ECLI:NL:RBLEE:2010:BL5440

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
15 februari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
17/880101-09 PV
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • Voorzitter onbekend
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van de summiere tenlastelegging in strafzaak met betrekking tot skimmen

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Leeuwarden op 15 februari 2010, stond de wijziging van de summiere tenlastelegging centraal. De verdachte was aangeklaagd voor skimmen, maar de officier van justitie had de oorspronkelijke tenlastelegging zodanig aangepast dat de verdenking met betrekking tot skimmen was komen te vervallen. De raadsman van de verdachte verzet zich tegen deze wijziging en stelt dat de verdachte hierdoor in zijn belangen is geschaad. De rechtbank overweegt dat artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering de mogelijkheid biedt om de summiere tenlastelegging aan te passen, mits deze in overeenstemming is met de eisen van artikel 261 van hetzelfde wetboek. De rechtbank stelt vast dat de gewijzigde tenlastelegging voldoet aan de eisen, omdat deze haar grondslag vindt in hetzelfde feitencomplex als de oorspronkelijke tenlastelegging.

De rechtbank benadrukt dat de beginselen van een eerlijk proces en een behoorlijke procesorde vereisen dat toevoegingen aan de gewijzigde tenlastelegging niet zijn toegestaan, tenzij deze binnen het kader van de oorspronkelijke aanklacht vallen. In deze zaak is er geen sprake van een dergelijke toevoeging. De rechtbank concludeert dat het rechtvaardig is om de aanvankelijke verdenking die door de officier van justitie als vervallen is verklaard, uit de gewijzigde tenlastelegging te laten. Dit zou anders indruisen tegen de beginselen van een behoorlijke procesorde. De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie tot nadere omschrijving van de tenlastelegging toe en beveelt de wijziging van de tenlastelegging zoals in de vordering is omschreven. De uitspraak wordt vastgesteld en ondertekend door de voorzitter en de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector straf
parketnummer 17/880101-09
………..
De voorzitter deelt mede dat de rechtbank met betrekking tot het op 9 februari 2010 gevoerde preliminaire verweer overweegt en beslist als volgt:
De raadsman heeft zich verzet tegen de vordering van de officier van justitie tot nadere omschrijving van de telastelegging ex artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering. De officier van justitie heeft de oorspronkelijke telastelegging zodanig aangepast dat de verdenking met betrekking tot skimmen in haar geheel is komen te vervallen. De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte hierdoor in zijn belangen is geschaad.
De rechtbank overweegt het volgende. Artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering bepaalt dat de zogenaamde summiere telastelegging kan worden aangepast, zodat deze in overeenstemming wordt gebracht met de in het eerste en tweede lid van artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering gestelde eisen. Uit het wettelijk systeem, in het bijzonder uit de verwijzing in artikel 314a, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering naar de artikelen 313 en 314 van dat wetboek alsmede uit het buiten toepassing laten van de laatste volzin van artikel 313 blijkt dat wijziging van de summiere telastelegging slechts dan niet is toegestaan indien elk verband tussen de feiten die overeenkomstig het bevel gevangenhouding of gevangenneming zijn opgenomen in de voorlopige telastelegging en die in de gewijzigde telastelegging ontbreekt. De gewijzigde telastelegging moet dus haar grondslag vinden in hetzelfde feitencomplex dat aanleiding was voor de summiere telastelegging. De rechtbank stelt vast dat de gewijzigde telastelegging in de zaak van verdachte aan deze eis voldoet.
De eisen, te stellen aan een eerlijk proces en de beginselen van een behoorlijke procesorde brengen mee dat toevoeging aan de gewijzigde telastelegging van andere feiten dan die vallen in bovengenoemd kader niet is toegestaan. In de zaak van verdachte is van een dergelijke toevoeging geen sprake.
Nu de gewijzigde telastelegging tot doel heeft de verdachte in staat te stellen zich tegen de daarin neergelegde aantijgingen adequaat te verdedigen en de rechter het toetsingskader aan te geven waarbinnen het onderzoek ter terechtzitting dient plaats te vinden brengt een redelijke wetstoepassing mee dat een aanvankelijke verdenking die naar het oordeel van de officier van justitie is vervallen uit de gewijzigde telastelegging mag worden weggelaten. Het zou immers indruisen tegen de beginselen van een behoorlijke procesorde als de officier van justitie verdachte zou vervolgen voor een feit ten aanzien waarvan geen verdenking meer bestaat. Nu de officier van justitie ter terechtzitting heeft verklaard dat de verdenking met betrekking tot het zogenoemde skimmen is vervallen, heeft hij dit feit terecht uit de gewijzigde telastelegging weggelaten. Het verweer van verdachte wordt dan ook verworpen.
De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie tot nadere omschrijving van de telastelegging toe en beveelt dat de telastelegging wordt gewijzigd zoals in de vordering, die aan dit proces-verbaal is gehecht en waarvan de inhoud als hier ingevoegd dient te worden beschouwd, staat omschreven.
..........
Waarvan proces-verbaal, vastgesteld en ondertekend door de voorzitter en de griffier.