.
Telastelegging
Aan dit vonnis is een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van de dagvaarding gehecht, waaruit de inhoud van de telastelegging geacht moet worden hier te zijn overgenomen.
In de telastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.
Vordering officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd:
- veroordeling voor het telastegelegde tot een geldboete van € 800,-- subsidiair 16 dagen hechtenis waarvan € 400,-- subsidiair 8 dagen hechtenis voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.
Bewijsoverweging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit, nu zij van mening is dat voldoende is komen vast te staan dat de bij verdachte aangetroffen vogels door hem zijn gefokt of gekweekt.
De economische politierechter overweegt hieromtrent als volgt.
Aan verdachte is telastegelegd dat hij op 3 juli 2008, 14 bonte vliegenvangers, 3 boomkruipers en 1 boomklever onder zich heeft gehad, waarvan hij niet kon aantonen dat de betreffende vogels in gevangenschap waren gekweekt.
De vogels werden aangetroffen tijdens een volièrecontrole bij verdachte in een tweetal hokken van 100 x 50 x 50. In deze hokken verbleven in totaal 31 jonge vogels, waaronder de in de telastelegging genoemde vogels. Deze vogels zijn inbeslaggenomen. Nadat een onderzoek was ingesteld naar de ringnummers en soorten bleek dat deze correspondeerden met de onder verdachte inbeslaggenomen vogelsoorten. De vogels zijn daarna teruggegeven aan verdachte.
Nadien heeft de politie, VMB groep Milieuhandhaving (VMB staat voor Verkeer, Milieu en Bijzondere wetten) verdachte verzocht of hij op grond van het bepaalde in artikel 5 van het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten (hierna te noemen: het Besluit) aan kon tonen dat de vogels daadwerkelijk van eigen kweek afkomstig waren.
Artikel 5 van het Besluit luidt- voorzover hier van belang- dat de verboden, bedoeld in de artikel 9 tot en met 12 en 13, eerste lid van de wet, niet gelden ten aanzien van gefokte vogels behorende tot een inheemse diersoort (....) indien de houder kan aantonen dat de vogels zijn gefokt en voorzover:
a. deze vogels zijn voorzien van een pootring als bedoeld in artikel 6;
b. registratie heeft plaats gevonden in de administratie bedoeld in artikel 8 en
c. voldaan is aan de krachtens artikel 18 gestelde regels.
In de toelichting, behorende bij het Besluit, is vermeld dat het aantonen dat de dieren (of hun producten) legaal zijn verkregen kan door overlegging van stukken en bescheiden, zoals facturen.
Als bewijs dat de vogels door hemzelf zijn gekweekt, heeft verdachte bij brief van 29 september 2008 een aantal foto's met bijschrift ingeleverd. Deze informatieset is getiteld "foto's Broed 2008". Voorts heeft verdachte een aantal kweekverslagen van een internetsite ingezonden.
Opvallend is dat de ouderparen van de bewuste vogels niet meer aanwezig waren en dat verdachte niet kon aangeven aan wie hij deze had verkocht.
Aan de hand van de door verdachte aan de opsporingsambtenaren overgelegde map "foto's Broed 2008" kan worden vastgesteld dat de foto's ten dele betrekking hebben op de soorten die zijn vermeld in de tenlastelegging. De foto's met betrekking tot de bonte vliegenvanger en de boomkruiper zijn weinigzeggend; het betreft foto's van (onbevruchte?) eieren in een handpalm, een broedkooi en een oud nest; dit nog daargelaten de vraag op welke datum de foto's zijn gemaakt. Verwacht had mogen worden dat verdachte ten minste met foto's van de desbetreffende ouderparen was gekomen, doch die bevinden zich niet bij de door verdachte overgelegde stukken.
Voorts neemt de economische politierechter in aanmerking dat de volière een te krap bemeten buitenruimte (van 2m hoogte, 2m breedte en 6 m lengte) had, om daarin de gestelde soorten vogels te kunnen houden. Bij het proces-verbaal van de opsporingsambtenaren bevinden zich verklaringen van deskundigen die hebben verklaard dat het, gelet op de omstandigheden in de volière, niet (wel) doenlijk is dat de vogels in een dergelijke volière zijn gekweekt. De economische politierechter verwijst daartoe naar de verklaringen van [deskundige] en [deskundige]. De deskundigen komen mede tot voormelde conclusie op grond van het feit dat sprake is van inheemse insectenetende vogels met een zeer hoog territoriumgedrag, wat agressief gedrag tussen de vogels tot gevolg zal hebben. Vogels kunnen daardoor gewond raken.
Op grond van het vorenstaande is de economische politierechter van oordeel dat onvoldoende aannemelijk is geworden dat verdachte de aangetroffen beschermde vogels zelf heeft gekweekt. Dit deel van de telastelegging is derhalve bewijsbaar.
Met betrekking tot de boomklever overweegt de economische politierechter als volgt.
Bij verdachte is een boomklever aangetroffen, die voorzien was van een onjuiste ringmaat, te weten 3,3 mm in plaats van de voorgeschreven 2,9 mm. Deze vogel was afkomstig uit België. Blijkens het als bijlage bij het proces-verbaal gevoegde overzicht "Ringmaten voor inlandse vogels"(bijlage IVA), is ook in België een ringmaat voor boomklevers voorgeschreven van 2,9 mm. Ingaande 2009 is de Nederlandse ringmaat vergroot van 2,9 mm naar 3,3 mm. De economische politierechter is van oordeel dat deze wijziging geen invloed heeft op het feit dat de ringmaat op 3 juli 2008 zowel in Nederland als in België 2,9 mm bedroeg. Verdachte, die stelt reeds 12 jaren inheemse vogelsoorten te kweken, had moeten zien dat de ring niet goed sluitend was. Nu geen sprake is geweest van een goed passende ring, is ook dit onderdeel bewijsbaar.
Alles overwegende is de economische politierechter van oordeel dat het bepaalde in artikel 5 van het Besluit is overtreden. Het enkele feit dat verdachte ringen heeft besteld en (achteraf) enkele foto's heeft overgelegd is onvoldoende om straffeloosheid te bewerkstelligen. Verdachte dient in ieder geval een deugdelijke registratie bij te houden van de kweek, koop en verkoop van de vogels. Op deze manier kan aan de controlerende instantie inzicht worden gegeven in de wijze van verkrijging van de aangetroffen vogels en kan aldus de illegale handel worden bestreden.
Bewezenverklaring
De economische politierechter acht het telastegelegde bewezen, met dien verstande dat:
hij op 3 juli 2008 te Houtigehage, gemeente Smallingerland, opzettelijk in strijd met artikel 13 van de Flora- en faunawet, dieren behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te weten
-14 bonte vliegenvangers
en
-3 boomkruipers
en
-1 boomklever,
in voorraad heeft gehad en onder zich heeft gehad, terwijl hij, verdachte, in strijd met artikel 5 van het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten, als houder van voornoemde vogels
-niet kon aantonen dat die vogels waren gefokt,
en
- 1 boomklever niet was voorzien van een pootring zoals bedoeld in artikel 5 juncto artikel 6 van voornoemd Besluit juncto Bijlage 1 van de Regeling afgifte en kenmerken gesloten pootringen en andere merktekens, immers bedroeg de maximale binnendiameter 3,3 milli-meter.
De verdachte zal van het meer of anders telastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de economische politierechter dat niet bewezen acht.
Kwalificatie
Het bewezene levert op het misdrijf:
Overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 13 van de Flora- en faunawet, opzettelijk begaan.
Strafbaarheid verdachte
De economische politierechter acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Strafmotivering
De economische politierechter neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden strafsoort en strafmaat in aanmerking:
- de aard en de ernst van het gepleegde feit;
- de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken en deze naar voren komt uit het uittreksel uit het algemeen documentatieregister;
- de vordering van de officier van justitie;
- het pleidooi van de raadsvrouw.
Verdachte heeft de regels van de Flora- en faunawet overtreden. Verdachte is first offender. Onmiskenbaar is dat verdachte een grote passie heeft voor het houden en kweken van vogels. In een bijschrift bij de overgelegde fotomap heeft verdachte verklaard dat de hobby voor hem op de eerste plaats komt en dat hij deze nooit zal opgeven, desnoods zal hij verhuizen naar het buitenland. Na de volièrecontrole van juli 2008 heeft verdachte de buitenruimte in aanzienlijke mate verruimd. Van nieuwe strafbare feiten is niet gebleken. Alles overziende wordt de door de officier van justitie gevorderde deels voorwaardelijke geldboete passend en geboden geacht.
Toepassing van wetsartikelen
De economische politierechter heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24, 24c van het Wetboek van Strafrecht, artikel 13 Flora- en faunawet en de artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten.
DE UITSPRAAK VAN DE ECONOMISCHE POLITIERECHTER LUIDT, RECHTDOENDE:
Verklaart het telastegelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar in voege als voormeld en verdachte deswege strafbaar.
Veroordeelt verdachte te dier zake tot:
Betaling van een geldboete ten bedrage van € 800,-- (zegge: achthonderd euro), bij gebreke van betaling en van verhaal te vervangen door 16 dagen hechtenis.
Bepaalt, dat van deze geldboete een gedeelte groot € 400,-- (zegge: vierhonderd euro), bij gebreke van betaling en van verhaal te vervangen door 8 dagen hechtenis, niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op twee jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is telastegelegd dan het bewezenverklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.Y.B. Jansen, economische poltierechter, bijgestaan door A. van Dijk, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 10 december 2009.