ECLI:NL:RBLEE:2009:BK7360
Rechtbank Leeuwarden
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Schorsing van de standplaatsvergunning van een marktkoopman wegens wangedrag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Leeuwarden op 4 december 2009 een verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Het verzoeker, [X], had bezwaar gemaakt tegen de schorsing van zijn standplaatsvergunning op de zaterdagmarkt te Sneek, die door het college van burgemeester en wethouders was opgelegd wegens wangedrag. Het college had op 26 november 2009 besloten om de vergunning van [X] voor vier achtereenvolgende marktdagen te schorsen, na een incident op 21 november 2009 waarbij [X] zich schuldig had gemaakt aan ongepast gedrag tegenover de marktmeester, K. Vonk. Tijdens de zitting op 4 december 2009 werd [X] bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. J.H. Wassenaar, en zijn familie. Het college werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigden, G. Bouma, A. Mulder en K. Vonk.
De voorzieningenrechter overwoog dat er geen beletselen waren om [X] te ontvangen en dat hij een spoedeisend belang had bij de gevraagde voorlopige voorziening. Echter, de rechter concludeerde dat het gedrag van [X] als wangedrag moest worden gekwalificeerd, wat het college de bevoegdheid gaf om de vergunning te schorsen. De rechter oordeelde dat de schorsing in verhouding stond tot de ernst van het wangedrag, vooral gezien het feit dat [X] eerder een officiële waarschuwing had ontvangen voor vergelijkbaar gedrag. De voorzieningenrechter verwachtte dat het bestreden besluit in bezwaar stand zou houden, waardoor er geen aanleiding was voor het treffen van een voorlopige voorziening. Tevens werd er geen proceskostenveroordeling opgelegd en stond er geen hoger beroep open tegen deze uitspraak.