ECLI:NL:RBLEE:2010:BL9758

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
24 maart 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
96511 HA ZA 09-397
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opzegging van vervoersovereenkomst inzake gehandicaptenvervoer en schadeplichtigheid

In deze zaak, die voor de Rechtbank Leeuwarden werd behandeld, stond de opzegging van een vervoersovereenkomst tussen Taxicentrale Zuidwest Friesland B.V. en Stichting Talant centraal. De overeenkomst, die op 31 mei 2001 was aangegaan, werd door Talant op 26 november 2007 opgezegd met een opzegtermijn van zes maanden, maar de daadwerkelijke beëindiging vond pas plaats op 11 mei 2009. Taxicentrale vorderde schadevergoeding, stellende dat de opzegging niet in overeenstemming was met de overeengekomen voorwaarden en dat Talant niet zorgvuldig had gehandeld tijdens de aanbestedingsprocedure die volgde op de opzegging.

De rechtbank oordeelde dat Talant de overeengekomen opzegtermijn niet had gerespecteerd, wat een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst opleverde. Taxicentrale had schade geleden door het niet in acht nemen van de opzegtermijn, maar de rechtbank oordeelde dat de schade niet voldoende was onderbouwd. De rechtbank concludeerde dat de opzegging van de overeenkomst rechtsgeldig was, omdat partijen contractueel in deze mogelijkheid hadden voorzien.

Daarnaast werd de rol van Talant tijdens de aanbestedingsprocedure onder de loep genomen. Taxicentrale stelde dat Talant niet zorgvuldig had gehandeld door de voorwaarden voor de aanbesteding te wijzigen zonder dit te communiceren. De rechtbank oordeelde dat Taxicentrale haar stellingen onvoldoende had onderbouwd en dat Talant niet verplicht was om verdergaande zorgvuldigheid te betrachten dan gebruikelijk in dergelijke situaties. Uiteindelijk wees de rechtbank de vorderingen van Taxicentrale af en veroordeelde haar in de proceskosten van Talant.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 96511 / HA ZA 09-397
Vonnis van 24 maart 2010
in de zaak van
de besloten vennootschap
TAXICENTRALE ZUIDWEST FRIESLAND B.V.,
gevestigd te Sneek,
eiseres,
advocaat mr. G.R. Winter,
tegen
de stichting
STICHTING TALANT,
gevestigd te Heerenveen,
gedaagde,
advocaat mr. R.S. van der Spek.
Partijen zullen hierna Taxicentrale en Talant genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties
- de conclusie van antwoord met producties
- het proces-verbaal van comparitie d.d. 12 november 2009 en de ten behoeve van deze comparitie overgelegde producties.
1.2. Vervolgens is vonnis bepaald op heden.
2. De feiten
2.1. Taxicentrale voert vanaf 1 april 1993 voor Talant en haar rechtsvoorgangsters vervoerswerkzaamheden uit bestaande uit het vervoer van cliënten van Talant. Talant biedt zorg en ondersteuning aan mensen met een verstandelijke (en deels ook lichamelijke) beperking. Taxicentrale verzorgt ook de begeleiding van deze cliënten tijdens het vervoer, voor zover vereist. Een belangrijk onderdeel van de werkzaamheden is de rit- en routeplanning en de daarbij horende administratie.
2.2. De laatste vervoersovereenkomst is Taxicentrale aangegaan op 31 mei 2001 met een rechtsvoorgangster van Talant, de Stichting Heechhout/Kaai, en luidt voor zover van belang:
Looptijd en opzegtermijn overeenkomst
Deze overeenkomst gaat in op 1 juni 2001 en kent een looptijd van 3 jaar. Indien opdrachtgeefster en vervoer dit wensen kan dit contract met perioden van 1 jaar worden verlengd. Als opzegtermijn geldt voor opdrachtgeefster en vervoerder een termijn van 6 maanden. bij het niet opzeggen van de overeenkomst door een van de partijen is deze stilzwijgend verlengd met periodes van 1 jaar.
(…)
Bij aantoonbare zwaarwichtige redenen of wijzigingen in de omstandigheden van Heechhout / Kaai kan met inachtneming van een opzegtermijn van 6 maanden de overeenkomst worden ontbonden.
2.3. Naast Taxicentrale verzorgen ook andere vervoerders het vervoer van cliënten voor Talant. Taxicentrale besteedt het haar opgedragen vervoer deels uit aan andere vervoerders. Het door Talant bij Taxicentrale uitgezette werk maakt 38% van de totale omzet van Taxicentrale uit. Het vervoer dat door Taxicentrale zelf voor Talant wordt uitgevoerd vormt 24,4% van haar totale vervoersactiviteiten.
2.4. Partijen maken van tijd tot tijd in onderling overleg nieuwe tariefafspraken.
In 2007 gaan partijen met elkaar in overleg over het sluiten van een nieuw contract. Omdat partijen niet tot overeenstemming komen, besluit Talant medio 2007 de opdracht tot cliëntenvervoer opnieuw in de markt te zetten. Talant gaat op 23 oktober 2007 over tot de aanbesteding van haar cliëntenvervoer. Zij organiseert een offertetraject en stelt daartoe een offertedocument op. Vervoersmanagement Noord-Nederland B.V. (hierna: VMNN), een overkoepelende organisatie van taxiondernemingen in het noorden van Nederland, schrijft als enige partij, mede namens Taxicentrale, op deze aanbesteding in. Hierop volgt een onderhandelingstraject dat voorspoedig verloopt. Op of omstreeks 23 januari 2008 deelt Talant telefonisch mee aan VMNN dat haar Raad van Bestuur in principe heeft ingestemd met de offerte van VMNN. Eind maart 2008 laat Talant echter aan VMNN weten dat de opdracht niet aan haar wordt gegund alsook dat zij met andere vervoerders in gesprek gaat.
2.5. Ondertussen heeft Talant op 26 november 2007 het lopende vervoerscontract met Taxicentrale opgezegd tegen 1 juni 2008. Omdat de onderhandelingen met VMNN niet het gewenste resultaat opleveren, onderhandelt Talant in de periode van april tot augustus 2008 met Taxicentrale over de al dan niet tijdelijke voortzetting van de vervoersovereenkomst. Ook deze onderhandelingen leiden niet tot een resultaat. Partijen zetten stilzwijgend het vervoerscontract voort.
2.6. Omdat Talant en Taxicentrale er niet in slagen een nieuwe overeenkomst te sluiten, zet Talant op 29 augustus 2008 een nieuwe aanbesteding in gang. In dat kader nodigt Talant onder meer Taxicentrale uit om een prijsopgave te doen vóór 5 september 2008 aan de hand van een door Talant toegezonden formulier. In dit formulier wordt de aanbiedende partij gevraagd opgave te doen van prijzen en tarieven.
Omstreeks 16 november 2008 verneemt Taxicentrale van Talant dat zij naar aanleiding van de prijsopgave niet voornemens is verder te onderhandelen met haar en dat de opdracht gegund wordt aan Taxicentrale Witteveen B.V. en J.H. Oenema Taxi- en Groepsvervoer B.V..
2.7. Bij brief van 24 november 2008 zegt Talant het vervoerscontract met Taxicentrale op tegen 11 mei 2009.
3. Het geschil
3.1. Taxicentrale vordert samengevat - veroordeling van Talant bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad tot betaling van een schadevergoeding nader te begroten door de rechtbank, althans tot betaling van een schadevergoeding nader op te maken bij staat, vermeerderd met de wettelijke handelsrente en kosten.
3.2. Taxicentrale legt aan haar vorderingen -samengevat- het volgende ten grondslag.
Zij stelt primair dat de opzegging van 24 november 2008 in strijd is met de redelijkheid en billijkheid omdat er geen sprake is van zwaarwichtige redenen of wijzigingen in de omstandigheden. Bovendien is door Talant de gerechtvaardigde verwachting gewekt dat de vervoersovereenkomst onder nader te bepalen voorwaarden zou voortduren.
Subsidiair legt zij aan haar vorderingen ten grondslag dat er sprake is van een duurovereenkomst waarbij de omzet substantieel is voor Taxicentrale, Taxicentrale diverse investeringen heeft gedaan voor Talant en Taxicentrale de inzet van haar personeel deels heeft afgestemd op de vereisten voor de uitvoering van het werk dat door Talant werd aangebracht. In dat licht bezien heeft Talant niet de vereiste zorgvuldigheid betracht jegens Taxicentrale bij de aanbesteding van 5 september 2008. Immers Talant heeft de eisen, verbonden aan het prijsvoorstel, op essentiele punten gewijzigd zonder Taxicentrale daarvan op de hoogte te stellen.
Meer subsidiair stelt Taxicentrale dat als opzegging van de vervoersovereenkomst al mogelijk is dat dat dan niet eerder dan per 1 november 2010 had gekund. In de gegeven omstandigheden is de opzegging schadeplichtig. De schade kan echter nog niet vastgesteld worden.
3.3. Talant voert gemotiveerd verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. De rechtbank overweegt allereerst dat de door Taxicentrale aan haar vordering tot schadevergoeding ten grondslag gelegde onderbouwing terug te voeren is tot een tweetal verwijten: (I) Talant heeft op een schadeplichtige wijze de vervoersovereenkomst opgezegd en (II) Talant heeft niet zorgvuldig jegens haar gehandeld bij de tweede aanbesteding van september 2008 waardoor zij eveneens schadeplichtig is jegens Taxicentrale. Desgevraagd heeft de directeur van Taxicentrale, de heer [Y], ter zitting aangegeven dat het Taxicentrale met name dwars zit dat zij zich niet serieus genomen voelt tijdens de tweede aanbesteding.
De rechtbank zal hierna op beide grondslagen ingaan.
Schadeplichtige opzegging
4.2. Tussen partijen staat vast dat hun samenwerking gebaseerd was op de vervoersovereenkomst van 31 mei 2001 tussen Taxicentrale en de Stichting Heechhout/Kaai, rechtsvoorgangster van Talant (hierna: de vervoersovereenkomst).
Talant heeft aangevoerd dat de vervoersovereenkomst rechtsgeldig is opgezegd op 26 november 2007 tegen 1 juni 2008. Tussen partijen staat ook vast dat de samenwerking nà 1 juni 2008 nog heeft voortgeduurd tot 11 mei 2009. Talant heeft aangevoerd dat dit op basis van een mondelinge overeenkomst was. Wat de inhoud van deze mondelinge overeenkomst was heeft Talant niet aangegeven. Ter zitting heeft Talant bij monde van de heer [J], hoofd inkoop van Talant, aangegeven dat de samenwerking op de oude voet is voortgezet. De rechtbank houdt het er dan ook voor dat partijen hun samenwerking hebben voortgezet op basis van de vervoersovereenkomst. De opzegging van 26 november 2007 heeft derhalve geen rechtsgevolgen gehad omdat partijen geacht worden op grond van de vervoersovereenkomst, en de daarin opgenomen bepaling over opzegging, hun samenwerking te hebben gecontinueerd.
4.3. De rechtbank overweegt vervolgens dat, alhoewel de hiervoor in rechtsoverweging 2.2 aangehaalde bepalingen niet eenduidig zijn, hoe men deze bepalingen ook leest, in ieder geval duidelijk is dat opzegging van de samenwerking tegen 1 juni van het volgende jaar met inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden was toegestaan. Ook staat tussen partijen vast dat Talant bij de tweede opzegging op 24 november 2008 een kortere opzegtermijn, te weten van ongeveer 5 ½ maanden in acht heeft genomen. De rechtbank stelt vast dat Talant niet de overeengekomen opzegtermijn in acht heeft genomen. Het niet in acht nemen van de overeengekomen opzegtermijn is een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst. Talant is gehouden de schade te vergoeden die Taxicentrale heeft geleden als gevolg van het niet in acht nemen van de overeengekomen opzegtermijn. De rechtbank overweegt dat is opgezegd met inachtneming van een opzegtermijn die 2 weken korter is dan overeengekomen. Ten aanzien van de schade heeft Taxicentrale met name gesteld dat zij te ruim in middelen en personeel is komen te zitten waardoor deze versneld moeten worden afgeschreven respectievelijk afvloeiingsregelingen moeten worden getroffen. Bovendien heeft zij te weinig tijd gehad om nieuwe contracten af te sluiten. Naar het oordeel van de rechtbank is daarmee nog niet gesteld dat zij deze schade niet geleden zou hebben als de volledige opzegtermijn wél in acht zou zijn genomen. Immers, de genoemde versnelde afschrijvingen en afvloeiingsregelingen hadden ook met de inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden plaatsgevonden.
4.4. Taxicentrale heeft voorts gesteld dat ook de inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden in de gegeven omstandigheden onredelijk en onbillijk is. Er had gezien de omstandigheden hoe dan ook niet eerder dan tegen 1 november 2010 opgezegd mogen worden. Tot slot heeft Taxicentrale gesteld dat de schadevergoedingsplicht tevens voortvloeit uit door Talant gewekte verwachtingen en de duur en intensiteit van de samenwerking.
De rechtbank overweegt dat deze stellingen in elkaars verlengde liggen en zij zal deze derhalve gezamenlijk behandelen.
4.5. Talant heeft ten verwere aangevoerd dat in vergelijkbare zaken een opzegtermijn variërend van 3 maanden tot 6 maanden gebruikelijk en dus ook redelijk is. Ter zitting heeft [Y] toegelicht dat Taxicentrale weliswaar vanaf eind 2007 heeft kunnen anticiperen op de opzegging van Talant, maar dat uiteindelijk pas in november 2008 duidelijk werd dat de samenwerking echt niet voortgezet zou worden.
De rechtbank stelt voorop dat nu partijen een opzegtermijn van 6 maanden zijn overeengekomen, deze termijn geacht moet worden een redelijke te zijn. Immers bij het aangaan van de vervoersovereenkomst in 2001 was er al sprake van een langlopende contractuele relatie sinds 1993. In de omstandigheden dat de samenwerking al zo lang heeft geduurd, dat er aanzienlijke investeringen zijn gedaan voor het vervoer voor Talant en dat de organisatie van Taxicentrale voor een belangrijk deel is afgestemd op Talant, ziet de rechtbank geen aanleiding om voorbij te gaan aan de opzegtermijn die partijen met elkaar zijn overeengekomen nu deze omstandigheden wellicht niet anders waren in 2001, althans zulks is niet gesteld. Dit was wellicht anders geweest wanneer in rechte vast was komen te staan dat Taxicentrale niet lang voor de opzegging op uitdrukkelijk verzoek van Talant nog bepaalde investeringen had gedaan. Zulks is echter uitdrukkelijk betwist door Talant. Talant erkent enkel dat investeringen in overleg met haar zijn gedaan. De rechtbank zal op deze omstandigheden dan ook verder niet ingaan.
4.6. Taxicentrale heeft voorts gesteld dat de vervoersovereenkomst niet opgezegd had mogen worden, nu zij in de gerechtvaardigde verwachting verkeerde, dat deze overeenkomst op nader te bepalen voorwaarden zou blijven voortduren. Als hiervoor vastgesteld, is de rechtbank van oordeel dat de vervoersovereenkomst wel opgezegd mocht worden, nu partijen contractueel in deze mogelijkheid hebben voorzien.
4.7. Taxicentrale verwijt Talant ook dat zij gedurende de opzegtermijn niet heeft meegewerkt aan een schadebeperkende afwikkeling door bijvoorbeeld mee te werken aan de overgang van personeel naar de nieuwe contractspartij. Talant heeft ter zitting ten verwere aangevoerd dat zij heeft voorgesteld om het vervoer voor Talant gefaseerd over te dragen aan de nieuwe contractspartij en ook dat er drie besprekingen hebben plaatsgevonden over de overname van personeel. Voorts heeft Talant erop gewezen dat zij slechts een bemiddelende rol kan spelen waar het gaat om overgang van personeel.
De rechtbank is van oordeel dat, los van de vraag hoever de verplichtingen van Talant om de nadelige gevolgen van haar opzegging voor Taxicentrale zoveel mogelijk te beperken strekken, Taxicentrale haar stellingen in het licht van het gemotiveerde verweer van Talant onvoldoende heeft onderbouwd. Taxicentrale zal dan ook niet toegelaten worden tot het leveren van nader bewijs op dit punt.
Onzorgvuldig handelen tijdens aanbesteding
4.8. De verwijten die Taxicentrale aan het adres van Talant maakt zien, zo begrijpt de rechtbank, op de tweede aanbesteding van eind augustus 2008 aan de hand van een door Talant opgesteld formulier voor prijsopgave. Taxicentrale meent dat Talant aan de hand van dit formulier geen beeld heeft kunnen krijgen van de prijs die de offrerende partijen willen neerleggen. Zo gaat het formulier onder meer voorbij aan aspecten die voor de prijsstelling van belang zijn zoals de beladingsgraad, het tijdsstip van het gevraagde vervoer en de omvang van het totale vervoer. Toch heeft Talant uitsluitend op basis van dit formulier besloten geen onderhandelingen met haar te voeren, aldus Taxicentrale. Talant heeft ten verwere verwezen naar de''Grossmann-jurisprudentie''.
4.9. De rechtbank overweegt dat uit het Grossmann-arrest in samenhang met de bedoelingen van de Rechtsbeschermingsrichtlijn, te weten snelheid en doeltreffendheid, volgt onder meer dat van gegadigden een proactieve houding mag worden verwacht, dat wil zeggen dat zij tegen eventuele onduidelijkheden of onvolkomenheden in de aanbestedingsdocumenten opkomen in een stadium waarin die onduidelijkheden of onvolkomenheden nog ongedaan kunnen worden gemaakt. Taxicentrale heeft niet gesteld en ook niet anderszins is gebleken dat er tussen 5 september 2008 en november 2008 contact is geweest tussen partijen en dat Taxicentrale vragen heeft gesteld aan Talant over het offerteformulier. De rechtbank komt dan ook tot de conclusie dat Taxicentrale na afronding van de aanbestedingsprocedure niet meer kan aankomen met bezwaren ten aanzien van het offerteformulier.
4.10. Ook verwijt Taxicentrale Talant dat zij de eisen ofwel voorwaarden voor vervoer heeft gewijzigd gedurende het offertetraject zonder dat zij dit met Taxicentrale heeft gecommuniceerd. Zo heeft Talant pas later aangegeven dat zij zelf de planning van het vervoer zou doen, de marges rond het brengen en halen van cliënten verruimd, de theoretische reistijden verlengd en een aantal vereisten voor het personeel laten vervallen.
Talant wijst er ten verwere op dat zij in het offerteformulier niet naar kwaliteitseisen heeft gevraagd en derhalve de kwaliteitseisen niet gewijzigd kan hebben. De winnende inschrijvers hebben simpelweg beduidend lagere tarieven geoffreerd dan Taxicentrale. Voorts geeft ze aan dat zelfs al bij de eerste aanbesteding duidelijk was dat de planning in handen van Talant zou komen. Daarnaast betwist ze dat marges en reistijden gewijzigd zijn. De uitgangspunten voor het opgeven van tarieven in de aanbesteding van september 2008 waren duidelijk en gelijkluidend gecommuniceerd aan alle inschrijvers, zodat van benadeling van Taxicentrale geen sprake kan zijn, aldus Talant.
De rechtbank is van oordeel dat, gezien in het licht van het gemotiveerde verweer zijdens Talant, Taxicentrale haar stellingen op dit punt onvoldoende nader heeft onderbouwd. Dit klemt te meer nu Taxicentrale niet aangeeft waarop zij haar stellingen baseert en er in het formulier voor prijsopgave niet gerept is over kwaliteitseisen. De rechtbank zal Taxicentrale derhalve niet toelaten tot nadere bewijslevering.
4.11. Daarnaast heeft Taxicentrale aangevoerd dat gezien de omstandigheden dat Talant een substantieel deel van de omzet van Taxicentrale aanleverde, de organisatie van Taxicentrale was aangepast op het vervoer voor Talant met bijbehorende investeringen en dat Taxicentrale speciaal voor het vervoer voor Talant opgeleide chauffeurs in dienst heeft, Talant met de uiterste zorgvuldigheid te werk moet gaan bij aanbesteding en alleen bij zwaarwegende gronden het werk aan anderen mag gunnen. Taxicentrale geeft niet aan wat de grondslag voor deze stelling is.
Het voert de rechtbank te ver om aan te nemen dat in het geval van een duurovereenkomst die rechtsgeldig is opgezegd de ene contractspartij jegens de andere contractspartij toch gehouden is, om redenen die gelegen zijn in dan wel verband houden met de aard van die duurovereenkomst, tot verdergaande zorgvuldigheid bij onderhandelingen over een nieuw contract dan met een onbekende onderhandelingskandidaat. De rechtbank ziet niet in welke (ongeschreven) rechtsregel de stellingen van Taxicentrale op dit punt dragen.
4.12. Tot slot heeft Taxicentrale gesteld dat Talant op zijn minst had moeten bedingen bij de nieuwe contractant dat deze het door het verlies van Talant als opdrachtgever overtollig geworden personeel zou overnemen van Taxicentrale. Omdat Taxicentrale pas eind maart/ begin april 2009 heeft vernomen welke werknemers overgingen naar de nieuwe contractant van Talant, heeft zij te weinig tijd gehad haar personeelsbestand tijdig af te bouwen, aldus Taxicentrale.
De rechtbank is met Talant van oordeel dat de overgang van personeel in verband met een nieuwe aanbesteding in de eerste plaats een aangelegenheid is tussen de oude en de nieuwe contractant. Er is geen rechtsregel die Talant verplicht hierin een actieve rol te spelen. Er kan hooguit sprake zijn van een morele verplichting van Talant om gezien de lange duur van haar samenwerking met Taxicentrale zich zoveel mogelijk in te spannen om de schade aan de zijde van Taxicentrale zo veel mogelijk te beperken. Talant heeft aangevoerd dat ze een drietal besprekingen over dit onderwerp heeft gevoerd en ook dat zij heeft voorgesteld om met een gefaseerde overgang te werken. In het licht van dit verweer heeft Taxicentrale haar stelling onvoldoende onderbouwd dat Talant op dit punt niet de inspanningen heeft verricht die van haar in de gegeven omstandigheden verwacht hadden mogen worden.
4.13. De rechtbank zal de vorderingen van Taxicentrale dan ook afwijzen.
4.14. Taxicentrale zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Talant worden begroot op:
- griffierechten EUR 262,00
- salaris advocaat 904,00 (2,0 punt × tarief EUR 452,00 )
Totaal EUR 1.166,00
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. wijst de vorderingen af,
5.2. veroordeelt Taxicentrale in de proceskosten, aan de zijde van Talant tot op heden begroot op EUR 1.166,00,
5.3. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Jansen en in het openbaar uitgesproken op 24 maart 2010.?